De zaak van de verdwenen Chinese matrijzen
Ronald Steur
Toen het Nederlandse bewind over Oost-Indië in de tweede helft van de negentiende eeuw intensiever werd, groeide bij het Ministerie van Koloniën de behoefte aan kennis van de verschillende inlandse talen. Koos Kuiper beschreef in zijn recente dissertatie The Early Dutch Sinologists (Leiden 2016) de wijze waarop Chinese tolken voor het koloniale bestuur werden opgeleid. Een belangrijke rol daarin speelde Johann Joseph Hoffmann (1805-1878), die elders in dit nummer door Tomoko Okuda wordt opgevoerd als de rechterhand van Von Siebold. Hoffmann, die vanaf 1846 in Leiden les gaf in het Japans en Chinees, werd in 1855 aangesteld als buitengewoon hoogleraar in die talen - de eerste in Nederland.
De landsdrukkerij in de Oost wilde graag in het Chinees kunnen drukken en stelde zich via Hoffmann in verbinding met Lettergieterij N. Tetterode in Amsterdam. Het bedrijfsarchief van Tetterode bij de Bijzondere Collecties van de UvA bevat interessante bijzonderheden over de totstandkoming van de uitgebreide gietpolis Chinees. In een bijna twee jaar durende correspondentie verdiepten Hoffmann en Nicolaas Tetterode zich in allerlei technische en financiële aspecten. Het Ministerie van Koloniën bekostigde het project, maar Hoffmann spoorde Tetterode aan de loonkosten zo laag mogelijk te houden - dan kon binnen het gegeven budget een zo groot mogelijke serie worden gemaakt. Op 31 januari 1860 waren ruim 5500 stempels en matrijzen voltooid, op basis van een verzameling karakters die twee jaar eerder vanuit Hongkong was opgestuurd. In april 1864 beschikte Tetterode over 6581 en in juli 1876 over 7808 matrijzen. Uiteindelijk zou de collectie 9100 karakters omvatten. Volgens Tetterodes Proeven van Oostersche schriften, een letter- en karakterproef uit 1910, heeft de lettergieterij door de onevenredig hoge productiekosten alleen maar verlies geleden op de Chinese matrijzen.
Proeven van Oostersche schriften der Lettergieterij ‘Amsterdam’, voorheen N. Tetterode, Amsterdam 1910. Band in Art Nouveau-stijl. Gedrukt bij Boekdrukkerij E.J. Brill in Leiden, ontwerp S.H. de Roos. Bijzondere Collecties van de UvA.
Johann Joseph Hoffmann (1805-1878).
In Nederland stonden de karakters aanvankelijk exclusief ter beschikking van uitgeverij A.W. Sijthof in Leiden, die ook een eigen drukkerij had. De eveneens Leidse uitgeverij en drukkerij E.J. Brill, die zich steeds meer toelegde op boeken in exotische talen, nam in 1878 het alleenrecht op de matrijzen over. Tot in de jaren vijftig heeft Brill de Chinese druktypen gebruikt en onlangs vroeg men zich bij de uitgeverij af waar de matrijzen toch waren gebleven. Op verzoek van Brill verdiepte ik mij in het archief van Tetterode. Sinds hun vervaardiging werden de matrijzen bewaard bij Tetterode, maar ze waren eigendom van het Ministerie van Koloniën. De successievelijke docenten Chinees in Leiden hielden er namens het ministerie toezicht op. In ieder geval tot 1927 mocht Tetterode bij het ministerie de verzekeringspremie declareren. Getuige een intern memo wist men in 1979 bij Tetterode niet meer van wie de matrijzen eigenlijk waren. Na overleg met Brill werd geconcludeerd dat ze eigendom waren van Brill, maar dat ze in de kluis van Tetterode moesten worden bewaard.
In 1981 verhuisde Tetterode vanuit de Bilderdijkstraat naar de Willem de Zwijgerlaan, wat gepaard ging met een grootschalige sanering van oude en ongebruikte matrijzen. Over de Chinese matrijzen is in dat verband niets te vinden. Volgens een apocriefe getuigenis van een gepensioneerde medewerker lagen ze bij het vertrek uit de Bilderdijkstraat nog in de kluis. Later werd het gebouw bezet door krakers, die ook de kluis zouden hebben gekraakt en de inhoud zouden hebben afgevoerd. Oud-bestuurders van Tetterode hebben dit bericht niet kunnen bevestigen. En wat zouden krakers moeten beginnen met Chinese matrijzen? Verkopen als oud koper? De zaak van de verdwenen Chinese matrijzen zou een mooi klusje zijn geweest voor Rechter Tie - zie elders in dit nummer - maar die laat het tegenwoordig ook afweten. Niettemin blijft het de moeite waard het Chinese dossier van Hoffmann en Tetterode te bestuderen.