De Boekenwereld. Jaargang 32
(2016)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
Jan Struys in Azië
| |
[pagina 79]
| |
In 1676 verzorgden de Amsterdamse boekhandelaren Jacob van Meurs en Johannes van Someren de uitgave van Drie aanmerkelijke en zeer rampspoedige Reysen, volgens de titelpagina geschreven door Jan Jansz Struys (1630-1694). Een groot deel van dit ooit vermaarde werk - tot het midden van de achttiende eeuw verschenen talrijke edities, niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Frans en Engels - is gewijd aan Azië.Ga naar eind1 Ondanks het prominente vertoon van Struys' naam als auteur is het hoogst onwaarschijnlijk dat hij verantwoordelijk was voor de beschrijving en het beeld van het zeventiende-eeuwse Azië in dit boek. Al eerder heb ik enige malen betoogd dat alleen met enige zekerheid het derde deel van Reysen mag worden gezien als een bij tijd en wijle authentiek relaas over Azië, gebaseerd op de ervaringen van de varensgezel en zeilmaker Jan Struys.Ga naar eind2
‘Zee kaert verthonende de Caspische Zee en de inleggende Eylande [...], getekent door Jan Jansen Struys int jaer 1668’. Sommige toponiemen zijn Engelstalig - ‘Gulf of Giran’, ‘Mount Ararat’ - wat doet vermoeden dat de kaart is gemaakt door een Engelsman, bijvoorbeeld Struys' metgezel David Butler.
| |
Kaspische ZeeJammer genoeg hebben we dus niet te maken met een egodocument van iemand uit de lagere stand, een genre dat hoogst zeldzaam is.Ga naar eind3 De eerste twee delen en zelfs een flink stuk van het derde deel zijn geplagieerd van boeken als dat van Adam Olearius over Rusland en Iran en dat van Étienne de Flacourt over Madagascar.Ga naar eind4 Hetzelfde geldt voor de beschrijvingen van Thailand en Taiwan.Ga naar eind5 Het relaas over Struys' gevangenneming door de Turken tijdens de Venetiaans-Turkse oorlog van het midden van de zeventiende eeuw is levendig, wat wellicht op een eigen herinnering wijst. De auteur vertelt echter vrijwel niets over het Ottomaanse rijk of over de levensomstandigheden van Turkse galeislaven.Ga naar eind6 Bovendien zijn de gravures van Aziaten en Aziatische taferelen nogal clichématig, zoals de afbeeldingen bij dit artikel laten zien. Een opmerkelijke uitzondering daarop is de kaart van de Kaspische Zee, die in het boek is opgenomen. De verhoudingen van deze binnenzee zijn redelijk goed afgebeeld, met een lengte van noord naar zuid die veel groter is dan de breedte van oost naar west. Dit waarheidsgetrouwe kaartbeeld wijkt af van dat op andere kaarten | |
[pagina 80]
| |
uit de zestiende en zeventiende eeuw, die de Kaspische Zee gewoonlijk tonen in de vorm van een pompoen of een pannenkoek. Tien jaar later, in 1687, zou de Amsterdamse regent Nicolaes Witsen (1641-17171) op zijn befaamde kaart van Tartarije de Kaspische Zee minder accuraat afbeelden dan in Reysen.Ga naar eind7 Dat wijst er misschien op dat Witsen geen hoge dunk had van Struys' betrouwbaarheid, want hij kende diens werk. In de tweede druk van zijn boek over de zeevaart (1690) verweet Witsen hem dat hij een kletsverhaal over zijn vermogen om onzinkbare schepen te bouwen had rondgebazuind.Ga naar eind8 In ieder geval is het jammer dat Witsen de kaart van de Kaspische Zee uit de Reysen niet heeft gebruikt. Evenals bepaalde stukken tekst in het derde deel lijkt die kaart een oorspronkelijke bijdrage, al is het onwaarschijnlijk dat deze door Struys zelf is getekend: hij had grote moeite met schrijven en was zeker geen kaartenmaker. Het ligt meer voor de hand dat een van zijn metgezellen bedreven was in deze materie, bijvoorbeeld kapitein David Butler, wiens lange epistel over de kozakkenopstand van Stenka Razin in Reysen is opgenomen.Ga naar eind9 Hoe dan ook, de kaart van de Kaspische Zee representeert een breuk met een cartografische traditie die teruggaat op de Oudheid. Op basis van stelselmatig bij elkaar gesprokkelde gegevens werd dit deel van Azië voor het eerst redelijk betrouwbaar in kaart gebracht.
onder
‘'t Konincklycke Hof van Persien in Isphahan’. Het hoge en brede gebouw naast de toren is de ‘Hollantse logie’.
‘'t Verbranden en ombrengen van veel voornaame Edelen in Siam’. De passages in Struys' boek over Siam (Thailand) zijn grotendeels overgenomen uit een verslag van de VOC-dienaar Cornelis van Nijenrode.
| |
[pagina 81]
| |
Olfert DapperOok al zijn vele teksten over Azië in Reysen geplagieerd, ze zijn toch interessant omdat ze het toenmalige Nederlandse beeld van Azië weerspiegelen. Nauwkeuriger gezegd, het beeld van de kleine groep mensen die voldoende tijd, geld en opleiding hadden om zulke boeken te lezen.Ga naar eind10 Zij vormden het publiek van de Reysen, terwijl de eigenlijke auteur waarschijnlijk een broodschrijver was die zich verschool achter Struys. Deze naamloze ghostwriter was uiterst bedreven in het presenteren van geografische en historische informatie aan zijn doelgroep. Enige jaren geleden heb ik de mogelijkheid geopperd dat die broodschrijver Olfert Dapper (1636-1689) is geweest. Dapper was een waarschijnlijk gesjeesde medicijnen-student, die naam had gemaakt met boeken over Amsterdam, Afrika en Azië. Zijn boeken verschenen tussen 1663 en 1672 bij Jacob van Meurs, tevens de uitgever van Struys' Reysen.Ga naar eind11
De slavin van een Perzische edelman wordt na een mislukte ontsnappingspoging levend gevild. Links is haar huid met bijbehorende scalp alvast aan de muur gespijkerd.
Dapper had beschermheren onder de regenten, waaronder de Amsterdamse burgemeester Cornelis Witsen en diens zoon Nicolaas, aan wie hij boeken opdroeg.Ga naar eind12 Jammer genoeg had hij in 1672 zijn boek over Azië opgedragen aan Cornelis de Witt, die in datzelfde jaar met zijn broer Johan in Den Haag werd afgeslacht als zondebok voor de rampspoed van de Republiek. Dapper lijkt zich daarna een tijdlang schuil te hebben gehouden en Reysen kan een project zijn geweest dat hem een broodnodig inkomen verschafte. Bovendien lijkt hij - opnieuw - toegang te hebben gekregen tot de archieven van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, ten behoeve van zijn beschrijvingen van gebieden in Azië. Dat is althans een plausibele verklaring voor het eigenaardige verhaal over Thailand in Reysen, dat in belangrijke mate is overgenomen uit een handgeschreven verslag van de VOC-dienaar Cornelis van Nijenrode (ca. 1580-1633).Ga naar eind13 | |
Iran/PerziëHoe worden Azië en Aziaten opgevoerd in de Reysen? Ik zal dat toelichten aan de hand van Iran, waarvan de uitvoerige beschrijving ten dele oorspronkelijk is. Iran werd toen al bijna twee eeuwen geregeerd door een sjah uit de dynastie van de Safaviden (de reeks van de opeenvolgende vorsten uit dit huis wordt in de Reysen vermeld).Ga naar eind14 De Safavidische sjahs hadden in theorie absolute macht over hun onderdanen, maar evenals elders bleek de macht van de alleenheersers in de praktijk nogal beperkt. Het moeizame transport en de gebrekkige communicatie dwongen hen tot het verlenen van autonomie aan potentaten in gebieden die ver verwijderd waren van hun hoofdstad Isfahan. Regeringstroepen hadden een reis van weken door onherbergzame gebergten en woestijnen nodig om in de grensgebieden te komen. Krachtige heersers beschikten over redelijk veel gezag, zoals sjah Abbas de Grote (1557-1628), die erin slaagde de soennitische Turken te verslaan en Bagdad te veroveren. Na diens dood verminderde de macht van de sjahs en waren zij niet meer in staat hun satrapen in grensgebieden als de Kaukasus te controleren.Ga naar eind15 De beschrijving van Iran in de Reysen weerspiegelt | |
[pagina 82]
| |
de groeiende wanorde en de verzwakking van het centrale gezag. Struys' karavaanreizen van Sjemacha naar Isfahan en van Isfahan naar Bandar Abbas (Gamrun of Gombroon) zijn ronduit beangstigend. De beschreven chaos dient deels als contrast met de (gewenste) ordentelijke maatschappij van de Republiek. Natuurlijk bestond er criminaliteit in de Zeven Provinciën, maar dat werd beschouwd als een uitzondering in een (superieure) christelijke beschaving. Daarentegen worden het brute recht van de sterkste en gewelddadige wetteloosheid afgeschilderd als gangbare toestanden in het Iran van rond 1670. In feite was het contrast tussen beide landen minder groot, getuige een schokkend fragment dat indirect aantoont dat ook in Nederland en de Nederlandse rechtspraak geweld destijds de gewoonste zaak van de wereld was - de beestachtige moord op de gebroeders De Witt in 1672 spreekt in dit verband trouwens boekdelen.Ga naar eind16 Struys beschrijft hoe hij en zijn karavaandrijvers afrekenen met een stel struikrovers die zijn karavaan overvallen:
‘De stadt Gammeron of Bendaer a'Basie, Parsie’. Gezicht op de havenstad Gamron (Gombroon) of Bandar Abbas in het zuidwesten van Iran, aan de Straat van Hormuz. De VOC had hier sinds 1623 een factorij, die is afgebeeld als het grote gebouw met driehoekig fronton op de voorgrond. Op de rede VOC-schepen.
‘Toen we een dadelbosje zagen, gingen we er met de schurken naartoe. We hakten flinke stukken in de pezen van hun hielen zoals slagers met varkens of schapen doen, en regen daar een touw door, waaraan we ze zo naakt met hun kop naar beneden ophingen. Toen sneden we hun handen, neuzen, ooren, en penissen af. De laatsten stopten we in hun mond, terwijl we de andere delen boven hen vastspijkerden en zo lieten hangen. [...] Hun straf, al was die niet door een rechtbank of gerechtshof toegediend, was [...] navenant.’Ga naar eind17 | |
Mislukte bekeringEen mooi voorbeeld van Iran als het tegendeel van het preutse Nederland is het volgende fragment, waarin vrouwen op Struys afgestuurd worden om hem tot de islam te bekeren: ‘...de eerder genoemde vrouwen [kwamen] opnieuw een poging wagen om mij van mijn christendom af te krijgen. Ze schilderden me duizenden moeilijkheden die met een langdurige gevangenschap en eeuwige slavernij gepaard zouden gaan. Ondertussen lieten ze niet na me op allerlei manier te verleiden tot onkuisheid en gingen ze zo ver zichzelf voor sex aan te bieden, maar ik wimpelde dat af. Immers, al had ik zin gekregen in deze jonge wellustige meiden, dan verloor ik die al gauw door alleen maar even na te denken. Nadat dit kleine vermaak genoten zou zijn, stond me een onmogelijke keuze te wachten. Of ik zou direct moslim dienen te worden, of ik zou een wrede dood moeten sterven. Ik stuurde ze dus weg. Toen ze begrepen dat het vergeefse moeite was, gooiden ze het over een andere boeg en zeiden: “De Nederlandse mannen zijn niet veel waard als ze het voortdurend bij één vrouw moeten houden, want het is aan de Perzen, Tartaren en alle moslims toegestaan zo veel nieuwe vrouwen te nemen als ze kunnen onderhouden.” Eindelijk verlieten de verleidsters me.’Ga naar eind18 De in Azië gebruikelijke slavernij toonde eveneens aan dat de beschaving in een land als Iran op een lager peil stond dan in West-Europa. Op de Kaukasus was Struys zelf lange tijd huis- en schuldslaaf van verschillende meesters, zoals overigens wordt bevestigd door VOC- | |
[pagina 83]
| |
documenten. Het kostte de nodige moeite en een flink losgeld om hem uit die slavernij te bevrijden.Ga naar voetnoot19 In de Reysen wordt het slavenlot van Struys beklaagd, opmerkelijk genoeg in dezelfde tijd dat de Nederlandse slavenhandel tussen Afrika en Amerika tot bloei kwam. Iran was ver genoeg van de Republiek verwijderd om een exotisch en sprookjesachtig land te blijven, wat ook te maken had met ideeën die teruggingen op de Oudheid en de Bijbel.Ga naar voetnoot20 Het beeld van Iran als een land van veelwijverij, slavernij of abjecte wreedheid wordt in Reysen genuanceerd door de bekoring van een exotische samenleving. Meerdere beschrijvingen van moskeeën, markten en lusthoven in Iran zijn doordrenkt van bewondering voor een geavanceerde cultuur.Ga naar voetnoot21 | |
Fascinatie en afkeerAls de Reysen ook een graadmeter is voor het Nederlandse beeld van het Ottomaanse Rijk, dan gold die bewondering blijkbaar niet voor de sultan en diens onderdanen. Al verzeilde de Republiek nooit met de Turken in een gewapend conflict, toch zagen Nederlanders het Ottomaanse Rijk als een bedreiging. De activiteiten van Barbarijse kapers, die de sultan in Istanboel als hun heer erkenden, hadden daar veel mee te maken. Menig Nederlandse zeeman werd tot slaaf gemaakt in Noord-Afrika, zodat zelfs in de kleinste dorpen collectes werden gehouden voor losgeld.Ga naar voetnoot22 Reysen weerspiegelt of bevestigt dit beeld in het verhaal van de gevangenneming van Struys in de Turks-Venetiaanse oorlog in de jaren 1650 en zijn lijden als galeislaaf. De Turken zijn schimmige figuren, die nergens als medemensen worden opgevoerd en die gespeend zijn van alle medemenselijkheid.Ga naar voetnoot23 Het complexe en moeilijk te ontrafelen Azië-beeld in de Reysen zegt waarschijnlijk meer over Nederland dan over Azië. Bovendien weerspiegelt het meer de opvattingen van de burgerlijke elite in de Republiek dan die van iemand uit het volk als Jan Struys. Wel kunnen we vaststellen dat het negentiende-eeuwse Europese superioriteitsgevoel ten aanzien van Azië in de Reysen ontbreekt. De Aziaten beleden weliswaar verkeerde geloven, met uitzondering van de weinige christenen onder hen, maar ze waren politiek en militair voorlopig nog sterk genoeg om de Europeanen op hun nummer te zetten. Struys kon tot slaaf worden gemaakt en VOC-dienaren moesten met Aziaten onderhandelen op voet van gelijkwaardigheid - het ontbrak de Compagnie aan militaire macht om haar wil op te leggen aan lokale heersers. Daaruit vloeide een zeker respect voor de Aziaten voort, wat nog werd versterkt door de bewondering voor bepaalde aspecten van de Aziatische culturen, zeker voor de architectuur. Die wisselwerking tussen fascinatie voor en afkeer van Azië is typerend voor Reysen. |
|