Het Boek. Jaargang 2
(1913)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 353]
| |||||||||
[Nummer 10]Nederland - Rusland. Vergeten boekjesGa naar voetnoot1)
| |||||||||
[pagina 354]
| |||||||||
‘Russisch en Hollandsch Woordenboekje, naar de uitspraak; behelzende de Woorden, die het meeste te pas komen; te weten: van eten en drinken; van geld, getallen en schrijf behoeftens; van de namen der maanden en dagen; van de kleederen; van de kleuren; van de militaire benamingen; kleine spreekwijzen, enz.; wordt op heden uitgegeven bij den Boekverkooper R.J. Schierbeek, aan de Breede-Markt, bij de Doele, te Groningen. De prijs is 4 stuivers.’ En het ‘Advertentieblad, bekendmakingen en onderscheidene berigten van Groningen’ kondigde het volgende aan: ‘Bij den Boekverkooper J. Römelingh, in de Zwanenstraat te Groningen, wordt uitgegeven: De kleine Russischetaalmeester, een Nooden Hulpboekje voor Hollanders, die zich in de Russische spraak willen oefenen. De prijs is vier stuivers.’ Geen van beide boekjes is in eene Nederlandsche openbare bibliotheek meer voorhanden, maar van Schierbeek's uitgaafje bezit de Keizerlijke Openbare Bibliotheek te St.-Petersburg een exemplaar, later in groen karton gebonden [er zijn sporen aanwezig, dat een oorspronkelijke grauwe omslag afgescheurd is]. Het boekje is (afgesneden) 15 ☓ 9.5 cM. groot, gemerkt met de cijfers 13. XVI. en draagt tot titel: ‘RUSSISCH en HOLLANDSCH // WOORDENBOEKJE, // behelzende // DE WOORDEN, DIE IN DE DA. // GELYKSCHE VERKEERING HET MEESTE TE PAS KOMEN. // te groningen, by // R.J. SCHIERBEEK // 1813. // De prijs is 4 stuivers. // Op de keerzijde van het titelblad bevindt zich het volgende BERIGT. // de Russische woorden, die in dit boekje // voorkomen, zijn meestendeels gespeld, niet // naar de Orthographie, maar naar het ge- // luid van de uitspraak; zijnde wij daarin het // voorbeeld der Duitschers gevolgd. // Met de volgende bladzijde(3), die ongepagineerd is, begint de tekst, die in twee kolommen gedrukt is en tot en met bladzijde 35 voortloopt; de katernen zijn aan den voet der bladzijden gemerkt met A3, A4, A5, B2, B, B4, B5 en C. Iedere bladzijde bevat dertig regels en het geheel is met eene en dezelfde letter gedrukt. In den tekst gaat het Hollandsch aan het Russisch vooraf; dit laatste is in Latijnsche letters omschreven; de inhoud is verdeeld over negen hoofdstukjes en wel: I. Van het Eten en Drinken (blz. 3-6); II. Van het Geld, en Getallen, enz. (blz. 7-9); III. Van den Tijd, de Namen der Maanden, Dagen en Feestdagen. (blz. 9-11); IV. Van Linnen en Kleederijen. (blz. 11-13); V. Van de Kleuren, (blz. 13-14); VI. Militaire woorden en benamingen. (blz. 14-19); VII. Mu- | |||||||||
[pagina 355]
| |||||||||
zijk-instrumentenGa naar voetnoot1) (blz. 19-20); VIII. Kleine zamenspraken. (blz. 20-23); IX. Gemengde Woorden, volgens het Alphabet, (blz. 24-35). Om een' indruk te geven van het geheel laten wij hiernevens de reproductie van het titelblad en aan de keerzijde die van de eerste bladzijde volgen. Van Römelingh's uitgaafje is ons geen exemplaar bekend; maar in December 1813 verscheen bij J.A. Meyboom te Amsterdam een boekje, dat denzelfden titel droeg als het in het Groningsche Advertentieblad van den 19den November aangekondigde. Meyboom noemde het ‘tweeden druk’, maar de eerste druk is nergens te vinden en in de boekenlijsten is niet opgeteekend, dat het werkje in twee drukken verschenen is. Zeker zijn wij niet ver van de waarheid af, als wij meenen dat Meyboom eenvoudig Römelingh' s boekje nadrukte en dezen nadruk als ‘tweeden’ druk in den handel bracht; de prijs bleef dezelfde: 4 stuivers. Van | |||||||||
[pagina 356]
| |||||||||
Meyboom's uitgaafje bevindt zich, evenals van dat van Schierbeek, een exemplaar in de St.-Petersburgsche Keizerlijke Openbare Bibliotheek, dat eveneens later in karton - grijsblauw - gebonden is, waardoor de randen afgesneden zijn en de grootte nu 14.5 ☓ 9 cM. isGa naar voetnoot1). Zooals bovenaan 't titelblad vermeld is, was eenmaal de eigenaar er van H. Hulk Jr., een naam, die met andere hand ook aan de binnenzijde van den kartonnen band neêrgeschreven is. De titel luidt: ‘DE// KLEINE RUSSISCHER TAALMEESTER // EEN // NOOD- EN HULPBOEKJE // VOOR // HOLLANDERS, // Die zich met deze taal eenigzins willen // bekend maken.’ // TWEEDEGa naar voetnoot2) DRUK // Te AMSTERDAM, bij //.J A. MEYBOOM, // Op de Keizersgracht, bij de Brouwers gracht. De keerzijde van het titelblad geeft het volgende VOORBERIGT. //Uit gebrek aan Russische Letters, en // daar dezelve ook tot nog toe, over het // algemeen in Holland niet kunnen ge- // lezen worden, hebben wij hier | |||||||||
[pagina 357]
| |||||||||
de bekende latijnsche letteren in plaats van de // russische gebruikt: Ook hebben wij deze // letters niet volgens de ortographie, maar // naar de uitspraak en klank der woorden, // zoo als de zelve in de russische taal // uitgesproken worden, in dit boekje geplaatst. Op blz. 3 (niet gepagineerd) volgt de INHOUD. //I. spijs en drank. // II. Geldspecie, getallen en schrijfbehoeften. // III. Van den Tijd, namen der maanden, en dagen, als ook van eenige feestdagen. // IV. Kleeding en verschooning. // V. Kleuren. // VI. Krijgswoorden en benamingen. // VII. Over de Muzijk. // VIII. Gewone Zamenspraken. // IX. Klein Hollandsch en Russisch woordenboekje. // Van blz. 4-31 volgt daarop de tekst in twee kolommen, eerst in 't Hollandsch, in klein kapitaal, daarna in 't Russisch, cursief gedrukt, wat misschien 't gevolg was van het weinige materiaal, waarover de drukkerij beschikte bij den wensch om den nadruk zoo spoedig mogelijk gereed te doen zijn. De vellen zijn aan den voet der bladzijden geteekend met B, B1, B2, B3, B4 en B5. Het woordenboekje, dat het negende hoofdstuk beslaat, is alphabetisch gerangschikt en afgedeeld naar de letters A-Z. Eene week later, Vrijdag den 26sten November, adverteerde het ‘Staatkundig Dagblad van het Departement van de Wester-Eems’ de uitgave van een derde Russisch-Hollandsch woordenboekje te Groningen en berichtte: ‘Bij W. Kamerling, Boekhandelaar te Groningen, is gedrukt en wordt heden uitgegeven: Het Russische woordenboekje, dienende tot een Nood en Hulpboekje voor Hollanders, waar achter gevoegd zijn de letters van het Russische A.B. C., zoo als zij alleen staande, genoemd en uitgesproken worden. De prijs is 4 stuivers. Het tweede stukje zal spoedig volgen.’ Ook dit boekje is niet meer in eene Nederlandsche openbare bibliotheek aanwezig en tot mijne spijt hebben wij er tot heden elders evenmin een exemplaar van kunnen vinden. De uitdrukking: ‘Nood- en Hulpboekje’, aan den titel ontleend, doet vermoeden, dat het niet ver afstond van Römelingh's uitgaafje, waarvan het echter geen slaafsche nadruk kon zijn, zooals uit de toevoeging van het Russische alphabet achter den tekst reeds voldoende blijkt. Ondertusschen waren de Russische troepen den 18den November ook Leeuwarden binnengetrokken, welke stad de Fransche commandant De Lorcet reeds vroeger verlaten had. Daar nu ook hier raad geschaft moest worden om de vreemde soldaten, die bij burger en boer ingekwartierd werden, ten minste eenigszins te kunnen verstaan, | |||||||||
[pagina 358]
| |||||||||
drukte de uitgever J.W. Brouwer te Leeuwarden Schierbeek's ‘Hollandsch en Russisch woordenboekje’ in hetzelfde formaat: klein 8o, onafgesneden 15.5 ☓ 9.8 cM., met hetzelfde aantal bladzijden: 35 en onder denzelfden titel afGa naar voetnoot1). Op blz. 2 volgt hetzelfde ‘Berigt’ als in Schierbeek's boekje; ook dragen de negen hoofdstukjes dezelfde opschriften. De katernen zijn aan den voet der bladzijden gemerkt met A2, A3, A4, A5, B2, B3, B4, B5. Daar de drukkerij blijkbaar niet ruim voorzien was van materiaal en de uitgave zoo spoedig mogelijk gereed moest komen, gebruikte men tweeërlei letterschrift, alleen in grootte eenigszins van elkander afwijkend; in de kleinere lettersoort is het tweede vel [blz. 17-32], gemerkt B, gedrukt; dit heeft geene interlinies zooals het eerste vel [A], waaraan het laatste kwartvel [C], blz. 33-35, geheel gelijk is; tijdens het afdrukken van A kon dus met het zetten van B worden doorgegaan. Maar hoeveel haast Brouwer met de uitgave van het woordenboekje ook maakte, hij nam er toch den tijd van af om enkele veranderingen te brengen in de volgorde der woorden en in sommige Russische benamingen. Nemen wij bijv. de eerste bladzijde, dan zien wij, dat de eerste elf woorden, die in Schierbeek's boekje alphabetisch op elkander volgden, hier anders geplaatst zijn en o.a. op de aal de baars volgt, de bessen bij den appel (in 't enkelvoud tegenover 't meervoud bij Schierbeek) en het bier bij het avondeten gevoegd zijn. In de Russische vertaling van dit laatste woord is dezelfde fout blijven staan: uhskin voor uhshin [užin]Ga naar voetnoot2), in die van bier is eene nieuwe ingeslopen: rihwa voor pihwa [pivo]; bessen is in beide werkjes foutief weêrgegeven door gruhscha [gruša = peer] in plaats van door jagody, maar de aardappelen, die bij Schierbeek in 't Russisch simijane kartoffelten heeten, vertaalt Brouwer met simijacke, een woord, dat noch in Groot- noch in Klein-Rusland bekend is, maar afgeleid (en verbasterd) van aarde: zeml'a. J. Heym geeft in zijn Woordenboek, naast kartoffel', zeml'anóje jábloko op, maar noch in de woordenlijsten noch in de samenspraken zijner Spraakkunst is de aardappel opgenomen en evenmin komt die in het Stade'sche boekje voor. Evenals in dit | |||||||||
[pagina 359]
| |||||||||
laatste is boter vertaald door karowie maslo [letterlijk koe-boter], welk eerste woord bij Schierbeek abusievelijk karowia geschreven is. Hoe kwam die fout - a voor e - er bij Brouwer uit? kende hij misschien het Duitsche boekje, dat aan Schierbeek's uitgaafje ten grondslag lag? In de Leeuwarder Courant dier dagen werd Brouwer's boekje niet aangekondigd, maar moet in Friesland al spoedig algemeen bekend zijn geweest; wie verderaf woonde, werd er door kennissen opmerkzaam op gemaakt; zoo zond den 23sten December 1813 de heer Van der Let, naar uit het Leeuwarder Archief blijkt, een exemplaar aan Jhr. Van Burmania te AnjumGa naar voetnoot1). Maar het kwam ook naar Amsterdam, waar de eerste Russische troepen zich den 24sten November vertoonden en door de bevolking met gejuich werden begroetGa naar voetnoot2). Hier maakte zich de ondernemende boekdrukker E. Maaskamp al spoedig meester van het boekje en kondigde in het ‘Staatkundig Dagblad van de Zuiderzee’ van Maandag, den 29sten November 1813 het volgende aan: Bij E. Maaskamp, Dam en Kalverstraat, No. 1, te Amsterdam worden heden uitgegeven:
Van het onder No. 2 vermelde ‘Hulpboekje’ schijnt de prijs al spoedig eveneens tot vier stuivers verlaagd te zijn geworden om tegen de uitgaven van anderen te kunnen concurreeren, althans in de Boekenlijst van Saakes (1814, No. 1) wordt het boekje tegen den prijs van 4 stuivers aangeboden. Ruim vijftig jaar later was het eene bibliographische zeldzaamheid geworden en zien wij het als ‘trés rare’ voor f. 5 op de boekenmarkt verschijnen, zooals blijkt uit den in 1859 bij Frederik Muller te Amsterdam uitgegeven: 'Essai d'une biblio- | |||||||||
[pagina 360]
| |||||||||
graphie Neerlando-Russe. Catalogue de livres, atlas, planches hollandais et étrangers, aux prix marqués, waarin het ‘Hulpboekje’ onder No. 184 voorkomt. En toen de firma Frederik Muller & Cie in 1894 haar' magazijn-catalogus ‘Russica’ rondzond, kon zij reeds geen enkel der in 1813/14 in Holland en België verschenen Russisch-Hollandsche, resp. Vlaamsche, woordenboekjes meer vermelden. De boekdrukker E. Maaskamp was een handig man van zaken, die al naam had gemaakt ten tijde van Lodewijk Napoleon en van alle omstandigheden snel partij wist te trekken. Zelf voerde hij pen en penseel niet onverdienstelijk, maar zucht tot winst deed hem die in dienst stellen van de tijdelijk bovendrijvende partij, zoodat hij in den veelbewogen tijd, dien hij beleefde, nogal eens gelegenheid had, van meening te wisselen. Zooals gezegd, hij was handig; en zoo nam hij Brouwer's woordenboekje, veranderde den titel en het eene en andere woord in de opschriften der hoofdstukjes, liet het ‘Berigt’ over de spelling weg, verbeterde eene enkele drukfout en gaf het uit als: ‘HULPBOEKJE // OMDE // RUSSENEN KOSAKKEN // GOED TE VERSTAAN: // IN HET Hollandsch en Russisch naar // DE Hollandsche uitspraak // GESTELD.’ // Prijs 5½ Stui- | |||||||||
[pagina 361]
| |||||||||
ver. Il Te AMSTERDAM, bij E. MAASKAMP, // Dam en Kalverstraat, No. I. // Het formaat is klein 8o, 16.5 ☓ 9.7 cM.; het exemplaar, dat zich in de K.O. Bibliotheek te St.-Petersburg bevindtGa naar voetnoot1), is in den oorspronkelijken grijsblauwen papieren omslag ingenaaid. Het boekje bevat, evenals dat van Brouwer, 35 bladzijden, heeft een gelijk aantal woorden op iedere van deze, maar is in eene en dezelfde lettersoort gedrukt. In het opschrift van het tweede hoofdstukje is EN GETALLEN vervangen door DE GETALLEN, in dat van het zesde MILITAIRE WOORDEN door dito NAMEN, terwijl boven het vierde geschreven is KLEEDEREN EN LINNENGOED in plaats van VAN LINNEN EN KLEEDERIJEN; de FEESDAGEN van Brouwer zijn tot FEESTDAGEN geworden en de ZAMENSPRAKEN hebben eene a meer gekregen: ZAAMENSPRAKEN. Voor het overige is het ‘Hulpboekje’ een letterlijke nadruk van 't Leeuwardensche ‘Woordenboekje’, zonder dat dit evenwel vermeld wordt. De Zak-Dictionnaire, die Maaskamp in zijne advertentie van den 29sten November 1813 onder No. 3 als verschenen aankondigde, is in Saake's ‘Lijst van nietnv uitgekomen boeken in den jare 1814’, No. 2, met haar' vollen titel vermeld, maar is heden ten dage in geene Nederlandsche openbare bibliotheek meer aanwezig. Uit het privaatbezit van Herman van Lit, Pred(ikant) te Schalkwijk, zooals in verbleekte inkt op het titelblad met eene oude hand geschreven is, kwam echter een exemplaar naar St.-Petersburg, dat nu der K.O. Bibliotheek aldaar in eigendom toebehoort. Het is in 16o formaat, 12.7 ☓ 10 cM., teltl-IV en 5-39 bladzijden, is in een' gelijksoortigen grijsblauw-papieren omslag ingenaaid als 't ‘Hulpboekje’ en draagt tot titel: 'ZAK-DICTIONNAIRE // VOOR // HOLLANDERS, // OM ZONDER MEESTER DE RUSSISCHE // TAAL TE VERSTAAN. // bevattende // eene verzameling van meest ge-// bruikt wordende russische // woorden, volkomen naar // de hollandsche uit- // spraak vertaald. // Prijs 4 stuivers. // Te Amsterdam, // bij E. MAASKAMP, // Dam en Kalverstraat, No. 1.// Eene reproductie van het titelblad volgt hierachter. De bladzijden III en IV worden ingenomen door een VOORBERIGT van dezen inhoud: ‘Dit klein Woordenboek alleen geschikt, // | |||||||||
[pagina 362]
| |||||||||
ten behulp om de tans dagelijks te pas ko // mende Russische taal eenigzints te kunnen // verstaan, is, schoon geheel van de Ortho- // graphie afwijkende, zoo ingericht dat men // slegts als Hollandsch behoeft te leezen. Het // is niet wel mogelijk de juiste uitspraak // van alle de woorden eener als deze hoogst- // moeielijke taal te boek te stellen, men heeft // zoo echter na mogelijk getragt hier in te vol- // doen, en de in veele woorden voorkomende // letters oe, sj, eu, ea, ee, aa, enz., in plaats // van de anders naar het voorbeeld der Duit // schers meestal gebruikt wordende u, sch, ö, ä, // eh, ah, enz., genomen, om de uitspraak // voor die geen Hoogduitsch verstaan, meer // natuurlijk en gemaklijk te maken. Een an- // der gelijk Hulpboekje in liet Hollandsch // en Russisch, inhoudende alle dagelijks voor- // komende voorwerpen, zaken zamenspraken // enz. enz., is mede bij den uitgever dezes// a 4 [sic!] stuivers te bekomen. // Als ook een om het Engelsch te leeren spree- // ken en te verstaan, in dezelfde smaak op // gesteld, en een dito voor het Hoogduitsch.// In klein kapitaal gedrukt volgt daarop [blz. 5] de tekst in twee kolommen: woordenlijsten, alphabetisch gerangschikt, waarinde Russische woorden, in Latijnsche letters omschreven, voorafgaan aan de Hollandsche, waardoor in het alphabet, dat de woordrubriekjes verdeelt, de letters C, Q, U, V, X, Y, Z ontbreken. Op den inhoud zeiven komen wij later terug. Aan dienzelfden Schalkwijkschen predikant, Herman van Lit, behoorde nog een tweede Russisch-Hollandsch woordenboekje toe, eveneens in grijsblauw-papieren omslag ingenaaid, dat, evenals de ‘Zak-Dictionnaire’ uit zijn oorspronkelijk bezit ten slotte in dat van | |||||||||
[pagina 363]
| |||||||||
de St.-Petersburgsche K.O. Bibliotheek is overgegaanGa naar voetnoot1). Zijn' naam schreef hij bovenaan op het titelblad in nu geheel verbleekte inkt; de titel zelfvan het boekje luidt: ALPHABETISCHE // NAAMLIJST // DER // in het dagelijksch leven, // meest voorkomende// RUSSISCHE WOORDEN. // TE ARNHEM,// BIJ PAULUS NYHOFF. // December, mdcccxiii. // Reeds op Donderdag den 9den December 1813 had men in het ‘Staatkundig Dagblad van het departement van den Boven-Yssel’, No. 145, deze advertentie kunnen lezen: P. Nijhoff, Boekverkooper te Arnhem, geeft uit: alphabetisch Naamlijst der, in het dagelijksche leven, meest voorkomende Russische woorden. Dit zeer beknopt Woordenboekje, met welks behulp men zonder moeite alle Russen kan verstaan, is in den tegenwoordigen tijd voor een ieder een volstrekt vereischte. De prijs is 4 stuivers. Eene week later had Nijhoff gezorgd, dat zijn boekje ook in 't Westen en Zuidwesten van ons land bij bekende firma's te verkrijgen was en kondigde hij op Vrijdag den 17den December in de ‘Utrechtsche Courant’ het volgende aan: P. Nijhoff, Boekverkooper te Arnhem, geeft uit: alphabetisch Naamlijst der, in het dagelijksche leven, meest voorkomende Russische Woorden. Hetzelve is mede te bekomen te Utrecht bij Altheer, van der Schroeff, van Paddenburg en van Terveen; te 's Gravenhage bij de Erven Thierry en Mensing; te Dordrecht bij Blussé; te Breda bij van Bergen en verder alomGa naar voetnoot2). Het werkje telt 23 bladzijden in klein 8o, 14.2 ☓ 8.8 cM., die in alphabetische volgorde 505 Russische woorden, in Latijnsche letters cursief gedrukt bevatten, naast welke zich - in de tweede kolom - de Hollandsche vertaling in klein kapitaal bevindt. De tekst is wel met interlinies gedrukt, maar boven de verschillende woordrubriekjes zijn de letters van het alphabet niet aangegeven, waarschijnlijk ten gevolge van de haast, waarmêe gedrukt werd en het gebrek aan beschikbaar materiaal, waarop ook het tweeërlei lettertype duidt. De letters I, Q, V, X ontbreken. Achter de woordenlijsten volgen [blz. 22-23] de NAMEN DER GETALEN van een tot tienduizend. Op de keerzijde van het titelblad is het volgende BERIGT te lezen: Men meent met de Uitgave dezer // NAAMLIJST het Publiek | |||||||||
[pagina 364]
| |||||||||
in de tegen-// woordige omstandigheden geenen ondienst // te doen. Gaarne zou men aan dezelve // grootere uitgebreidheid gegeven hebben, // zoo niet juist daardoor de Uitgave wa- // re vertraagd geworden en dus niet beantwoord zou hebben aan het oogmerk // om, namelijk, de BETEEKENIS DER IN // HET DAGELIJKSCH LEVEN MEEST VOORKO- // MENDE WOORDEN, tot algemeen gemak // in den tegenwoordigen tijd, optegeven. // Verder dient hier nog aangemerkt te // worden dat men er op bedacht moet zijn // om, in de russischc woorden, de U uittespreken als de hoogduitsche U of het // hollandsche OE, terwijl de ü dezelfde // klank heeft als de hollandsche U. Nog merke men aan dat de hier gevon- // den wordende russische woorden eigentlijk // niet geschreven worden zoo als wij die // hier gespeld hebben, daar men meende // het Publiek grooteren dienst te doen door // zoo naauwkeurig als mogelijk was de juis- // te uitspraak in het schrijven der woorden // natevolgen, dan wel door de regte spel- // ling in het oog te houden. // Ook in Overijssel's hoofdstad, waar de eerste Kozakken in den namiddag van den 13den November de Diezerpoort binnenkwamen en waar sedert dien dag vrij groote doortrek van troepen was, zag eene handleiding voor het verstaan der Russen het licht. Het ‘Dagblad van de monden van den Yssel’ van den 7den December bevatte de volgende aankondiging: ‘By M. TYL EN ZOON en J. DE VRI te Zwolle is gedrukt en voorts by alle Boekverkoopers in deze Stad en verders alom te bekoomen: HOLLANDSCH-RUSSISCH- WOORDENBOEKJE en dagelyks meest voorkomende Spreekwyzen ten dienste onzer Landgenooten, zoo na mogelijk naar de uitspraak of klank der woorden opgesteld, in 8 vo. de prys is 4 stuivers.’ Van dit boekje is het ons niet gelukt, eenig spoor terug te vinden; de Erven J.J. Tijl te Zwolle konden omtrent deze oude uitgave hunner firma evenmin eenige mededeelingen doen. Of er in Holland nog meer dergelijke woordenboekjes gedrukt werden, is wel denkbaar, maar konden wij tot onze spijt voor 't oogenblik niet verder naspeuren. Door Noord-Brabant en LimburgGa naar voetnoot1) kwa- | |||||||||
[pagina 365]
| |||||||||
| |||||||||
[pagina 366]
| |||||||||
men de Russische troepen echter in het begin van 1814 naar Vlaanderen en ook daar had men de noodzakelijkheid ingezien om den Russischen soldaat, zij 't dan gebrekkig, te kunnen verstaan en was de handelsgeest vanden eenen en anderen boekdrukker wakker geschud. Daar tegelijk met de Russische legerafdeelingen ook Duitsche Vlaanderen binnenkwamen en ingekwartierd moesten worden, werden woordenboekjes in drie talen samengesteld: Vlaamsch, Duitsch en Russisch en haastig op de boekenmarkt gebracht. Wie daarin is voorgegaan, weten wij niet; de boekjes zijn uiterst zeldzaam geworden, waren dat al eene halve eeuw geleden en dus moeten wij het nog als een gelukkig toeval beschouwen, dat wij er twee kunnen vermelden, waarvan het eene aan de Brugsche Stadsbibliotheek en het andere aan de St. Petersburgsche K.O. Bibliotheek toebehoort. Beide boekjes zijn te Brugge verschenen, onder denzelfden titel, zonder vermelding van jaar, maar bij verschillende uitgevers, zoodat het eene een nadruk is van het andere; welke der beide het eerst van de pers is gekomen, gelukte het ons niet te bepalen. De titel van het te St.-Petersburg aanwezige boekje is de volgende: KLEYN // WOORDEN-BOEKSKEN // VLAEMSCH, DUYTSCH // EN //RUSSISCH,// INHOUDENDE DE MEEST-GEBRUIJKTE WOORDEN // EN KLEYNE SPREEK-WYZEN, DIENENDE // OM ZIG TE VERSTAEN MET DE RUSSEN EN // DUYTSCHE. [Volgt vignet: symbolen van den landbouw]. TOT BRUGGE, // by E.-J. TERLINCK, Boedrukker en Verkooper// in de Breydelstraat, No. 10. // Het formaat van het uitgaafje is 8o, 20.3 ☓ 13 M.; het is 14 bladzijden groot, waarop de woorden en kleine zinnetjes in drie kolommen gedrukt zijn zoo, dat de Vlaamsche voorafgaan, daarop de Duitsche en ten slotte de Russische in Latijnsch letterschrift volgen. De 38 zinnetjes zijn op blz. 13 afgedrukt, waarop op blz. 14 de HOOFD-GETALLEN van een tot duizend en daaronder de woorden: rechts. slinks. regt uyt met de vertalingen vermerkt zijn. Op de keerzijde van het titelblad [blz. 2] is een // BERIGT. // van dezen inhoud te lezen: De W, word uytgesproken als de F. // TSCHE, gelyck CH, of gelyk CHET [WAELSCH], bij // exempel, TSCHESNI, word uytgesproken als of er // geschreven stond, CHESNI. // De G word altyd uytgesproken gelyk in het // Fransch; bij exempel, ZOZIGAT, als het Fransch // woord GIGOT. // Van het begin van den tekst [blz. 3] geven wij hiernevens eene reproductie. | |||||||||
[pagina 367]
| |||||||||
Het woordenboekje der Brugsche StadsbibliotheekGa naar voetnoot1) - eveneens in 8o - vermeldt het bovenaangehaalde, ‘Berigt’ niet; de tekst is echter | |||||||||
[pagina 368]
| |||||||||
letterlijk dezelfde, is ook in drie kolommen in klein kapitaal gedrukt, loopt van bladzijde 3 tot en met blz. 13 bovenaan; het overige gedeelte van die bladzijde wordt ingenomen door dezelfde reeks van kleine zinnen en in dezelfde volgorde als in het St.-Petersburgsche, waarop op blz. 14 de ‘Hoofd-getallen’ en de drie bij de beschrijving van het St. Petersburgsche exemplaar vermelde woorden volgen. De titel luidt: Kleyn || Woorden-Boeksken || Vlaemsch, Duytsch || en || Russisch, || Inhoudende de meest-gebruykte woorden en || kleynespreékwyzen, dienende om zig te ver || staeu met de Russen en Duytsche. [Vignet: symbolen van den handel]. Tot Brugge, || Bij de Weduwe De Moor en Zoon, Boek- || drukkers in de Philip Stok-straet, No. 18. || In België is noch in de Universiteitsbibliotheek van Gent, noch in de Boekerijen van Brussel, Antwerpen, Leuven of Luik een exemplaar van het bij de Weduwe De Moor en Zoon verschenen werkje aanwezig en noch daar noch in de Bibliotheek te Brugge kent men heden ten dage E.J. Terlinck's uitgaveGa naar voetnoot1). Toen Frederik Muller in 1859 zijn' vroeger genoemden catalogus in den handel bracht, was het boekje - in welke der beide uitgaven dit ook moge geweest zijn - reeds eene bibliographische zeldzaamheid; onder No. 384 kondigt hij het onder den titel: ‘Kleyn Woorden-Boeksken. Vlaemsch, Duitsch en Russisch’, Brugge, 80, voor f. 3 aan met de bijvoeging ‘rare’. Gezien het groote aantal Russische woordenboekjes van deze soort, dat in Duitschland aan de markt kwam, kan men veilig aannemen, dat er ook in België verscheidene gedrukt of nagedrukt werden; jammer genoeg, moesten nadere onderzoekingen daaromtrent in de Belgische Openbare Boekerijen voorloopig achterwege blijven. Komen wij nu tot eene meer nauwkeurige beschouwing der in Holland en Vlaanderen uitgegeven woordenboekjes, waarvan wij er in het vorige tien vermeldden, en van welke tien er zes naast mij liggenGa naar voetnoot2), dan treft ons, bij alle verschil, eene opvallende overeenkomst. Geen van alle verloochenen hunne Duitsche afkomst, hetzij er in 't bericht over de gevolgde spelling der Russische woorden onomwonden van wordt gesproken, zooals in de ‘Woordenboekjes’ van Schierbeek en Brouwer, of aan 't voorbeeld der Duitschers herinnerd, zooals in Maaskamp's ‘Zak-Dictionnaire’, hetzij dat de toevoeging tot den titel: ‘Een Nood- en Hulpboekje’, zooals in Römelingh's en Mey- | |||||||||
[pagina 369]
| |||||||||
boom's ‘Kleinen Russischen Taalmeester’ enin Kamerling's‘Woordenboekje’ dadelijk doet denken aan het ‘Noth-und Hülfsbüchlein’, dat in 1813 zonder naam van plaats en auteur in Duitschland verscheen en waarvan de Berlijnsche K. Bibliotheek een exemplaar bewaart, of innerlijke bewijzen grof-duidelijk op het oorspronkelijke voorbeeld wijzen, zooals 't geval is met Nijhoff's ‘Alphabetische(n) Naamlijst’, waarin o.m. de Duitsche Gurken tot kurken zijn geworden [vertaald door agurhez = avgurec] en de Teich in deeg [vertaald door prud] is omgekneed. In het Vlaamsche ‘Woorden-Boeksken’ geeft de Duitsche tekst zelf reeds zijne herkomst aan en in 't aan dezen voorafgaande spellingbericht wordt gewezen op de uitspraak der ž] [hieronder den invloed van 't Waalsch door g weêrgegeven] als de Fransche g, evenals in het voorbericht van den Stade'schen ‘Russischen Tolk’, waar ž evenwel naar Germaansche voorstelling door sh wordt afgebeeld. Dit in 1805, gelijk vroeger aangegeven, te Stade gedrukte Russisch - Duitsche woordenboekje ligt ten grondslag aan alle in Nederland verschenen soortgelijke werkjes; door bemiddeling van een of twee der vele in Duitschland acht jaren daarna op de boekenmarkt gebrachte dergelijke uitgaafjes, putten zij hun' stof uit dat zoo dicht bij hunne grenzen ontstane handboekje, zonder dit evenwel te kennen en zonder in de verste verte te vermoeden, dat de bron van dit laatste in Moskau, in het tweede gedeelte van J. Heym's‘Russische Sprachlehre für Deutsche’ te zoeken was, die door N. Novikov in de Universiteitsdrukkerij aldaar gedrukt en in 1789 uitgegeven werd. Het dichtst bij dezen oorsprong staan, wat de stofverdeeling aangaat, die woordenboekjes, waarin de woordenlijsten naar de onderwerpen zijn gerangschikt en waarin aan den tekst kleine samenspraken of vragen en antwoorden in korte zinnetjes zijn toegevoegd, zooals in de drie Groningsche [G1, G2, G3]Ga naar voetnoot1), het Leeuwardensche [L] en twee der Amsterdamsche boekjes: dat van Meyboom [A3] en Maaskamp's ‘Hulpboekje’ [A1]. De drie overige: Maaskamp's ‘Zak-Dictionnaire’ [A2], Nijhoff's ‘Naamlijst’ en 't Brugsche ‘Woorden-Boeksken’ bevatten, zooals wij zagen, alphabetisch gegroepeerde woorden, waarop in het laatstgenoemde evenwel de korte zinnen, maar in geringer aantal, toch nog volgen. Ten slotte zijn in het Brugsche boekje [B] en in den Arnhemschen ‘Naamlijst’ [Ar] de hoofdgetallen afzonderlijk vermeld, zooals dat ook in het Stade'sche boekje | |||||||||
[pagina 370]
| |||||||||
op blz. 52-53 het geval is, terwijl deze in de zes andere aan het tweede hoofdstukje bij het geld en de schrijfbehoeften zijn ingedeeld. In de alphabetische naamlijsten vinden wij in andere volgorde en met enkele uitzonderingen dezelfde woorden terug als in de overige woordenboekjes, en ook deze uitzonderingen gaan ten slotte terug op den Stade'schen ‘Tolk.’ Voor 't overige zijn de in Nederland gedrukte Hollandsch [en Vlaamsen] - Russische woordenboekjes ver afgeweken van hunnen oorsprong. Dat de Nederlandsche uitgevers geen Russische Iettertypen bezaten en zich deze, bij het geringer debiet niet zochten aan te schaffen, zooals hunne collega's in Leipzig, wie zal hun daarvan een verwijt maken? De uitgever Friedrich te Stade had deze evenmin en daarom trachtte hij eene omschrijving der Russische woorden in'tLatijnsche letterschrift te geven, die hen, welke 't Russisch in 'tgeheel niet kenden, eenigszins op 't spoor der uitspraak hielp; om deze nog meer te vergemakkelijken, voorzag hij de woorden van accentteekens. Van deze laatste is in onze woordenboekjes maar heel weinig overgebleven: in G1 en A1 vinden wij in de Russische rij alleen 't woord gúlden [blz. 7] van een klemteeken voorzien, in B hebben dit een vijfentwintigtal woorden, waarbij drie teekens:, onderscheiden worden ter aanduiding van de lengte der klank; dit ten minste moet de oorspronkelijke bedoeling geweest zijn, maar door de onbekendheid van den Vlaamschen drukker-uitgever met 'tRussisch slopen er fouten in de plaatsing der accenten. Aan 't Russische alphabet herinnert alleen G3, dat aan 't einde de namen der Russische letters noemt, zooals dat o.a. in het begin van den in 1813 te Essen en Duisburg bij Baedeker en Kürzel verschenen ‘Nieuwste(n) Russisch - Duitsche(n) Tolk’ het geval isGa naar voetnoot1) [III blz. 333]. Wat de omschrijving er van in Latijnsche letters betreft, bleek ons, dat behalve A1, alle in een klein voorbericht daarover iets mededeelen, waarbij A2 't uitvoerigst is en er op wijst, hoe voor Duitsche letters en letterverbindingen Hollandsche in de plaats werden gesteld. Daar deze omschrijving, door den eenen meer door den ander minder in kleinigheden gewijzigd en op den langen weg sterk verbasterd, haar' oorsprong nam uit het Stade'sche woordenboekjeGa naar voetnoot1) zullen wij haar in hoofdzaak daarmeê vergelijken. Van de klinkers is, evenals in S, de onduidelijke o in 't gemeen [niet stelselmatig] door a weêrgegeven, ‘naar de fijnere, Moskau'sche uitspraak’, zooals Jazykowski in de inleiding tot zijne ‘Russische Sa- | |||||||||
[pagina 371]
| |||||||||
menspraken’ [III, blz. 331] zich uitdrukt. De gejoteerde a, door S in den vorm ă voorgesteld, vinden wij in G1 en A1 als ä, na l, n, r als ia of ja, in een enkel geval als iäh, in A3 en Ar als ae of iaeh, in A2 als a of iaa, in B als a of ia afgebeeld. In de toonlooze eindlettergrepen heeft men zich soms met eene enkele e beholpen, evenals dat in S het geval is. De jat' geeft S weêr door e, eh, of eveneens door ă en zoo ook G1 en Ar door e of ä, soms äh, A2 door e, ee, ie, iae, A3 door e, ae, aeh, Ar door e, aeh, in een enkel woord onder klemtoon zoowel A2 als Ar door aa, B door e of ê. ie of, in een toonlooze eindlettergreep, door i. De jeru is in S aangeduid door ŭ, in minder betoonde lettergrepen door i of e, in G1 en A1 door üh of e, in A2 door uu of ee, in A3 door oeh of e, in Ar door i of e, in B door ui of i. De e onder accent, die in 't Russisch onder bepaalde omstandigheden als o wordt uitgesproken, is in S voorgesteld door ŏ of o; in alle Nederlandsche woordenboekjes is dit voorbeeld in zooverre gevolgd, dat in die gevallen meestal o, soms io of jo is geschreven. De u is, op 't voorgaan van S, in G1, A1 en Ar door u weêrgegeven, in A2 en A3 door oe, maar A3 is daarin, ondanks de mededeelingen in zijn ‘Voorberigt’, niet consequent en schrijft ook u en ui; B vertolkt de oe-klank op Fransche wijze door ou, enkele malen door u. De i is in S niet anders dan door i aangeduid en zoo is het ook in B, maar G1, A1 en A3 omschrijven i bovendien door ih, A2 en Ar door ie. Wat de medeklinkers betreft, zien wij, dat ook in de omschrijving van deze 't Duitsche voorbeeld op den voet is gevolgd, zóó dat bijv. aan z in G1, A1 en Ar de waarde van de Duitsche z is gelaten en dit ook het geval is met de letterverbindingen sch, tsch en schtsch in G1, A1, A3 en B; in het ‘Berigt’ herinnert vooraf B er aan, dat tsch moet worden uitgesproken als ch in 't Waalsch en vermeldt ten overvloede op blz. 4 bij 't woord rechtschapen: tschesni- ‘prononcez chesni’. In A2 is de Duitsche z omschreven door tz, in A3 eveneensdoor tz, maar daarnaastdoor tztz, in B door tz en ts; de letterverbindingen (Duitsch) sch, tsch en schtsch zijn in A2 weêrgegeven resp. door s of sj, tsj en sjtsj; A3 schrijft voor sch vaak stz. De Russische medeklinker, waarvan S de uitspraak vergelijkt met 't Fransche ge, gi en die daarin wordt voorgesteld door sh, wordt in de Hollandsche woordenboekjes eveneens door sh, in A3 eene enkele maal door s, aangeduid, maar in B naar Franschen trant door g. Evenals in S, is de Russische z in alle Nederlandsche woordenboekjes door s vertolkt, terwijl de Russische c, in S door ss weêrgegeven, in G1, A1 en A2 voorgesteld wordt door sz - eene enkele maal door ss -, in A3 en B door s. De Russische | |||||||||
[pagina 372]
| |||||||||
x wordt, evenals in S, in de Hollandsche woordenboekjes omschreven door ch, in B aan 't begin der woorden door h, maar aan 't einde eveneens door ch. De verscherpte uitspraak der medeklinkers aan 't einde van Russische woorden wordt in de woordenboekjes, op 't voorgaan van S, door verdubbeling van den medeklinker of door vervanging van den zachten door den correspondeerenden harden voorgesteld; zoo wordt de Russische b door w - in B eene enkele maal door v - weêrgegeven, maar aan 't einde der woorden door f, in B zelfs door ff. B verscherpt in dat geval de k tot ck, wat in geen der andere woordenboekjes voorkomt, ja, gaat in de verdubbeling zelfs zoo ver, dat het veelal de onbepaalde wijze der werkwoorden op gemouilleerde t [t'], op tt laat eindigen. In 't algemeen ziet men, dat hier een overgenomen en niet begrepen stelsel gevolgd is, wat aanleiding gaf tot eene reeks van fouten van de soort als kuhcna voor kuchna = kuchn'a [keuken] en andere. Eene andere reeks van fouten sloop in door onvolledige kennis van 'tDuitsch, dat men navolgde; enkele staaltjes daarvan gaven wij in 't voorgaande reeds; wij kunnen er vele aan toevoegen; zoo is in G1 en A1 szuchoy [suchoj] = droog, vertaald door drogen onder invloed van 't Duitsche trocken, zijn de weezen genoemd als vertolking van pschenihza = boekweit = Duitsch (Buch)weizen, geeft Ar hoog als vertaling van szwadba [swad'ba] = bruiloft: Duitsch Hochzeit en zoo meer. Een derde reeks van fouten, de langste, is het gevolg van volslagen onkunde ten opzichte van hetRussisch, waardoor de schromelijkste drukfouten zijn ingeslopen, die niet alle op rekening kunnen worden gesteld van de haast, waarmeê gedrukt moest worden; men las de woorden verkeerd en niemand kon die foutieve lezing verbeteren. Zoo vinden wij in G1 en A1 oorah voor gorah [gora] = berg, idarowje voor sdarowje [zdorov'a] = gezondheid, onech voor orech = noot, goie voor gdie = waar, nakoit voor nakrit [nakryt']=bedekken, uhstrira voor uhstriza [ustrica] = oester, Schwerd voor Schweed [Šved] = Zweed, Tatahain voor Tatahrin [Tatarin] = Tataar, in Ar priloskit voor priloshit [priložit'] = toevoegen, in A2 tot strelossit verbasterd, bachbuschka voor bahbuschka [babuška] = grootmoeder, welk woord in A 2 tot bakboesjka verminkt is, piszno voor piszmo [pis'mo] = brief - eene fout, die ook in A3 voorkomt - plohsootschad voor plohschtschad [ploščad] = plaats - vertaald door markt in Ar -, in A2 toekoo voor roekoe [ruku] = hand, A3 pihma voor pihwa [pivo] = bier, bistotschik voor listotschik [listočik] = blaadje en tal van andere fouten, | |||||||||
[pagina 373]
| |||||||||
te veel om op te noemen. Uit het feit, dat verscheidene van deze zich in verschillende woordenboekjes herhalen, blijkt, dat de eene uitgeverden ander nadrukte; enkele fouten komen in al de in ons bereik zijnde Hollandsche woordenboekjes gelijkelijk voor, zoo bij v.jeohati voor jechati = rijden. wat op eenzelfde bron wijst, waarin dit woord -gelijk ook de andere - reeds foutief gedrukt was. Dat die bron een gemeenschappelijke Duitsche was en de uitgevers-samenstellers geene moeite deden, dat de verheimelijken, blijkt ook uit de kleine samenspraken, die in G1, A1, A3 en B meêgedeeld zijn en, zooals wij vroeger zagen, ten slotte teruggaan op J. HEYM's ‘Russische Spraakkunst’. Uit HEYM's dialogen gaf S in een zeer verkorten vorm een uittreksel, dat wederom verkort in de bovengenoemde Hollandsche woordenboekjes eene plaats vond. Waar in de oorspronkelijke bron plaatsaanwijzingen met Moskau verbonden zijn, veranderde S die, voor zoover zijn samensteller die overnam, in plaatsnamen uit de omgeving van Stade; andere woordenboekjes, bijv. die in Thuringen gedrukt werden, gaven daarvoor plaatsbepalingen uit het Thuringsche; de Hollandsche uitgevers drukten in hun haast hun Duitsche voorbeeld eenvoudig na en waar S o.a. vraagt: ‘waar reist ge naar toe?’ en antwoordt ‘ik reis naar Hamburg’, daar luidt 't antwoord in Groningen, gelijk in Amsterdam ‘naar Hamburg’. Een enkel, trouwens zeer verbasterd, zinnetje, dat S niet heeft, maar zoowel in G1 en A1 als in A3 voorkomt, verraadt ook Duitsche af komst; het luidt in 't Hollandsch: ‘verstaat gij mij?’, maar in 't bijkans onherkenbare Russisch: ‘rosimi pomiezki’ voor ‘rozumejte li Vy po nêmecki?’ d.i. verstaat gij Duitsch?’ Uit enkele Poolsche woorden en zinnetjes, zooals zimno in plaats van Russisch cholodno voor koud. zotto jest pannih? [co to jest. panna?] naast Russisch tschto eto? = wat is dat? blijkt, dat bij de samenstelling der woordenboekjes wel eens de raad van ingekwartierde gasten, in dit geval van militairen - hoogere of lagere - van de Poolsche grenzen, uit Lithauen of de Ukraine, werd ingeroepen. Daar Schierdeek's woordenboekje [G1] vier dagen na 't binnenkomen der eerste Russische troepenafdeelingen in Groningen, van de pers kwam - de Poolsche woorden en zinnetjes werden vervolgens ook in A1 en A3afgedrukt-, is het niet aan te nemen, dat de Hollandsche uitgever in eenige betrekking, welke ook, stond tot de nieuwaangekomen vreemdelingen en moeten wij wel denken, dat ook in dezen een gedrukt voorbeeld uit 't Duitsche nabuurland werd nagevolgd. Maar ondanks alle onvolkomenheden: de gedachtelooze fouten, de | |||||||||
[pagina 374]
| |||||||||
bewijzen van algeheele onkunde ten opzichte van de taal, die men den landgenooten vertolken wilde, de onzelfstandigheid der samenstelling, hebben deze kleine Hollandsch- en Vlaamsch-Russische woordenboekjes eene niet te onderschatten beteekenis. Zij waren producten van één' dag, luchtig in elkander gezet, haastig gedrukt, met ophef aangekondigd, spoedig van de hand gedaan, en werden snel vergeten, maar door de tijden heen spreekt uit hen een stuk volksleven, ontwikkelingsgeschiedenis en - vergeten landsgeschiedenis. Van ditlaatste nog een enkel staaltje; wij doen daarbij een greep uit de laatste historische bescheiden ten onzent: in het eerste deel van het ‘Gedenkboek’ wordt op blz. 231 in dankbaarheid v. Bülow herdacht. o.a. voor zijn snel oprukken naar Utrecht. Maar dat de sleutels van Utrecht - evenals die van Breda en enkele andere steden - zich te St.-Petersburg in de Kazansche cathedraal bevinden, spreekt van eenedaad der Russische troepen, die wij noch in het ‘Gedenkboek’ noch in eenig ander Nederlandsch historieboek vermeld vinden. Lang hebben wij ons laten blinddoeken door de officieële geschiedschrijving onzer Pruisische naburen; te lang hebben wij verzuimd inzage te nemen van de Russische bronnen, die onze kennis van het tijdperk onzer bevrijding van de Napoleontische overheersching in vele opzichten breeder en juister hadden kunnen helpen maken. En onwetend zijn wij gebleven ten opzichte van het volk, dat op anderen bodem dan wij opgegroeid, onder gansch andere omstandigheden levend, zeden en gewoonten, gedachten en inzichten, vaardigheden en talenten heeft, die zich scherp onderscheiden van de West-Europeesche. In de aanhangsels tot de hier vroeger besproken Duitsch-Russische woordenboekjes en in afzonderlijke Duitsche en Fransche uitgaafjes, die bij ons in Hollandsche vertaling navolging vonden, werd er op gewezen, hoe diezelfde ruwe, onhandelbare Russische soldaten, die als ‘Kozakken’ de schrik waren van stads- en landbevolking, geheel andere menschen bleken te zijn, als men hen in hunne taal toesprak of zich moeite gaf, hen te verstaan. Nu, na honderd jaar is die taal nòg voor ons een gesloten boek en hebben wij geene zelfstandige pogingen gedaan om haar in haar leven te verstaan.
St.-Petersburg, Utrecht, December 1912. A.C. Croiset van der Kop. G.A. Evers. |
|