Varia.
De overlangsche rugtitel.
De vraag, of de overlangsche rugtitel van een boek van onder naar boven, of van boven naar onder moet loopen, is tot nu toe nog niet met algemeene stemmen opgelost, hetwelk kan blijken, behalve uit al datgene wat links en rechts erover geschreven wordt, ook uit eene mededeeling, voorkomende in de afl. Juli-Aug. 1913 van het Zentralblatt für Bibliothekswesen, S. 350. Zooals daar vermeld wordt, heeft de Allgemeine Anzeiger für Buchbinderei (Stuttgart) een rondvraag daaromtrent gedaan, en de meest uiteenloopende antwoorden ontvangen. Twee inzenders hebben zelfs in ernst voorgesteld, den titel tweemaal te laten drukken, eens van boven naar beneden en eens andersom, zoodat beide titels in het midden van den rug bij elkander komen.
De verdedigers van de richting: van beneden naar boven, geven over het algemeen als hun gevoelen aan, dat het de meest natuurlijke is, en dat de titel, wanneer het boek op het boekenrek staat, dan gemakkelijker leesbaar is. Al zegt het Zentralblatt het niet uitdrukkelijk erbij, toch ligt het voor de hand, dat de verdedigers van de tegenovergestelde richting, van boven naar onder, veelal wel precies dezelfde redenen voor hun gevoelen zullen aanhalen. En m.i. terecht. Nog wijzen deze laatsten erop, dat door de richting: van boven naar beneden, de titel ook leesbaar blijft, wanneer het boek liggend wordt bewaard in zijn natuurlijken toestand, nl. met het titelblad boven.
Onlangs heeft ook de Heer J.C.M. Mensing bij de bespreking van P. Kersten's Der exakte Bucheinband in dit tijdschrift (afl. Mei 1913, blz. 185v.) zijn gevoelen omtrent dit punt uitgesproken. Volgens hem is het ‘logisch,’ dat de titel van beneden naar boven loopt, omdat bijv. een drukker, die overlangsche tabellen drukt, van links onder naar rechts boven werkt, en eveneens iemand, die een vel papier overlangs beschrijven gaat. Evenals de Duitsche voorstanders geeft ook de Heer Mensing als zijn gevoelen te kennen: ‘Mij dunkt, men is ook geneigd een rugtitel van links onder naar boven te lezen.’ Toch voelde hij óók wel de moeilijkheid, die ontstaat, wanneer bijv. een boek op tafel ligt, daar dan de titel op zijn kop komt te staan Evenwel blijft hij bij den titel van beneden naar boven, omdat die logischer is.
Hopende bij niemand ergernis op te wekken, noch bij den Heer Mensing, noch bij zijne collega's boekbinders, meen ik op de eerste plaats als mijn gevoelen te mogen uitspreken, dat in deze kwestie niet de boekbinders of boekdrukkers, doch de menschen, die de boeken gebruiken, het laatste woord moeten hebben. Zij toch zijn het, die van den morgen tot den avond telkens allerlei boeken uit hun boekenkast moeten halen, en daarom zijn zij eigenlijk de ‘mannen van de praktijk.’ Het is bepaald jammer, dat bij de vermelde rondvraag in Duitschland ‘von Bibliothekaren... sich nur wenige geäussert (haben)’, zooals het Zentralblatt mededeelt. Waren er meer antwoorden van bibliothekarissen en andere wetenschappelijke menschen ingekomen, dan twijfel ik niet, of de meerderheid zou zonder aarzeling gestemd hebben: van boven naar beneden, en niet omgekeerd.
Laten we ons de zaken eens praktisch voor oogen stellen. Een overlangsche titel wordt alleen gebruikt op een dun boek, en dunne boeken treft men weinig aan in 2o en 4o formaten, doch veelal in 8o en kleinere formaten. Nu wil niet alleen de usance, maar ook het gemak, dat in een boekenkast de folianten en