De Boekenwereld. Jaargang 32
(2016)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
[pagina 61]
| |
In 1993 verscheen van de hand van C.D. Barkman en H. de Vries-van der Hoeven Een man van drie levens: biografie van de diplomaat-schrijver-geleerde Robert van Gulik. Het is een merkwaardige combinatie van autobiografie en hagiografie, die doet hopen dat er ooit nog eens een echte biografie wordt geschreven over een van de meest interessante schrijvers van ons land. Tot dat boek verschijnt, blijft deze even briljante als excentrieke geleerde een raadsel. Wat dreef hem? Deels ligt het antwoord besloten in zijn intrigerende Erotic colour prints of the Ming period (1951) - een werk waarin hij een van zijn preoccupaties omzette in een komische vervalsing.
Erotic colours of the Ming period I, ‘Teng-yüch-chikuan’ [The mechanics of lovemaking], plaat XIII: ‘Shorting the chicken’. [‘She has not yet experienced the sporting of wind and moon, but this first try is filling her with excitement’].
‘An orgasm a day, keeps the doctor away’, aldus Van Guliks lijfspreuk. Als sinoloog en uomo universale koppelde hij een diepgaande kennis van de Chinese cultuur aan vaardigheden die maar weinig westerlingen bezaten. Hij bespeelde de luit goed genoeg om indruk te maken op zijn vaak even criminele als erudiete Chinese vrienden en hij was een begaafd kunstenaar die zelf zijn boeken illustreerde - en niet alleen zijn Rechter Tie-romans. Dat orgasme per dag klinkt als een flauwe, ietwat vulgaire grap. Helemaal als je Van Gulik erbij denkt in het ambtstenue van de ambassadeur, wat hem overigens uitstekend stond, vooral als hij ook nog zijn officiële gezicht trok. Maar het ging hem niet alleen om het lozen van lichaamssappen om yin en yang in evenwicht te brengen. Waarom dan wel? In Fantoom in Foe-Lai moet | |
[pagina 62]
| |
Tie uitzoeken wie de magistraat Wang heeft vermoord. De speurder verdiept zich in het slachtoffer, een gevoelige dichter zonder veel diepgang en een ambtenaar die zijn grote deskundigheid niet heeft omgezet in een hoge positie. De filosofische Wang had andere prioriteiten: voor hem had het orgasme de transcendente waarde van een moment van eeuwigheid in de droefgeestige oceaan der vergankelijkheid. De kleine dood - even ben je er niet en dan dendert het leven weer verder. Het is verleidelijk in Wang een zelfportret van de auteur te zien, al denk ik dat ook Tie een gedroomd zelfportret is. De goede rechter is met twee dames getrouwd en overweegt af en toe een derde huwelijk. En waarom niet! Zijn echtgenotes leven in goede harmonie en van christelijke schuldgevoelens heeft niemand in het oude China last. Opmerkelijk genoeg geeft Tie niet toe aan zijn tedere gevoelens, ook al is hij ver van huis en komt hij in vrijwel elk avontuur een jongedame tegen die hem al dan niet verhuld duidelijk maakt dat hij alleen maar hoeft te fluiten. | |
Wuivende gibbonVan Gulik begon als vertaler en bracht het tot ambassadeur: een opmerkelijke carrière voor een man die zich weinig aantrok van superieuren die meer waarde hechtten aan aanwezigheid ten burele dan aan intellectuele prestaties. Was hij geschikt voor de diplomatie? Het leven op ambassades was een aaneenschakeling van sociale gebeurtenissen, van presentaties, ontvangsten en andere bijeenkomsten die met Byzantijnse precisie dienden te worden voltrokken. De vorm was belangrijker dan de inhoud. Van Gulik had weinig op met de diplomatieke rompslomp, hij bracht zijn tijd liever door met Chinese geleerden en luitspelers van allerlei slag. Als ambassadeur had hij de gewoonte ontvangsten te beëindigen door hand in hand met zijn lievelingshuisdier, een gibbon, de trap af te dalen. Waarbij de aap vriendelijk naar de gasten zwaaide ten teken dat het feest ten einde was. Ook als wetenschapper was Van Gulik excentriek. Hij heeft verschillende publicaties op zijn naam staan, die naar vorm en inhoud weinig gemeen hebben met het werk van de gemiddelde sinoloog. Hij schreef over paarden, gibbons en niet in de laatste plaats over seksualiteit. Zijn studie over erotische prenten uit het Ming-tijdperk is in alle opzichten merkwaardig, alleen al door de ontstaansgeschiedenis.
linkerpagina
Erotic colours of the Ming period III, ‘Hua-ying-chin-chen’ [Variegated positions in the flowery battle], plaat 21, ‘Hitting the butterfly’.
Erotic colours of the Ming period III, ‘Hua-ying-chin-chen’ [Variegated positions in the flowery battle], plaat 14, ‘The immortals of the Magpie Bridge’.
Rechter Tie zou in 1949 in het Japans verschijnen en de uitgever vroeg Van Gulik om een erotische voorstelling voor het omslag, want dat was goed voor de verkoop. Volgens de geleerde schrijver bestonden dergelijke afbeeldingen niet in het oude China en kon hij de geschiedenis moeilijk geweld aandoen. Maar wie schetst zijn verbazing toen hij niet veel later bij een antiquaar een reeks houtblokken vond met... erotische voorstellingen uit het Ming-tijdperk! Hierdoor geïnspireerd ging Van Gulik aan de slag en zo kon het eerste Tie-boek verschijnen met een omslag dat de sadisten onder zijn lezers zeker zal hebben aangesproken: een naakte vrouw wordt gemarteld, terwijl de rechter boos toekijkt vanachter zijn hoge tafel (zie de openingsillustratie bij het voorgaande artikel). De prenten uit het Ming-tijdperk zouden de schrijver hebben geïnspireerd tot de vele afbeeldingen in de Tie-romans waarop een blote jonge vrouw te zien is. | |
[pagina 63]
| |
Meestal is zij niet uit vrije wil naakt, maar zijn haar handen achter haar rug vastgebonden, in afwachting van een pak rammel.
rechterpagina
Erotic colours of the Ming period III, ‘Hua-ying-chin-chen’ [Variegated positions in the flowery battle], plaat 4, ‘The way of the academicians’.
Erotic colours of the Ming period I, ‘Chiang-nan-hsiao-hsia’ [Whiling away the summer south of the river], plaat XiX: ‘Bedroom scene’.
| |
Antieke pornoNaast de romancier ging de wetenschapper aan de slag werk en in korte tijd schreef hij een prachtig boek over Chinese seks in de zestiende en zeventiende eeuw. Erotic colour prints of the Ming period bestaat uit drie delen, uitgegeven als een facsimile van het handschrift van de auteur. Hij liet vijftig exemplaren drukken, die aan belangrijke wetenschappelijke bibliotheken werden gestuurd. Voorin het Amsterdamse exemplaar ligt een briefje met de tekst: ‘In order to prevent the present publication from being read by unqualified persons, the recipient organization is requested to place this book on its restricted list.’ Na het afdrukken liet Van Gulik naar eigen zeggen de houtblokken afschaven, zodat onverlaten de plaatjes niet konden vermenigvuldigen. Hoezo, afschaven? Je kon ze toch ook in stukken hakken, verbranden of gewoon weggooien? En de camera was in 1951 al meer dan een eeuw oud, dus fotografische reproductie was geen enkel probleem. Bovendien zijn lang niet alle afbeeldingen houtsneden, afgezien van die in deel 3 en de platen 15-20 in deel 1. Met name die in het eerste deel doen sterk denken aan de illustraties in de Rechter Tie-romans. Deze reeks houtsneden ziet eruit alsof de blokken een dag eerder zijn gemaakt en dat was natuurlijk ook zo. Zoals de meeste vervalsingen dragen ze de sporen van de tijd waarin ze zijn ontstaan, in dit geval kort na de Tweede Wereldoorlog. De tijdgenoten zien die elementen niet, maar een halve eeuw later zijn ze duidelijk zichtbaar. Daar zit een tevreden man op wie door zijn eerste of tweede vrouw ‘penilinctio’ wordt toegepast, terwijl hij haar bevredigt met zijn grote teen. Een niet minder mooie vrouw wuift hem koelte toe en hij leest er een boekje bij. Een dichtbundel van de heer Wang, mag je hopen, waarin de vergankelijkheid van het bestaan wordt bezongen, terwijl de gelukkige lezer dankzij zijn vriendinnen tegelijkertijd de eeuwigheid aanraakt middels een welverdiende zaadlozing. Alleen de luitmuziek ontbreekt aan het tafereel. Afgezien van de inhoud die vermoedelijk niets met de erotiek van de oude Chinezen te maken heeft, maar alles met zijn eigen wensdromen, verraadt de maker zich door het perspectief en de gelaatsuitdrukkingen. Minder opwindend maar niet minder aardig is de prent waar we een oude geleerde en een jonge student in actie zien. Ze hebben hun kleren aan, maar wat daaronder gebeurt laat zich raden. Die prent heet ‘Op de Wijze van de Academici’. Het gaat vermoedelijk te ver om hierin een commentaar van Van Gulik op de academische wereld van zijn tijd te zien. |
|