God, Nederland en Oranje
Tekening van Wiliem uit: God, Nederland en Oranje, nummer 1 (september 1966). Het prijskaartje vermeldt het zojuist verhoogde inkomen van koningin Juliana. www.vn.nl.
In september 1967 ging ik in Amsterdam studeren. Twee jaar te laat. Ik had Provo gemist omdat ik op de middelbare school twee keer was blijven zitten. Wel lagen er nog een paar gestencilde provoblaadjes in een onopvallend boekwinkeltje op de Prinsengracht op mij te wachten. Ik kocht enkele nummers van Provo en van God, Nederland en Oranje. Daarin stonden politieke tekeningen van een zekere ‘Willem’. Het waren ongemakkelijke, smerige, snoeiharde, maar grandioze tekeningen. Het blad bevatte ook tekeningen van Malsen, Topor, Picha en horden andere tekenaars, maar de beste en verreweg de geestigste vond ik die van ‘Willem’. Hij was vervolgd wegens majesteitsschennis, omdat hij in het eerste het beste nummer van God, Nederland en Oranje koningin Juliana had afgebeeld als hoer achter een raam met het prijskaartje ‘f 5.200.000,-’.
Willem, Billy the Kid, of hoe een eenvoudige jongen uit Texas de maarschalksstaf in zijn ransel vond en er mee op kruistocht ging. Amsterdam: Polak & Van Gennep, [1968]. Op het omslag Lyndon B. Johnson met condoom en bajonet. Collectie C.J. Aarts, Amsterdam.
God, Nederland en Oranje werd van 1966 tot 1968 gedrukt, uitgegeven en verspreid door Hans Metz, een bescheiden ex-provo, een zachtmoedige anarchist, die ik op mijn eerste zwerftochten door Amsterdam tegenkwam bij allerlei subversieve bijeenkomsten. Ik raakte met hem in gesprek en vroeg naar die geheimzinnige ‘Willem’. ‘Willem’ heette eigenlijk Bernhard Holtrop. Hij tekende ook voor Het Vrije Volk, de Legerkoerier, De Nieuwe Linie en Propria Cures. Aardige vent trouwens, die Hans Metz. Belangrijk uitgever ook, als je het mij vraagt. Verdient ridderorde.
In oktober 1967 was ik aanwezig bij de oprichting van Het Stripschap, een genootschap ter bescherming en bevordering van het beeldverhaal. Van december 1967 tot juli 1968 zat ik met Hans Lodders, Wim Noordhoek, Jochem Smid (schuilnaam van Jaco Groot) en T.M.F. Steen in de redactie van Stripschrift, het tijdschrift van Het Stripschap. Een van de redacteuren bleek bevriend te zijn met Willem, met de Willem.
Willem werd steeds beroemder. Hij was juist gedebuteerd meteen stripalbum waarin Lyndon B. Johnson een krankzinnige oorlog uitvecht met China: Billy the Kid, of hoe een eenvoudige jongen uit Texas de maarschalksstaf in zijn ransel vond en er mee op kruistocht ging (Polak & Van Gennep, 1968).
We vroegen Willem een cartoon te maken voor Stripschrift. Hij stuurde ons een collage van verknipte Peanuts-strips die we trots een ereplaats gaven op de middenpagina's van nummer 3 (juli 1968). ‘Cartoon Willem’, hadden we voor alle zekerheid in de inhoudsopgave gezet. Een cartoon is een grapje. Het regende klachten. Het Stripschap was toch opgericht om de strip voor de ondergang te behoeden? Het verknippen van strips druiste in tegen alle doelstellingen! Druiste! Het bestuur was pisnijdig op ons. De complete redactie werd aan de kant geschoven.
Willem zocht zijn heil in Parijs.
(à suivre)