| |
Uit Noord- en Zuid-Nederlandsche Bibliotheken.
Amsterdam. - Bibliotheek der vereeniging ‘Geloof en wetenschap,’ Heerengracht 415. - Kataloog, 1 Oct. 1911. xii + 150 bladz.
Deze ‘Roomsch-katholieke Wetenschappelijke bibliotheek’ bestaat nog slechts weinige jaren. In October 1606 werd de eerste kataloog uitgegeven, waarin vermeld werd dat sinds 1 Jan. 1905 reeds meer dan 2700 boeken waren uitgeleend. Daarop verschenen twee Supplementen, en al in 1909 kwam een tweede druk, die nu door een derden is gevolgd. Hetgeen ‘ter inleiding’ wordt meegedeeld is onderteekend door den Voorzitter F. Hendricks S.J.; de catalogus is bewerkt door den heer B. Tepe. In de inleiding komt de eigenaardige moeielijkheid ter sprake die voor een Roomsch-katholiek bibliotheekbestuur bestaat, het toezicht op de lectuur. Wat de bepaald verboden boeken betreft is deze niet groot; die zijn met de letter Ind. aangeduid en in de Bestuurskamer in een afzonderlijke kast gezet. Maar hoe te doen met andere boeken, die toch in handen van sommige lezers verkeerd kunnen werken? Het Schijnt mij van belang, hier af te drukken wat daarover gezegd wordt.
‘Andere boeken, die dus geen verboden boeken zijn, en die wij opnamen, daar zij voor vele lezers onmiskenbare waarde en aantrekkelijkheid bezitten en door menigeen zonder gevaar kunnen worden gelezen, hebben wij toch geteekend met de letter V.d.i. “Voorbehouden”, omdat wij deze boeken niet zonder méér voor een ieder geschikt achten. Er is immers een zekere naturalistische schrijftrant, die met het Hollandsche karakter niet immer strookt; er is een kring van denkbeelden, waarin zich niet ieder zonder gevaar kan begeven, tenzij rijpere levens- | |
| |
en wereldervaring dit wettigen; er is een gebied van wetenschap waarop ongewijden in die wetenschap zich niet kunnen bewegen, zonder zoowel hun hartstocht te prikkelen als hun denkbeelden te verwarren; er is een wereld van gebeurlijkheden, waarvan menig òòk beschaafd mensch geen kennis draagt en waarin men niet moet worden ingewijd door een luchtig geschreven roman. Boeken van dit karakter zijn niet voor ieder geschikt. Deze boeken teekenden wij dus met een V.d.i. “Voorbehouden”. Zoo handelt ook, onder ieders toejuiching, de beroemde keurboekerij te Leuven. Ieder raadplege nu onbevooroordeeld zijn geweten en handele zoowel volgens die duidelijke inspraak als volgens de ervaring, welke eerlijke zelfkennis aan ieder weldenkend mensch verschaft. Het subjectief element blijft hier beslissend; het objectief element scherper aanduiden vermocht niet Leuven's boekerij, ook wij vermochten het niet.’
De boekerij bevat blijkens den catalogus boeken over alle vakken van wetenschap en menschelijk denken, godsdienst en wijsbegeerte, sociale- en staatswetenschappen, recht, geneeskunde, geschiedenis, kunst en letteren. Betrekkelijk klein zijn de afdeelingen natuurwetenschappen en aardrijkskunde. Tijdschriften zijn er maar heel weinig. De indeeling is met liefde en zorg gemaakt, maar de titels zelve zijn wel heel kort; jaar en plaats van uitgaaf worden niet vermeld. Op den duur zal men, bij geregelden aangroei van de boekerij, wel tot een nieuwe volledige catalogiseering moeten overgaan; misschien zou het zaak wezen dit hoe eer hoe beter te beginnen.
B.
| |
Amsterdam. - Bibliotheek van de Vereeniging voor den effectenhandel. -
Van deze boekerij verscheen een catalogus van 31 bladzijden; het is eene lijst van 417 werken, zonder eenig stelsel opgenoemd. De meeste boeken hebben betrekking op financiën en handel. De titels zijn meerendeels vrij nauwkeurig; men vindt er echter ook van dezen aard: 19. Atlassen en kaarten.
| |
Amsterdam. - Bibliotheek van het Centraal bureau voor onderwijs-adviezen van den Bond van Nederlandsche onderwijzers. Amst., Const. Huygensstr. 118, - Catalogus, 52 bladz. -
Dit catalogusje begint met een Algemeen gedeelte; eerst zeven titels zonder nader opschrift over uiteenloopende onderwerpen, waarmee de samensteller blijkhaar geen raad wist, verder een aantal vaak zeer kleine rubriekjes, gerangschikt zooals het toeval dat meebracht. Van meer belang zijn sommige latere afdeelingen, b.v. over schoolhygiene enz., over spraakgebrekkige en achterlijke kinderen. Over 't algemeen is de titelbeschrijving slordig, de druk in drie kolommen (signatuur, schrijver en titel) is niet fraai, de spelling is afwisselend die van de Vries en te Winkel en de ‘vereenvoudigde’, Het boekje kan zeker zijn nut hebben, daar het over bepaalde onderwerpen die bij onderwijzers belangstelling vinden, eenige titels bijeen geeft. Groeit de boekerij aan, dan zal eene veel zorgvuldigere catalogiseering noodig zijn.
| |
Gent. - Untversiteitsbibliotheek. -
Supplément à la liste sommaire des Principaux Fonds entrés à la Bibliothèque de la ville et de l'université de Gand, sous la direction de Mr. vander Haeghen, de 1861 à 1911. - Archéologie de Russie et sacre de l'empereur (don de l'empereur de Russie). - Collection des arréts de la Haute-Cour de La Haye et de Berlin, 233 vol. - Estampes d'Hogenbergh. - Tous les plans des monuments de Gand et d'autres localités, et carnets de voyage de Louis Roelandt (don de Mr. Maeterlinck). - Corps de bibliothèque en style Louis XV (acquisition du gouvernement en faveur de la section gantoise). - Bon de Rothschild, anciens auteurs français (don). - Sir Maxwell Stirling, Charles-Quint et ses autres oeuvres (don). - L'Indépendance belge (don de Mr. Rolin). - Architecte Van Assche, plans originaux d'églises de Belgique et de plus 150 volumes de bibliographie (don). - Dr A. de Burggraeve, ses nombreux manuscrits et autres ouvrages (don). - Bon J. de Saint-Genois, voyageurs belges à l'étranger (don). - Album Ad. de Meulemeester offert par la Commission des hospices (don de la famille). - Professeur Cumont, lot de papyros trouvé dans le Fayoum, actes officiels, lettres de comptes des 1er et 2e siècle (don). - Pennoy, livres à usage d'école (don). - Van Leerberghe, éditions aldenardaises et gantoises (don), -
| |
| |
Polydore Vander Meersch, archiviste, éditions gantoises (don). - Pycke de ten Arde. documents de famille (don). - Van Meldert, manuscrits généalogiques (don de Mr Stockman). - Ch. Ledeganck, manuscrits originaux; correspondance littéraire (don de Madame Coghen et Mr Ledeganck). - Archives van Huerne (don du bon de Pélichy. - Callion, chroniques (acquisition par l'entremise du bon Snouckaert). - Duc de Loubat, ses écrits sur le Mexique (don). - Archives de Lichtervelde, branche cadette (don). - Madame Van Wesemael, don des livres de son mari. - OEuvres du graveur Thiberghien. - Nap. de Pauw, les registres manuels de Liévin Bauwens (don). - Le manuscrit original de Marc van Vaernewyck (acquisition). - Les brevets d'invention, 4900 vol. (don du gouvernement anglais). - Aquarelles du flanqueur Wynants (acquisition). - F. vanden Bemden, histoire des rues de Gand; collection considérable de documents généalogiques sur les families de Flandre (don). - Serrure, manuscrits du moyen-âge (acquisition de la ville). - Félix de Vigne, ses précieux manuscrits sur les costumes anciens, et cortèges des comtes de Flandre; dessins originaux (don de Mme F. de Vigne). - Mme César de Cock, magnifiques albums offerts à son mari par les artistes gantois, plus un nombre considérable des dessins de C. de Cock (don). - Baron d'Anethan, ministre d'état, documents présentés aux chambres législatives et généalogie de la famille de Jonghe (don). - OEuvres de Léopold Delisle (don). - OEuvres d'émile Picot (don).
- Armorial des échevins et notables de Gand par Vander Schelden, XVIe siècle (aquisition de la ville). - Émile Varenbergh, ancienne cour féodale de St-Bavon, ms. (don). - Gazette des tribunaux (don de Mr le prof. Montigny). - OEuvre complète du lithographe Fl.
Van Loo (don). - Massy, égyptologie (don de Mr Massy père). - Callier, collection d'ouvrages de droit (don). - Ancienne société de commerce à la bourse, journaux de l'empire, etc (don de Mr de Cock). - Les relations originales des entrées de Charles-Quint, à Messines, à Rome, à Paris, à Bologne, etc. (don). - Liste de présence, avec les signatures, des membres de la 2e Conférence de la paix à La Haye (don de Mr Beernaert). - Les manuscrits de Léon Verhaeghe de Naeyer (don de Mme Verhaeghe de Naeyer). - Héritiers de Mr Logeman à la Haye, plusieurs revues importantes (don). - Phil. Blommaert, sa correspondance littéraire (don). - Baron de Nève, registres de la famille gantoise Sersanders de Luna (don). - Un tournoi à Gand en 1531 (acquisition). - Dessins de Van Poucke, Verboeckhoven, Madou, etc. (don). - Fr. Huet, correspondance, lettres de Proudhon, Sainte-Beuve, Gambetta, Sadi-Carnot, Jules Simon, Milan Obrenowits, etc. (don de Mr le prof. Frédericq). - Collection de journaux (don de Mr de Koninck de Bruxelles). - Documents et correspondance au sujet de Port-Breton, par le marquis de Rays (don du bon Casier). - Chef-confrérie de Saint-Georges. Collection complète de ses archives (don). - Chef-confrérie de Saint-Antoine. Les archives anciennes (don). - Chef-confrérie de Saint-Michel. Les archives anciennes (don). - Chef confrérie de Saint-Sébastien. Les pièces de théâtre (don). - Les archives de la famille du bon van Pottelsberghe de la Potterie (Inventaire confié à Mr Coppieters Stochove, non encore terminé), enz.
Du temps de Monsieur le baron de Saint-Genois la bibliothèque de Gand contenait environ 80, 000 volumes. Elle en contient aujourd'hui au-delà de 400, 000.
Gand, mai 1912.
| |
Leiden. - Universiteitsbibliotheek. -
Codices manuscripti III. Codices Bibliothecae publicae Latini. Lugduni Batavorum, E.J. Brill, 1912. 17 + 226 bladzijden. 8o.
Deze omvangrijke handschriftencatalogus sluit zich als derde deel aan bij de vroeger in het Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen (VIII 166, IX 83) besproken catalogusjes van de collecties Vulcanius en Scaliger. Het boek brengt meteen het antwoord op de bij bespreking van het eerste stuk gestelde vraag; we krijgen werkelijk na lange jaren van voorbereiding een nieuwen grooten catalogus van de geheele Leidsche handschriftenverzameling. Het blijkt nu, dat voor goed afgezien is van het vroeger - reeds onder Pluygers en Du Rieu - gekoesterde plan om een algemeenen catalogus te maken, die geene rekening zou houden met de
| |
| |
herkomst der handschriften, maar alle codices van eenzelfden schrijver onmiddellijk na elkaar zou beschrijven. De collecties met eigen naam zijn in haar geheel gelaten, en zullen elk afzonderlijk worden beschreven, nl. na de Vulcaniani en Scaligerani de Vossiani, Hugeniani, Perizoniani, Lipsiani, Papenbroeckiani, de codices van Petrus Cunaeus, van Prosper Marchand, de Burmanniani, Gronoviani, Oudendorpiani, Hemsterhusiani, Ruhnkeniani, en de verzamelingen van Joh. in de Betouw, Wyttenbach en W.M. d'Ablaing.
Naast deze speciale verzamelingen zijn onder den naam Bibliotheca publica alle andere handschriften - afgezien van de Oostersche - bijeengebracht, met dien verstande, dat de Grieksche van ouds eene zelfstandige reeks vormen, en dat de andere Serie, de Codices Latini, nu ook weer in tweeën gesplitst is door vorming van een nieuwe reeks, de Miscellanei, de handschriften bevattende die met klassieke talen en klassieke wetenschap niets te maken hebben. Bij deze scheiding zijn de vroegere nummers behouden; de beschrijving begint nu met B.P.L. 1 en eindigt met B.P.L. 2012, maar bevat geenszins een aantal van 2000 codices. Op B.P.L. 2 volgt B.P.L. 4, op B.P.L. 1447 volgt B.P.L. 1507, en dan B.P.L. 1576, op B.P.L. 1956 volgen B.P.L. 1994 tot 2012. Dit laatste reeksje was vroeger onjuist onder de codices Graeci opgenomen, en heeft dus wel van naam en nummer moeten veranderen. Trouwens ondanks het streven om zoo weinig mogelijk van oude nomenclatuur af te wijken zijn er toch twee tabelletjes noodig om aan te wijzen welke nummers de in den catalogus van 1674 en in dien van Geel (1852) beschreven codices nu hebben.
Het voorwerk geeft een zeer beknopt en helder overzicht van alle vroegere catalogussen, en brengt bovendien een allermerk-waardigste toegift, een catalogus door Paullus Merula in 1607 opgesteld en aan Curatoren opgedragen. Het opschrift luidt aldus:
Register van alsulcke Boucken ende andere dinghen in de welcke beneffens eenighe groote stucken (als sijn Biblia Regia, Thalmud Babylonicum, Bibliotheca Patrum, Oceanus Juris ende dierghelijcke) voornamelick bestaet de weerdigheyd van de Bibliotheque opghericht tot behouff ende gherijff van de professoren ende de lidtmaten van de Universiteyt in de Stadt Leyden; meest al bestedet, ende rustende aldaer off in het Cantoor off twee Cassen aen de Noordzijde van het voors. Cantoir.
Deze lijst die in druk negen bladzijden inneemt (vii-xv) bevat niet uitsluitend ‘Boucken mit de handt gheschreven in Latijn’ en enkele ‘in Grieckx’, maar ook ‘Boucken in druck uytghegheven doch mit gheschreven Exemplaren gheconfereert’, ‘Boucken verciert ende gheillustreert mit de handt ende aenteyckeninghen van gheleerde Mannen’, en ook ‘Boucken van ouden ende welgheachten druck’. Bij deze laatsten is uitgaaf en jaar meestal zorgvuldig genoteerd, en doorgaand is de herkomst van de vermelde boeken en handschriften aangegeven. Aan het slot volgen nog deze belangrijke rubriekjes: ‘Boucken uyt verre landen ghebracht’, ‘Caerten’, ‘Caertboeken’ en ‘Globen’. De laatsten zijn zes in getal: Globus caelestis et terrestris Gerardi Mercatoris; Globus caelestis et terrestris Iodoci Hondii; Sphaerae manuales, communis et Copernici.
Over de handschriftenverzameling zelf behoeft hier niet veel gezegd te worden. Zij is ook na uitscheiding van de miscellanei nog van zeer gemengden aard. Naast tal van belangrijke oude codices vindt men er een overgroot aantal excerpten, collaties en dictaten van geleerden uit verschillende tijden. De beschrijving is beknopt, en geeft den indruk van zorg en nauwkeurigheid, evenals de indices. Een alphabetische index op de auctores vult tien bladzijden (193-212) van twee kolommen; dan volgt een systematisch overzicht van de anonyme werken (212-217), en alfabetische lijsten van de personen in dedicaties, adressen enz. genoemd, van de initia, van de bezitters en van de scribae (217-225). De laatste bladzijde geeft enkele addenda en wijst één onbeteekenend drukfoutje aan.
| |
Paramaribo. - Koloniale Bibliotheek. - Catalogus. Paramaribo. H.B. Heyde, 1911. 163 bladz. -
Over de geschiedenis, de plaatsing en het gebruik van de boekerij die in dit boekje beschreven wordt, wordt ons niets meegedeeld. Daar het aan de Amsterdam- | |
| |
sche Universiteitsbibliotheek ten geschenke gezonden is door den Inspecteur van het onderwijs in Suriname, zullen we wel mogen aannemen dat de boekerij eigendom van het gouvernement der kolonie is en onder het beheer van den Inspecteur van het O. staat. En we zullen het dan denkelijk aan dezen waardigheidsbekleeder te danken hebben dat van de niet onbelangrijke boekenverzameling nu een catalogus de wereld ingezonden is. Ruim 3000 nummers zijn in het compres gedrukte boekje beschreven, en daaronder zijn er, die een aantal werken samenvatten. Het geheel is in elf groote groepen gedeeld, eene verdere indeeling is niet aangegeven. De verzameling is van algemeenen aard, maar belangrijk is zij alleen om het overwegend groote aantal werken met betrekking tot de koloniën. Ik laat hier enkele bijzonderheden volgen, die bij doorbladering mijn aandacht trokken.
In de algemeene afdeeling A wordt het een en ander meegedeeld over het Nutsdepartement, dat twee maal eenigen tijd te Paramaribo bestaan heeft, en de daardoor uitgegeven almanakken, over andere Surinaamsche almanakken en Surinaamsche couranten, over het genootschap Oefening kweekt kennis dat van 1853 tot 1858 bestond. De tijdschriftenbeschrijving in deze afdeeling is overigens zeer lastig, bijna onbruikbaar; het is haast niet te zien of eene reeks er compleet te vinden is of niet. Zoo vind ik van de Koninkl. Acad. v. Wetenschappen het Jaarboek vermeld op blz. 3 onder no. 28; de reeks loopt met een paar leemten van 1858 tot 1878; ik verwonder mij reeds dat dat al 't aanwezige zijn zou. Verder kijkende vindt men echter op de volgende bladzijden telkens weer iets: onder no. 44 Versl. en meded. 1870, een heel eind lager (44a tot 44b vermelden andere werken) onder 45 het Jaarboek verder (met leemten) tot 1896, onder 46 de Versl. en meded. van de afd. Letterk. tot 1896, van Natuurk. tot 1892, onder 47 de Versl. der zittingen van de wis- en natuurk. afd. tot 1896, onder 89 de afd. Letterk. tot 1906, onder 90 de wis- en nat. afd. tot 1910, onder 91 het Jaarboek tot 1906, onder 97 de afd. Letterk. tot 1909. Evenzoo zijn de werken van de Maatsch. v. nijverheid en die van het Inst. v. Ingenieurs over tal van nummers verspreid; en zoo vindt men Surinaamsche almanakken behalve op blz. 3 ook weer op blz. 7 en op blz. 8.
Afdeeling B, Bibliographie is wel wat arm en verouderd; dat zij nog 111 nummers bevat, komt door de Washingtonsche publicaties van de Library of congress die zeer uitvoerig beschreven zijn (no. 39-111).
Afdeeling C, Aardrijkskunde enz. (in 't geheel 428 nummers) bevat zeer veel over West-Indië, maar daarbij slechts enkele zeventiende-eeuwsche uitgaven; no. 1 is Jon. de Laet, Nieuwe Wereldt, Leyden 1625.
In Afd. D, Geschiedenis en oudheidkunde valt de aandacht op no. 4: Verzameling van eenige journalen van de Gouverneurs van de Kolonie Suriname (handschriften)in 23 banden fol., gedateerd van de jaren 1728 tot 1811, en een paar andere handschriftjournalen. In afd. E. Staatkunde enz. zijn eveneens groote verzamelingen octrooijen en staatsstukken betreffende de West-Indische compagnie en de koloniën; veel heeft ook betrekking op de vrijlating der slaven.
De volgende afdeelingen zijn van minder speciaal belang. F, Godgeleerdheid en kerkel. gesch. bevat veel over de zending enz. G. Taal- en letterk., fraaie kunsten, onderwijs 't een of ander over het neger-engelsch. - Tot mijne verbazing vind ik hier weer Versl. en meded. van de Kon. Akad.v. wet. afd. letterk. - H. Geneeskundige wetensch. bevat nog al wat over tropische ziekten. I, Natuurk. en natuurhist. wet. begint weer met het Kon. Instituut en de Akad. v. Wetensch., maar heeft verder eene verzameling van botanische geschriften, meerendeels tot de flora van Suriname betrekking hebbende. K, Landbouw enz. begint weer met de Maatsch. i. bev. v. Nijverheid, en bevat verder over cultures nog al veel. L, Land- en zeekaarten, plattegronden, teekeningen, portretten, enz. heeft 111 nummers; mijn oog valt niet op bijzonder belangrijke stukken.
Jammer dat een alfabetisch register ontbreekt. Zou dezelfde autoriteit die toch arbeidskrachten en middelen heeft kunnen vinden voor het maken van den catalogus, niet nog een tweede stuk kunnen geven, een register dat het boek eerst goed bruikbaar zou maken? De op zoo wonderlijke manier verspreide serie-titels zouden dan ten minste ook te vinden zijn, zonder doorbladering van het geheele boek.
B.
|
|