In rook opgegaan - Fahrenheit 451
Anne Verbrugge
Sofie Muller, Toren, rooktekening, 2015. KU Leuven, Kunstpatrimonium, aanwinst Commissie Actuele kunst, 2015.
Brand en vuur zijn regelmatig terugkerende thema's in het werk van de Belgische kunstenares Sofie Muller (1974). Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘The Prélude Pathétique’ van LUCA School of Arts in de Universiteitsbibliotheek (2013) en ter gelegenheid van de herdenking van de brand van de bibliotheek in 1914 maakte Muller voor de KU Leuven een aangrijpend tweeluik, Toren en Hart (2015). De ene tekening geeft de brandende bibliotheektoren weer, de andere een bloedend hart.
Muller maakt voor haar tekenwerk graag gebruik van weinig traditionele technieken. Ze creëert met papier en brandende kaarsen smoke drawings of rooktekeningen. Het is een trage en complexe methode waarmee ze toch tot bijzonder coherente resultaten komt, zoals de diptiek van toren en hart. Voor de laatste tekening werden ook bloed van de kunstenares en medicijnbuisjes gebruikt, ongebruikelijke materialen die refereren aan pijn en lijden, terugkerende motieven in haar werk. Ze sluiten naadloos aan bij de context van deze oorlogstentoonstelling. Het bloed en de buisjes verwijzen in dit universitaire verband ook naar anatomie, wetenschap en techniek.
Ook Mullers indringende installatie Clarysse (2012) diept het vuurthema uit. Zoals in meer van haar werken wordt vervormde lichamelijkheid samengebracht met beschadigde materialen als verbrand hout. De op het oog onschuldige schoolcontext van het werk is bedrieglijk en mondt uit in een verontrustende scène met een rij van zes deels verkoolde lessenaars. Op de vierde rij zit een bronzen meisjesfiguur in schooluniform en zonder hoofd, eenzaam en onmachtig, niet in staat te communiceren. Het werk Clarysse verwijst naar het gelijknamige personage in Fahrenheit 451 (1953) van de Amerikaanse schrijver Ray Bradbury. De roman beschrijft een dystopische toekomst waarin boekverbranding en censuur de norm zijn en elke kritische gedachte wordt onderdrukt. Fahrenheit 451 refereert aan de temperatuur waarop boeken vuur vatten.
Op de tentoonstelling ‘Boeken onder Vuur’ correspondeert Mullers werk met erfgoed stukken. De Fabrica (1543) van Andreas Vesalius ging in vlammen op in de brand van 1914, net zoals 300.000 andere boekwerken. Daar schieten enkel nog een veertigtal verkoolde relicten van over. Enkele tientallen verbrande en deels verkoolde boeken werden uit het puin gehaald na de brand van de bibliotheek in 1914. Ze werden als kostbare souvenirs verpakt in glazen kistjes, samengebonden met linten, verzegeld met het universiteitszegel in rode lak op wit papier. Men noemt ze wel sneeuwwitjes, voor altijd vereeuwigd en opgebaard in hun glazen kistjes. Het zijn stille getuigen van de totale oorlog die burgers noch erfgoed ontziet.
Zie ook: K. Reulens, Sofie Muller. Blackout, tableau vivant, Genk, 2012; S. Van Bellingen. ‘Een ontluisterende ode. De kunst van Sofie Muller’, Ons Erfdeel 58/2, (mei 2015), p. 36-45; www.sofiemuller.com & www.geukensdevil.com.