Rosenbach
Abraham (Abe) Rosenbach had antiquariaten in Philadelphia en New York. Hij was intelligent en charmant, een stevige roker en whiskydrinker, en hij beschikte over een uitstekend geheugen - een onmisbare kwaliteit voor een antiquaar. Gepromoveerd op een nooit gedrukt proefschrift op het terrein van de Engelse literatuur werd hij ‘the Doctor’ genoemd. De ondertitel van Books and bidders wekt de indruk dat hij als verzamelaar spreekt, maar dat is niet het geval. Rosenbach was óók een verzamelaar - zijn collectie bevindt zich nog steeds in zijn woonhuis, thans museum, in Philadelphia -, maar in Books and bidders gaat het vrijwel uitsluitend over de handel in oude boeken. Het is in feite een bundeling van stukken die hij voor tijdschriften schreef, dat wil zeggen: al whisky drinkend dicteerde. In 1936 verscheen het vervolg A book hunter's holiday, maar dat bestaat voornamelijk uit beschrijvingen van boekencollecties. Books and bidders is licht van toon en bevat veel dialoog, maar is vaak onduidelijk en soms zelfs onjuist. Het is noodzakelijk daarnaast het vuistdikke Rosenbach, a biography (1960) te raadplegen, een degelijk en helder werk dat werd samengesteld door zijn medewerkers Edwin Wolf en John Fleming.
De Doctor was zich bewust van de ambiance waarin de miljonairverzamelaar zich bewoog en buitte die uit. Hij citeerde met instemming de grote boekenverzamelaar Huntington, een van zijn beste klanten: ‘The ownership of a fine library is the surest and swiftest way to immortality!’ Dit hield in dat er hoge prijzen werden betaald, zowel bij inkoop als verkoop. Hij genoot ervan om op veilingen, onder het oog van de pers, de hoogste prijs voor een boek te betalen. Zijn winstmarges lagen hoog: de verkoopprijs was vaak twee- tot driemaal de inkoopprijs, overigens een nog steeds gehanteerd percentage. ‘I do not consider 400% a large profit, or 10,000 % large’, schreef hij uitdagend in een brief. Hij wilde gezien worden als de grootste antiquaar ter wereld en zo stond hij inderdaad te boek.
Zijn ijdelheid bracht hem meer dan eens tot het noteren van onwaarheden. Bij de trotse mededeling dat hij vier Gutenberg-Bijbels had verkocht noemt hij een van beide exemplaren die in 1911-12 werden aangeboden op de veiling van de bibliotheek van de grote verzamelaar Robert Hoe - dé veiling van de eeuw. Rosenbach kocht op die veiling het een en ander, maar geen Bijbel, want die ging zijn toenmalige draagkracht te boven. Later verkocht hij vier exemplaren van het beroemdste gedrukte boek aan de verzamelaars Scheide, Pforzheimer, Houghton. Harkness (voor Yale University), maar alleen van het aan Scheide geleverde exemplaar kon hij zich eigenaar noemen, bij de andere was hij alleen tussenpersoon.
Alle grote boekencollecties in de Verenigde Staten stonden op zijn klantenlijst. Om er een paar te noemen: Henry Hungington (nog steeds bestaand), Lessing Rosenwald (thans in de Library of Congress), Henry Folger (nog steeds bestaand), de Wideners (thans in Harvard University), J. Pierpont Morgan (nog steeds bestaand), John Scheide (thans in Princeton University), Estelle Doheny (in 1987-89 geveild). Aan deze verzamelaars verkocht hij zijn incunabelen, in het bijzonder die van Engelands eerste drukker William Caxton, en zijn handschriften en oude drukken uit de Engelse literatuur.
Al die boeken werden uit de Oude naar de Nieuwe Wereld getransporteerd, opvallend vaak via Engeland. Rosenbach wijdt een heel hoofdstuk aan het gegeven dat na de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen duizenden boeken uit het verarmde vasteland naar Engeland werden verscheept - tussen 1789 en 1834 staken vijftien Gutenberg-Bijbels het Kanaal over. Rosenbach was een regelmatige bieder in de Londense veilinghuizen, hetzij voor eigen voorraad, hetzij in opdracht van een verzamelaar (met een commissie van 10%).
Abraham Rosenbach (1876-1952). Library of Congress, Washington DC.