Stedelijk Museum
De collectie groeide snel en vanwege de krappe behuizing op het korpsbureau ging men op zoek naar ruimere huisvesting. In 1894 deden Van Someren Brand en Jochems met succes een beroep op de Gemeente Amsterdam. In het nieuwe Stedelijk Museum, waar Van Someren Brand conservator was, konden ze de collectie tentoonstellen.
Met het oog op de verhuizing naar het Stedelijk en het toegenomen belang van de collectie besloot de commandant J. Boellaard deze onder te brengen in een stichting en aldus haar juridische status te regelen. Op 2 augustus 1895 werd de stichting ‘Historische Verzameling der Schutterij gevestigd te Amsterdam’ opgericht. Het bestuur bestond onder anderen uit J. van Someren Brand en A. Haas, die optraden als conservatoren. Inkomsten had de stichting uit vrijwillige bijdragen, schenkingen en legaten.
boven Oefening in het gebruik van het musket. Vertoogh van de kryghsoeffeninge, soo in 't particulier van musquet en spies [...], Den Haag 1673.
Drie Amsterdamse schutters in het uniform uit de periode 1869-1907. Aquarel van J. Hoynck van Papendrecht in: Onze schuttervendels en schutterijen van vroeger en later tijd, 1550-1908, Den Haag 1910.
In 1896 verhuisde de collectie, met uitzondering van de boeken, naar het Stedelijk Museum in de Paulus Potterstraat. Daar werden in allerijl drie zalen ingericht met het oog op het aanstaande bezoek van koningin-regentes Emma en prinses Wilhelmina. Vier jaar later, in 1900, werd ook de bibliotheek overgebracht naar het museum. Op het bureau was het te vochtig, de boeken werden door schimmel en stof aangetast. In een van de zalen van het Stedelijk Museum stond een reusachtige boekenkast en daarnaast een kastje met zeer zeldzame exercitiereglementen. Om de hele boekencollectie te kunnen herbergen werden nog twee kasten aangeschaft.
Aanvankelijk kon men de collectie uitbreiden door aankoop, bijvoorbeeld van een verzameling pamfletten. Door teruglopende inkomsten werd de stichting echter steeds afhankelijker van schenkingen. Van de minister van oorlog kreeg men een groot aantal jaargangen van het tijdschrift Recueil Militair (1813-1881). Ook de muziekcollectie, bestaande uit liedteksten en partituren, werd dankzij schenkingen flink uitgebreid. In 1907 schonk kapitein-adjudant John Jochems (1836-1920) een verzameling boeken uit eigen bezit. Elke schenking werd aanvaard, met als gevolg dat sommige werken in vijf- of zesvoud aanwezig waren.
Vanaf 1910 werd het Stedelijk Museum een instelling voor moderne kunst en de collectie van de schutterij paste daar niet meer in. In 1925 werd deze daarom opgeslagen in een depot, met inbegrip van de grote boekenkast. De kaartcatalogus nam conservator Alexander Haas (1862-1943) mee naar huis.