Conspectus incunabulorum. An index catalogue of fifteenth century books, with references to Hain's Repertorium, Copinger's Supplement, Proctor's Index, Pellechet's catalogue, Campbell's Annales and other bibliographies by R.A. Peddie. Part. II. (C - G). London, Grafton & Co. 1914.
In 1910 verscheen het eerste deel van dit praktische, met veel zorg bewerkte register op alle incunabelen voor zoover deze in de verschillende groote en kleine bibliographieën beschreven zijn. Thans heeft het met ongeduld verbeide tweede deel het licht gezien, waardoor het register tot aan de H (waar ook het 2e deel van Hain eindigt) voltooid is.
In beide deelen worden, in alphabetische volgorde naar de namen der auteurs, of waar deze ontbreekt, naar het hoofdwoord, ruim 15000 incunabelen vermeld. De titels worden natuurlijk alle slechts zeer kort aangegeven, en de rangschikking der verschillende uitgaven is chronologisch, zoodat men, in dit boek, oogenblikkelijk kan naslaan niet alleen welke boeken in de 15e eeuw gedrukt werden, doch tevens de verschillende uitgaven kan leeren kennen. Indien men weet dat voor deze twee deelen niet minder dan 203 werken werden geraadpleegd, kan men zich eenigszins voorstellen welke groote diensten een dergelijk register niet alleen aan de bibliographen, bibliothecarissen, enz. bewezen wordt, maar ook aan allen die op de een of andere wijze met de literatuur van de laatste helft der 15e eeuw te maken hebben. Hoeveel tijdroovend gezoek spaart het hem niet uit, die naar een of anderen druk, wellicht in een hem onbekend werk beschreven, zoekt, en hoe verrassend toont dit beknopt overzicht de rijkdom en verscheidenheid aan van de voortbrengselen der boekdrukkunst in het begin van haar ontstaan.
Behalve van de door hem genoemde gedrukte bronnen heeft de heer Peddie gebruik kunnen maken van het omvangrijke materiaal dat door de Duitsche Commissie voor den Algemeenen Incunabel-Catalogus sinds jaren wordt bijeengebracht. Zijn proeven toch werden te Berlijn geregeld en met zorg nagelezen en aangevuld, zoodat Peddie op het oogenblik stellig de meest complete lijst van incunabel-uitgaven heeft saamgesteld die op het oogenblik te raadplegen is.
Bij de door hem genoemde bronnen vind ik niet vermeld den Catalogus der Incunabelen van de Groningsche Universiteitsbibliotheek, door Dr. A.G. Roos, in 1912 uitgegeven, noch die van het Museum-Westreene, door Pater Bon. Kruitwagen in 1911, in de verslagen omtrent 's Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst gepubliceerd. Het ontbreken van dien laatste is wellicht toe te schrijven aan het vrij wel begraven zijn van dat uitstekende werk (zie het Boek I, bl. 65vv.) in bovengenoemde serie. Ook het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen en Het Boek bevat hier en daar opgaven over Nederl. in-