Column
Bram de Does
Typograaf, boekverzorger, letterontwerper en margedrukker
Henk Gianotten
Bram de Does tijdens een workshop over ‘versieren’. Foto Matthieu Lommen.
Op 28 december 2015 overleed Bram de Does, die internationale bekendheid verwierf als ontwerper van twee van de mooiste Nederlandse boekletters, de Trinité en de Lexicon. De Does werd in 1934 geboren als zoon van een bij uitstek grafisch echtpaar. Zijn vader was eigenaar van drukkerij Systema in Amsterdam-Oost en zijn moeder werkte mee in het bedrijf, o.a. als bediener van een Linotype regelzetmachine.
Die achtergrond had ongetwijfeld invloed op zijn beroepskeuze. Na zijn eindexamen HBS-B twijfelde hij over zijn vervolgstudie: de muziek had zijn interesse en een studie aan het conservatorium lag binnen zijn mogelijkheden. Hij koos echter voor de patroonsopleiding aan de Amsterdamse Grafische School en in 1958, na zijn militaire dienst, ging hij werken bij drukkerij en lettergieterij Johan Enschedé in Haarlem. Hij begeleidde daar boekproducties, ontwierp catalogi en handelsdrukwerk, maakte letterproeven en zetvoorbeelden voor de lettergieterij. Na ongeveer vijf jaar vertrok hij naar uitgeverij Querido om daar aan de slag te gaan als ontwerper en boekverzorger. Dat werd - mede door persoonlijke omstandigheden - geen succes en hij keerde weldra terug naar zijn oude werkgever Enschedé.
De Does was een bescheiden en aimabel man, maar ook een perfectionist. Hij placht uiterst gedetailleerde instructies te geven aan de zetters, die hem de bijnaam ‘Puntje in, puntje uit’ gaven. Hij schroomde niet om meerdere ontwerpen en uitvoeringen van een omslag of titelpagina te laten maken, zodat hij proefondervindelijk kon vaststellen wat het beste resultaat zou opleveren. Oorspronkelijk deed hij dat in de stijl van zijn voorganger Jan van Krimpen, maar gaandeweg werd zijn persoonlijke smaak steeds duidelijker zichtbaar.
In 1978 maakte De Does het ontwerp voor het jubileumboek Typefoundries in the Netherlands, geschreven door Charles Enschedé, Met dat boek vestigde hij internationaal zijn naam als een excellent boekverzorger. De directie van Enschedé vroeg hem in datzelfde jaar een letter te maken voor de Bobst fotozetmachine. Dat werd de fameuze Trinité in drie gewichten, in drie varianten met o.a. lange stoken staartletters en met speciale Titling fonts. De Does kreeg er de prestigieuze H.N. Werkmanprijs voor van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst.
De letter werd hogelijk gewaardeerd door grafische ontwerpers, maar weinig toegepast omdat de gebruikte fotozetmachine slechts een handvol gebruikers kende. Daar kwam gelukkig verandering in, toen ontwerper Peter Matthias Noordzij in 1991 de letters uit de Enschedécollectie overnam en de Trinité als PostScript digitale letter uitbracht. Door deze techniek kon elke ontwerper, zetter en drukker de Trinité met DTP-software gebruiken. Het toepassingsgebied werd daardoor veel groter en bezorgde De Does internationale faam.
Die bekendheid kwam echter pas nadat hij in 1988 het sterk gereorganiseerde Enschedé had verlaten en in het Drentse Orvelte was gaan wonen. Daar hield hij zich bezig met biologisch-dynamische tuinbouw, het bespelen van diverse muziekinstrumenten en het maken van bijzondere uitgaven. Hij zette met hand- en Monotypeletters, drukte op eigen persen en maakte klassiek ingebonden publicaties waarbij hij ook gebruik maakte van speciale technieken voor marmer- en sierpapieren. Hij was met zijn Spectatorpers ook jarenlang lid van de stichting ‘Drukwerk in de Marge’.
Op verzoek van ontwerper Ben van Bercum maakten De Does en letteruitgeverij The Enschedé Font Foundry in 1992 de Lexicon, die o.a. voor de ‘Dikke Van Dale’ werd gebruikt en ook jarenlang de broodletter is geweest van NRC Handels-