Varia.
Van een oud boekje over Holland.
Batavia: or the Hollander displayed. Being three weeks observations of the Low Countries, especially Holland. In brief characters and observations of the people and country, the government of their state and private families, their virtues and vices. To which is added, a perfect description of the people and country of Scotland.
[By Owen Felltham], Amsterdam, printed by the widow of Stevin Swart, bookseller, near the Exchange. 1686. 12o.
Van dit boekje verscheen in 1652 de eerste uitgave onder den titel: ‘A brief character of the Low Countries under the States. Being three weeks observations of the vices and virtues of the inhabitants’; het had tot motto ‘Non seria semper’ en evenals de door mij gebruikte ex. als voorwoord een brief, waarin de schr. zich beklaagt dat er reeds twee ‘pirated editions’ van verschenen waren. Hiermede werd bedoeld het reeds in 1648 verschenen boekje: ‘Three moneths observations of the Low Countries, especially Holland. Containing a brief description of the Country, customes, religions, manners and dispositions of the people.’ Hiervan verscheen in 1652, dus hetzelfde jaar van uitgave van de eerste geautoriseerde editie, doch vóór het verschijnen van deze, een herdruk getiteld: ‘A true and exact character of the Low Countreyes, especially Holland. Or the Dutchman anatomized and truly dissected. Being the series of Three moneths etc.’ De geautoriseerde uitgave werd herdrukt o.a. in 1660 en 1662, toen de naam van den schrijver op het titelblad stond ‘Owen Feltham’. Nog in 1697 verscheen hiervan in Londen een herdruk, echter evenals de door mij genoemde uitgave zonder naam van den auteur. Deze beide laatstgenoemden bevinden zich in de ‘Königliche und Provinzial-Bibliothek’ te Hannover en zijn door mij geraadpleegd. Bovendien moet er nog een Hollandsche vertaling van bestaan: Batavia of den ontployden Hollander. 1684.
Zooals de titel reeds doet vermoeden, vooral die van de ‘pirated’ editie van 1652 bevat dit boekje geen reisverhaal, maar een parodie op ons land en zijn bewoners, waarvan de ‘vices’, de ondeugden breed worden uitgemeten en de deugden belachelijk gemaakt. Ofschoon niet zoo grof van taal als de in 1699 verschenen Trip to Holland (zie Knuttel, catalogus van pamfletten; No. 14446), doet 't er toch vaak aan denken. Van ons land zegt hij o.m., dat het is ‘a green cheese is pickle’, ‘an aequilibrium of mud and water’ en van de Hollanders, die hun huizen schooner dan hun lichamen houden, en hun lichamen reiner dan hun zielen en die hun vrienden niets beters kunnen toewenschen, dan ‘that you dy'd in clean linnen’, zegt hij, dat ‘Their country is the God they worship. War is their heaven. Peace is their hell: and the Spaniard is the devil they hate. Custom is their law; and their will reason.’ Toch zegt hij ook van de Dutchmen, dat zij de mieren (the pismires) van de wereld zijn, dat zij door hun nijverheid ‘all the fruits of the vast earth their own’ maken, ook hun trouw en hun aanhoudendheid (constancy) in den handel wordt door hem geprezen, terwijl hij op bldz. 53 de historie der Hollanders bij een spiegel vergelijkt ‘they are a glass, wherein kings may see’ en de volgende woorden zijn cursief gedrukt: ‘that though they be soveraigns over lives and goods, yet when they usurp upon God's Part, and will be kings over conscience too, they are sometimes punish'd with loss' of that which lawfully is their own.’