De Boekenwereld. Jaargang 31
(2015)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Ingeprent
| |
[pagina 27]
| |
De door een andere lithograaf voltooide en ingekleurde litho van Orchis mascula. Plaat 227 in het vierde deel van N. Anslijn, Afbeelding der artsenijgewassen, Leiden, Du Mortier, 1838. Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.
N. Anslijn, De brave Hendrik, vijftiende druk, Leiden, Du Mortier, 1839. Op deze eerste postume editie zouden nog zo'n 45 volgen. Bijzondere Collecties van de UvA.
De schrijver spoorde zijn lezers aan om de Brave Hendrik en diens levenslessen niet te vergeten. Hij roemde de onderwijzer die niet de collegezalen of bibliotheken opzocht, maar altijd onder de kinderen bleef. Jongens en meisjes vergeleek hij met stekjes die door Anslijn in vruchtbare bodem waren geplant en zo konden uitgroeien tot brave burgers. Beets was er slecht over te spreken dat die volwassenen de onderwijzer uit hun jeugd zo snel vergaten. Pagina na pagina stort hij zijn ongeloof uit over het feit dat Anslijn niet meer lof en respect ten deel is gevallen.
De natuurlijke historie tegenwoordig zeggen we biologie - was het favoriete vak van Anslijn. Hij had zichzelf Latijn geleerd om zijn kennis over flora en fauna te verbeteren. Naast fossielen verzamelde hij planten die hij zorgvuldig droogde en insecten die hij op naalden prikte. Sinds 1832 werkte hij in zijn vrije tijd aan een omvangrijk werk over geneeskrachtige kruiden, de Afbeelding der artsenij-gewassen, welke in de Nederlandsche apotheek als zoodanige vermeld zijn. Het prachtige plaatwerk verscheen tussen 1832 en 1838 in vier delen bij Du Mortier in Leiden. Anslijn vervaardigde zelf de lithografieën, die voorbeeldig werden ingekleurd. Waarschijnlijk had hij in zijn werkkamer een exemplaar van de mannetjesorchis (Orchis mascula, een inheemse orchidee), die hij afbeeldde op de prent die hij niet meer zou voltooien. In de woorden van Beets: ‘(...) en in den vroege morgen van heden bezig zijnde met op een na de laatste plaat der laatste aflevering op steen te brengen, viel de teekenpen hem uit de handen; men vond hem dood op zijn stoel, terwijl een ongewisse streep, van de bloem af die hy teekende tot op den rand van den steen, aanwees hoe zijn hand was afgegleden. Intusschen zou de school aangaan, die gedeeltelijk op het onderwijs van den grijsaart wachtte; nog stond de les op het bord, die hy er gisteren op geschreven had.’Ga naar eindnoot3 ‘De kras, naast de figuur, maakte de stift bij het nederzijgen’, aldus het briefje bij de afdruk in het Rijksprentenkabinet. Hoeveel afdrukken van Anslijns laatste werk zijn gemaakt is niet bekend. Een naamloze lithograaf heeft de Orchis mascula afgemaakt en bijgewerkt, want de prent is zonder kras opgenomen in het vierde deel van de Artsenijgewassen. Evenmin is bekend wie het briefje op de onvoltooide prent heeft geschreven. In ieder geval heeft deze anonieme boodschap uit het verleden geleid tot een nadere kennismaking met een bijna vergeten en zeer brave onderwijzer. |
|