Boekbesprekingen.
Handelingen van het XXXIIe Nederlandsche taal- en letterkundig congres te Antwerpen 25-29 Oogst 1912. Drukkerij en binderij v. Resseler, Antwerpen, 720 blz.
Aan alle deelnemers aan het congres, die de daarvoor gevraagde kleine tegemoetkoming in de kosten betalen willen, wordt het lijvige deel der handelingen toegezonden. Onze aandacht valt het allereerst op de 3e afdeeling, waarvan het verslag ruim 30 bladzijden (401-434) beslaat. Na ons overzicht in Het Boek I 347-350 behoeven we daarop niet terug te komen. De verslaggever Eugène de Bock heeft zooveel in zijn vermogen was, alles trouw weergegeven; van de toezegging, aan de auteurs der afzonderlijke bijdragen drukproeven te zenden, is echter niets gekomen, wat men bij lezing wel nu en dan bemerkt.
Van de historische afdeeling verdient hier vermelding de voordracht van Dr. Jan Denucé over ‘Het verzamelen van oud kaartkundig materieel over de Nederlanden’ (blz. 613). We krijgen daarvan helaas slechts eene zeer korte samenvatting, met de tegelijk ergerlijke en comische noot: ‘Het volledige stuk en de bespreking die er op volgde werden door den heer Juten medegenomen. Het bureel van het Congres is er niet meer in geslaagd, ondanks herhaalde en beleefde verzoeken, de stukken van den heer Juten terug te bekomen’. Dit vestigt onze aandacht op een model-secretaris! Het zij aan commissies voor toekomstige congressen aanbevolen, zich van de medewerking van zulk eene voortreffelijke kracht te verzekeren!
Eene andere bijdrage van beteekenis is die van den heer Jos. Velle te Antwerpen, over Nederlandsche handelsdrukken van de 16e, 17e en 18e eeuw. Eene reeks van prijscouranten en andere Nederlandsche drukken uit bijna alle landen van Europa gedateerd wordt daarbij in facsimile weergegeven.
Op bladz. 689-692 worden de conclusiën en wenschen afgedrukt, waarvan die, welke met ‘het boek’ rechtstreeks te maken hebben, hier mogen volgen:
Afdeeling: Bibliographie en boekhandel.
1. Alles wat het verkeer tusschen Noord- en Zuid-Nederland bemoeilijkt moet weggeruimd worden. De regeeringen moeten inzien dat het onbehoorlijk is, het raadplegen van de schatten van onze literatuur duurder te maken, wanneer die zich toevallig bevinden in eene bibliotheek die aan gene zijde van de grens ligt.
2. De boekhandelaren in België die van de Nederlandsche taal hun hoofdzaak maken en dat op waardige wijze doen, hebben noodig en verdienen in de eerste plaats gesteund te worden door die Vlaamsche kern, de ernstige en koopkrachtige Vlamingen, die sterk genoeg zijn om eenige flinke boekhandels in stand te houden.
3. Aan de Nederlandsche vereeniging ter bevordering van den boekhandel in verbinding met den Cercle de la librairie belge zal aanbevolen worden, dat voor taan Brinkman's jaarlijksche alphabetische lijst van alles wat in Nederland verschijnt zoude aangevuld worden met alles wat in Vlaamsch België het licht ziet.
4. Het beste middel om het boek in de massa te doen doordringen is: 1o. het verspreiden van goedkoope uitgaven, 2o. het stichten van openbare leeszalen en bibliotheken.
5. Het is van uiterst groot belang dat er gezorgd worde voor de vollediging van het wetenschappelijk materieel van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, die zooveel heerlijke Nederlandsche schatten bezit.