De Boekenwereld. Jaargang 31
(2015)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
Koert van der Horst, Great books on horsemanship. Bibliotheca hippologica Johan Dejager
| |
[pagina 85]
| |
boek en dankt vader Bas en zoon Corstiaan Hesselink van Hes & De Graaf Publishers, die hem in contact hebben gebracht met Koert van der Horst, oud-conservator handschriften van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Van der Horst heeft jaren aan het boek gewerkt, maar door een vreemd toeval of eigenaardige miskleun staat zijn naam niet op de titelpagina. Dat Brill als hoofduitgever fungeert komt omdat het Leidse bedrijf op 1 januari 2014 Hes & De Graaf heeft overgenomen.
Het boek begint met vier boeiende essays over de kernthema's van deze bibliotheek: de ontwikkeling en verspreiding van de kennis van het paardrijden en het gebruik van paarden in toernooien in Europa, de ontwikkeling van de paardengeneeskunde aan de hand van geschriften van ‘paardendokters’, de ontwikkeling van de cavalerie in de oorlogvoering en ten slotte de rijkunst in de beeldende kunst in de vier eeuwen die de bibliotheek omspant. Zowel de inleiding van Dejager als de essays verwijzen doelmatig naar toepasselijke boeken, manuscripten, of prenten in de catalogus. Zo refereert Dejager bij zijn vermelding van de vroegste verhandeling over de rijkunst door de Griekse auteur Xenophon (360 v. Chr.) aan nummer 086, waarin de eerste Italiaanse vertaling van diens werk wordt behandeld. Dat hij hetzelfde werk op twee plaatsen verschillend dateert is een vergeeflijke slordigheid, maar de verwijzing helpt de lezer/gebruiker wel om de weg te vinden in dit overvolle boek. Van der Horst heeft de 364 manuscripten, boeken en (series) prenten ingedeeld in de eeuwen waarin ze verschenen, daarna de auteurs per eeuw verdeeld over hun landen van herkomst en hen vervolgens chronologisch geordend op de verschijningsdatum van het beschreven werk. Elk object heeft een eigen volgnummer, ook als het om vijf geschriften of (series) prenten van dezelfde auteur of kunstenaar gaat. Deze indeling is overzichtelijk, al lijkt de verdeling over en de volgorde van de nationaliteiten willekeurig.
Great Books on Horsemanship is veel meer dan een catalogus van een particuliere bibliotheek over paarden. De vier aspecten van de rijkunst die Dejager verzamelt en die in de essays worden behandeld, bestrijken samen meer dan het paard als hoofdpersoon. Ze maken van dit boek een soms overdadige maar altijd verrassende cultuur-, economisch-, militair-, veterinair- en kunsthistorische schatkamer, die en passant ook nog een overzicht geeft van vier eeuwen geïllustreerde boeken. De aandacht voor iedere auteur en zijn werk is uitputtend. De beschrijving van ieder manuscript, boek of serie prenten begint met een biografische schets en een bibliografisch overzicht van de auteur of de maker van de prenten. Dat gebeurt met literatuurverwijzingen, maar ook met verwijzingen naar de nummers van latere edities of verwante werken elders in het boek.
#256 Friedrich Wilhelm von Eisenberg, Description de la manége moderne, London 1727.
Daarna volgt de beschrijving van het werk van die auteur volgens internationale bibliografische standaarden. Ook wordt aandacht besteedt aan eventuele restauraties en de huidige staat van het werk en, indien bekend, de provenance. Zo was van Jost Ammans bundel met houtsneden van versierde paarden (021) het oorspronkelijk bindwerk beschadigd en is het boek om die reden zwaar gerestaureerd. Dat is precies het soort informatie dat antiquaren en veilinghouders in hun catalogi vermelden en dat ze zoeken als ze een catalogus maken. Een mooi voorbeeld van een interessante provenance is een boek van Laurentius Rusius over paardengeneeskunde (006), waarvan de eigenaar Jean Baptiste Stoppa was, een Zwitserse kolonel in het Franse leger dat in 1671-1673 huishield in de Republiek der Nederlanden. Met vette letters wordt vermeld dat een boek met ontwerpen voor bits en hoofdstellen van Mang Sleuter (025) in bezit is geweest van de bibliofiel en verzamelaar Philip Edward Fugger, de lutherse neef van Max Fugger. Interessant is ook dat een aantal boeken afkomstig is uit de Bibliotheca Tiliana, de fameuze jachtbibliotheek van Kurt Lindner die in 2003 is geveild. Lindner wilde net zo'n catalogus van zijn bibliotheek maken als Dejager heeft gedaan, maar door zijn overlijden bleef die onvoltooid. Dankzij de twee veilingcatalogi uit 2003 is de samenstelling van de bibliotheek van 12.000 banden alsnog bekend. Soms is de provenance bizar, zoals die van een boek van Gaspard Saunier en Jean de Saulnier over paardengeneeskunde (293), dat afkomstig is uit de bibliotheek van de Hogeschool voor Diergeneeskunde in Wenen en op de titelpagina een stempel met hakenkruis heeft. De uitgebreide beschrijving van de provenance vertelt een soms verrassende geschiedenis en geeft Great Books on Horsemanship een bijzondere meerwaarde. Na de titelbeschrijving krijgt de lezer/gebruiker informatie over de inhoud van het beschreven boek, maar ook over de drukker en/of uitgever en het eventuele aantal edities. Een mooi voorbeeld is de serie van 22 ruitergravures (011) die Jacob de Gheyn in 1599 in opdracht van prins Maurits maakte. Die reeks is na 1599 nog drie keer uitgegeven, de tweede keer in 1640 door Claes Jansz Visscher, de derde keer na 1652 door Clement de Jonghe en de laatste keer aan het eind van de zeventiende eeuw door Frederick de Wit. En uiteraard wordt ook verwezen naar literatuur of archiefbronnen en wordt iedere beschrijving toepasselijk geïllustreerd.
Het boek draagt het stempel van de erudiete antiquaren die de informatie hebben aangeleverd. Zij lijken ook de doelgroep die Dejager voor ogen heeft gehad. Geen detail over de beschreven manuscripten en boeken blijft onvermeld. Alle informatie die de samensteller van een verkoop- of veilingcatalogus nodig heeft, wordt exact gegeven. En dankzij de keus voor de Engelse taal zal het boek zeker zijn weg vinden in de paardenminnende Angelsaksische wereld. De catalogus is letterlijk overweldigend, uiterlijk maar ook inhoudelijk. Het is ongetwijfeld een sieraad voor de boekenkast, vooropgesteld dat die groot genoeg is, en een prachtig koffietafelboek, als die tafel tenminste stevig genoeg is. Great Books on Horsemanship is een boek waarop het woordje ‘te’ van toepassing is, zeker wat betreft omvang en gewicht. Het is te groot, te dik en te zwaar voor dagelijks gebruik. Het zit stampvol waardevolle en belangrijke informatie voor alle soorten gebruikers, maar even iets opzoeken is fysiek en ook geestelijk een zware klus. Zelfs, of juist, met maar liefst vijf indexen: een op de auteurs van de beschreven werken, een op de kunstenaars wier werk besproken wordt, een op drukkers en uitgevers, een op vorige eigenaars en ten slotte nog eentje waarin alle persoons- en geografische namen zijn opgenomen die in de andere indexen geen plaats vonden. Dat is wat te veel van het goede - het vergt al diep nadenken om te weten welke index men nodig heeft. | |
[pagina 86]
| |
In één opzicht staat ‘te’ voor te weinig. Dat betreft de (series) prenten die vanaf het midden van de achttiende eeuw de bibliotheek van Dejager en dus ook dit boek overheersen. De legenda die op de prenten is gedrukt blijft onleesbaar, omdat deze niet getranscribeerd is. Ook de verdere beschrijving van de afgebeelde prenten is aan de schrale kant. Verzamelaar Johan Dejager, samensteller en redacteur Koert van der Horst, de leveranciers van informatie en de uitgevers hebben een monumentaal werk afgeleverd. Zij verdienen daarvoor de dank van de ‘boekenwereld’. | |
Andrew Pettegree, The invention of news. How the world came to know about itself
| |
[pagina 87]
| |
mogelijk verspreiden ervan is een activiteit van alle tijden. Tot voor kort, want nu voorbijgestreefd door het internet, was het eindresultaat van die ontwikkeling onze krant. Zijn langzame ontstaansgeschiedenis speelde zich af in het noorden van West-Europa en hing samen met de geschiedenis van ons werelddeel. The Invention of News, waarin het woord ‘newspaper’ soms bladzijden lang niet voorkomt, leest dan ook als een geschiedenisboek. Het blijft boeien en zal als een standaardwerk de geschiedenis ingaan. | |
Peter Cuijpers, Van Reynaert de Vos tot Tijl Uilenspiegel. Op zoek naar een canon van volksboeken, 1600-1900
| |
De Parelduiker 2015/2
| |
[pagina 88]
| |
Rietje van Vliet, Elie Luzac (1721-1796). Bookseller of the Enlightenment
| |
Ben Bos, Warren Lee
| |
August den Hollander en Erna van Looveren (eds.), Het Ruusbroecgenootschap. 90 jaar hoeder van spiritueel erfgoed
|
|