De Boekenwereld. Jaargang 31
(2015)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Affiches behoorden tot de belangrijkste propagandavormen van het nationaal-socialisme.Ga naar eindnoot1 Tijdens de strijd om het presidentschap in 1932 tussen zittende president Von Hindenburg en uitdager Adolf Hitler noteerde de propagandaleider van de nsdap, Joseph Goebbels, op 22 februari in zijn vaak geciteerde dagboek: ‘Onze aanplakbiljetten zijn prachtig geworden. De propaganda wordt zo uitmuntend uitgevoerd. Het gehele land moet ervan opzien.’Ga naar eindnoot2 En op 8 maart dat jaar: ‘De aanplakbiljettenoorlog is op zijn hoogtepunt. Wij staan tot nu toe aan kop.’Ga naar eindnoot3
De vrouw die nadenkt stemt ook NSB. Verkiezingsaffiche van ‘Y.P.’, 1939.
| |
BeeldenstrijdHet gebruik van affiches om een politieke boodschap uit te dragen was geen vinding van Goebbels, maar maakte al langer deel uit van de politieke cultuur in Duitsland. Op grond van een wet uit 1849 was het vanwege het ‘opruiende karakter’ tot 1918 verboden om met affiches politieke propaganda te bedrijven. Tijdens de Republiek van Weimar beleefde het politieke affiche echter een bloeitijd. Ook Hitler was zich zeer bewust van het belang van affiches als propagandamiddel. In zijn politieke getuigenis Mein Kampf schreef de leider van de nsdap hoe hij de propagandistische rol van affiches zag: ‘Het is niet de taak der propaganda, om den enkeling een wetenschappelijke vorming te geven, maar om de massa te wijzen op bepaalde feiten, gebeurtenissen, noodzakelijkheden, enz., waarvan de beteekenis dan eerst door de werking van deze (aanplak)biljetten binnen den gezichtskring der massa wordt getrokken. De kunst van het reclamebiljet bestaat nu uitsluitend hierin, om dit op zoo voortreffelijke wijze te doen, dat men algemeen overtuigd wordt van de realiteit van een bepaald feit, van de noodzakelijkheid van een gebeurtenis, van de juistheid van een noodzakelijk optreden, enz.’Ga naar eindnoot4 Hitlers denkbeelden werden vakkundig in de praktijk gebracht door Goebbels. Hij wist als geen ander dat visuele indrukken een grote zeggingskracht hebben. Het affiche bood bovendien voordelen boven andere vormen van propaganda. Een pamflet of brochure kon ongelezen worden weggegooid, de radio kon worden uitgezet en politieke bijeenkomsten konden simpelweg worden genegeerd. Aan een kleurrijk affiche op groot formaat viel evenwel niet te ontkomen. Goebbels stelde nauwkeurige richtlijnen op voor het vervaardigen en verspreiden van affiches. Die met tekst moesten kort en treffend zijn: de inhoud moest binnen één minuut gelezen kunnen worden en rood - ‘de kleur van de revolutie’ - moest overheersen. Belangrijk waren de zogenaamde beeldaffiches. Deze moesten zo weinig mogelijk tekst bevatten en de boodschap direct en duidelijk overbrengen. In de woorden van Goebbels: ‘Das sind die besten Bildplakate, die auch ohne Tekst alles Notwendige sagen.’Ga naar eindnoot5 Aanvankelijk werd op de nazi-affiches de tegenstander gekleineerd en belachelijk gemaakt, maar al snel schilderden de nazi's de vijand - met name joden en communisten - clichématig af als gevaarlijk, wreed en onmenselijk. Alleen Hitler kon het dreigende gevaar keren, zo wilde de propaganda doen geloven. In Mein Kampf wees Hitler nadrukkelijk op het belang van een voortdurende herhaling van een aantal vaste thema's: ‘Het bevattingsvermogen der groote massa is maar zeer beperkt, het begrip gering, de vergeetachtigheid daarentegen groot. De feiten brengen mede, dat iedere propaganda, welke doeltreffend wil zijn, zich tot, enkele, zeer weinige punten dient te beperken, om deze punten dan bij wijze van leuzen overal en op alle manieren te benutten, tot men zekerheid heeft, dat ook de laatste man en de laatste vrouw aan zulk een leus, aan zulk een idee de beteekenis hecht, welke men eraan gehecht wil zien.’Ga naar eindnoot6 Na Hitlers machtsovername in 1933 werd de propaganda volledig in dienst gesteld van het totalitaire systeem. Een sleutelpositie was weggelegd voor het door | |
[pagina 12]
| |
Goebbels geleidde Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda. De belangrijkste taak van het nieuwe ministerie was het verwerven van steun voor de nationaal-socialistische staat.
Dit is Jodewin. Jozef Delano Winston Roddel. Affiche van ‘dC’, 1943.
| |
Geen eindeloze stroom propagandaNa de snelle capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 waren alle ingrediënten aanwezig voor een Duits propaganda-offensief. De Nederlandse bevolking was in de eerste maanden van de bezetting ontvankelijk voor beïnvloeding. Het verhaal is al vaak verteld. De Duitse inval was als een grote schok gekomen en velen voelden zich door het overhaaste vertrek van de regering en vooral koningin Wilhelmina naar Londen in de steek gelaten. De Duitse militaire successen waren zo overweldigend, dat menigeen ervan uitging dat de ‘Nieuwe Orde’ blijvend zou zijn. Toenadering en verbroedering bepaalden de houding van de Duitse bezetter. Alles werd gedaan om bij het Nederlandse volk in de gunst te komen. Bij zijn werkzaamheden werd Rijkscommissaris Seyss-Inquart bijgestaan door vier General-Kommissare. Een van hen was Fritz Schmidt, wiens taak bestond uit het toezicht houden op de publieke opinie. Daartoe werd aan zijn commissariaat de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda toegevoegd. Tot tevredenheid van Seyss-Inquart had Goebbels geen directe zeggenschap over de koers die de Hauptabteilung moest gaan varen. Schmidt kon betrekkelijk autonoom opereren en het was aan hem om de richtlijnen uit Berlijn geschikt te maken voor Nederlandse consumptie.
linkerpagina
Populations abandonnées, faites confiance au soldat allemand! Verspreid in het bezette Frankrijk in 1940. Archives municipales de Nantes. Tegen de verwachting in produceerde de Hauptabteilung geen eindeloze stroom propaganda. In het nationaal-socialistische systeem stond propaganda in dienst van de politiek. En aangezien Seyss-Inquart de Nederlanders zelf de zegeningen van het nationaal-socialisme wilde laten ontdekken, vond de beïnvloeding van het bezettingsbestuur aanvankelijk op een subtiele wijze plaats. Rechtstreekse, onverbloemde Duitse propaganda was in 1940 nog een uitzondering. In bezet Frankrijk werd tijdens het eerste oorlogsjaar het affiche Populations abandonnées, faites confiance au soldat allemand! verspreid, met een sympathiek ogende Duitse soldaat die Franse kindjes koestert, maar iets dergelijks verscheen niet in het bezette Nederland. Eind november 1940 kreeg het propagandabeleid een sterke impuls door de oprichting van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (dvk), onder leiding van de nsb-er dr. T. Goedewaagen. Het was ook het moment dat de nsb officieel - en wat Mussert betrof eindelijk - bij de propagandavoering werd ingeschakeld. Over het algemeen sloot het uitgestippelde nationaal-socialistische propagandabeleid van het dvk naadloos aan bij dat van de nsb. Met het verschil dat dvk zich vooral richtte op het rijp maken van het Nederlandse volk voor het nationaal-socialisme, terwijl de afdeling Propaganda van de nsb, onder leiding van Ernst Voorhoeve, mikte op nationaal-socialistisch angehauchte Nederlanders. Zij werden opgeroepen de rijen van Musserts beweging te versterken. | |
[pagina 13]
| |
‘Voor of tegen ons’Begin oktober 1940 vond in Den Haag een bespreking plaats tussen een afvaardiging van de nsb, onder leiding van Musserts naaste adviseur, graaf M.V.E.H.J.M. de Marchant et d'Ansembourg, en het hoofd van de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda, P. Fink. Onderwerp was het propagandabeleid van de nsb in de ‘Nieuwe Tijd’. D'Ansembourg meldde in zijn verslag aan het hoofdkwartier van de nsb: ‘Ten slotte spoorde Dr. Fink ons aan toch meer met aanplakbiljetten te werken. Ook te dien aanzien wil hij ons zijn materiaal ter beschikking stellen. Inderdaad lijkt mij dit punt zeer behartigenswaardig. Het is in den huidige tijd een uitstekende methode om contact met de bevolking te krijgen, om op regelmatige tijden steeds weer met nieuwe grafische voorstellingen van onze bedoelingen blijk te geven.’Ga naar eindnoot7
rechts
Engelse vliegers kennen geen genade voor vreedzame burgers, daarom blijft in huis. Ontwerper onbekend, 1942. Toch lieten zowel het Rijkscommissariaat als de nsb die eerste bezettingsmaanden nauwelijks propaganda-affiches vervaardigen. Een belangrijke uitzondering is een affiche uit de zomer van 1940 met de tekst: ‘Engelsche vliegers kennen geen genade voor vreedzame burgers. Daarom, blijft in huis.’ Dit plakkaat riep - met het Duitse bombardement op Rotterdam een paar weken eerder in het achterhoofd - veel reacties op en beantwoordde daardoor volledig aan het doel: angst zaaien voor Engelse luchtaanvallen op Nederland. Affiches uit het eerste oorlogsjaar die betrekking hadden op de gewijzigde omstandigheden bevatten | |
[pagina 14]
| |
vooral officiële mededelingen en waren veelal plaatselijk van aard. Burgemeesters brachten hun burgers op de hoogte van zaken als distributie, luchtbescherming en persoonsbewijzen. En passant werd de bevolking opgeroepen zich vooral niet te verzetten tegen de Duitse bezetter: orde en rust, luidde het parool.
In dienst van ons volk. En Gij? Wordt W.A. Man. Affiche van Lou Manche, gedrukt door Mes & Bronkhorst, Haarlem, 1940.
De propaganda doorliep in die eerste fase van de bezetting alle stadia van demagogisch raffinement. Vriendelijkheid en agressie, triomf en verbittering, leugen en waarheid - alle middelen werden ingezet om de openbare mening te beïnvloeden en de nazificatie van Nederland te bevorderen. De propaganda was tweeledig. Enerzijds het afzetten tegen Engeland, tegen het Huis van Oranje, en tegen de ‘vermolmde’ democratie die verantwoordelijk was voor alle ellende in de vooroorlogse crisisjaren. Anderzijds werden de zegeningen van het nationaal-socialisme vanuit een positieve, offensieve benadering getoond. In 1941 kwam de nationaal-socialistische propagandamachine goed op stoom. Begin dat jaar had Seyss-Inquart het einde van de campagne voor verbroedering en tevens van de Duitse lankmoedigheid aangekondigd: ‘Thans staat ieder voor de keuze: voor of tegen ons.’Ga naar eindnoot8 Het een na het andere propaganda-affiche verscheen in het straatbeeld. Ook de nsb manifesteerde zich. Door affiches met teksten als ‘Mussert strijdt voor Nederlands plaats in het Nieuwe Europa. Strijdt mee!’ werd de bevolking opgeroepen de kop niet langer in het zand te steken, maar ondubbelzinnig te kiezen voor een nationaal-socialistisch Nederland onder aanvoering van ‘Leider’ Anton Mussert.
Nederlanders. Voor uw eer en geweten op!- tegen het bolsjewisme. De Waffen-SS roept u! Ontwerper ‘S’, 1942.
| |
OntwerpersVoor het ontwerpen van de propaganda-affiches werden reclamebureaus ingehuurd, zoals Studio Arend Meijer in Den Haag en Mes & Bronkhorst in Haarlem, maar ook individuele beeldende kunstenaars. Binnen het dvk spraken de leden van de Propagandaraad herhaaldelijk hun ergernis uit over het feit dat maar weinig Nederlandse ontwerpers geschikt waren om goede propaganda-affiches te vervaardigen. Steeds weer moest worden teruggevallen op een select groepje sympathiserende ontwerpers. De leider van het Bureau Schriftelijke Propaganda van het dvk, C.M. Thoen, stelde op 28 oktober 1942: ‘Men heeft hiervoor nodig den reclamekunstenaars, die tevens volkomen nationaal-socialistisch voelen. Deze | |
[pagina 15]
| |
Uw plaats is nog vrij in de Waffen SS. Ontwerper onbekend, 1942.
| |
[pagina 16]
| |
mensen zijn natuurlijk zeer sporadisch te vinden.’Ga naar eindnoot9 Een ander terugkerend probleem was dat goede tekenaars en ontwerpers hun prijs hadden. De propagandaleider van de nsb, Ernst Voorhoeve, die sinds begin 1942 ook de leiding van de Afdeling Propaganda van het dvk op zich had genomen, droeg dan ook een financieel argument aan: ‘Wij kunnen nooit over behoorlijke en zeer kundige politieke tekenaars beschikken om de doodeenvoudige reden, dat wij hen niet behoorlijk kunnen financieren. Wij betalen bijv. voor een affiche f 100, terwijl er elders voor dergelijke dingen f 800 en meer wordt uitgegeven.’Ga naar eindnoot10
Ons nationalisme uw redding, ons socialisme uw toekomst. Affiche van Lou Manche, 1943.
Het vervaardigen van affiches was zonder meer een kostbare zaak. De kosten van een enkel affiche, inclusief verzending en ophanging bedroegen f 20.000. Het gevolg was dat het dvk in 1943 nog maar eens per twee maanden een affiche kon uitbrengen.Ga naar eindnoot11 Met afgunst werd gekeken naar Duitsland, waar genoeg geld beschikbaar was en de propagandamakers konden putten uit een groot reservoir aan ontwerpers. Maar er was ook reden voor enige tevredenheid. Tekenaars en ontwerpers als Louis Manche, Peter Beekman, Claudius (pseudoniem van M.J.G. Thomassen), Pieter Pouwels en vooral M.A. Koekkoek (zoon van de beroemde tekenaar van schoolplaten) wisten het nationaal-socialistische gedachtegoed en de verbondenheid met Hitler-Duitsland in hun werk vakkundig en creatief tot uiting te brengen. | |
Richtlijnen en verspreidingnsb-affiches en andere aanplakbiljetten met een politieke of sociale strekking moesten eerst aan de Hauptabteilung ter keuring worden voorgelegd. Vanaf 1 mei 1942 werd het dvk belast met de keuring van Nederlandse propaganda-affiches.Ga naar eindnoot12 Het nummer van de goedkeuring werd op het affiche vermeld, evenals de periode waarin het affiche mocht hangen. Het K(engetal)-nummer, dat op veel affiches staat vermeld, was een teken dat - in een tijd van papierschaarste - toestemming voor het papiergebruik was verkregen.Ga naar eindnoot13 Het eerste jaar van de bezetting mochten de burgemeesters zelf beslissen of zij affiches binnen hun gemeentegrenzen lieten ophangen. Tot ergernis van de nsb en het dvk grepen ‘goede’ burgemeesters deze vrijheid van handelen aan om hun gemeente zoveel mogelijk verschoond te laten blijven van nationaal-socialistische propaganda. De regeling ‘Aanbrengen van aanplakbiljetten van politieke strekking’ van Generalkommissar Schmidt uit juli 1941 maakte hier een eind aan. Gemeentes werden verplicht propaganda-affiches op te hangen.
links
Wie van deze twee is de ware Nederlander? Affiche van Lou Manche voor het Vrijwilligers Legioen Nederland, 1943. Wat overigens niet wilde zeggen dat dit inderdaad gebeurde. In mei 1943 constateerde het Hoofd van het Bureau Propagandavoering van het dvk in een brief aan ‘Alle Propagandavoerende Instanties’: ‘Talloze bewijzen van gemeentes, waar nooit een biljet op een bord geplakt is, zijn voorhanden. Wij hebben zelf thans de bewijzen, dat in sommige provincies in de grootste helft van het totaal aantal gemeentes nooit geplakt is.’Ga naar eindnoot14 Een inspectiereis van het dvk bracht pijnlijk aan het licht dat | |
[pagina 17]
| |
in de noordelijke provincies, grote plaatsen uitgezonderd, vrijwel geen propaganda-affiche te zien was. Vooral in Friesland en in de Achterhoek vond het Departement de situatie verontrustend.Ga naar eindnoot15 Daarom werd bepaald dat de verspreiding van affiches in het vervolg in handen moest komen van negen grote Nederlandse reclamebureaus, zoals Pip Matthé uit Roosendaal en de Amsterdamse bureaus Talsma en vooral Remaco.
Nijmegen 22-2-'44. Anglo-Amerikaanse Oorlogsvoering. Affiche van Lou Manche, 1944. De geallieerde piloten hadden Nijmegen per ongeluk aangezien voor een Duitse stad - met achthonderd doden ten gevolge.
De aan de Herengracht 433 gevestigde N.V. Remaco was de grootste onderneming op het gebied van verspreiding van affiches, met filialen en agentschappen in het hele land. Het bedrijf had door een uitgekiend pachtsysteem een monopolie in de Nederlandse buitenreclame. Begin 1941 was Remaco overgenomen door Ala Anzeigen-Gesellschaft, het grootste publiciteitsbureau in Duitsland. Vanaf dat moment hield het bedrijf zich voornamelijk bezig met het aanplakken van affiches voor politieke doeleinden; het gewone reclamewerk kwam op de tweede plaats.Ga naar eindnoot16 Op muren en zuilen, voorheen getooid met sigarettenreclames als ‘Chief Whip op ieders lip’, plakte Remaco nu affiches voor de nsb, de ss en het Nederlandsch Arbeidsfront.Ga naar eindnoot17 Voor het bedrijf leken gouden tijden aangebroken. In een grote stad als Den Haag had Remaco het alleenrecht om de stad van affiches te voorzien.Ga naar eindnoot18 Toch namen de winsten van het bedrijf niet spectaculair toe. Werd voor de oorlog voor het aanbrengen van een reclameaffiche f 2,90 in rekening gebracht, nu moest dat voor een derde van dat | |
[pagina 18]
| |
linkerpagina
De vangarmen van de dollarpoliep worden afgesneden. Affiche van Lou Manche, 1944. | |
[pagina 19]
| |
bedrag gebeuren, ‘omdat zoowel de nsb als de Duitsche overheid van meening waren, dat deze prijs te hoog was.’Ga naar eindnoot19 Het bevestigt nog eens dat zowel de bezetter als de nationaal-socialistische organisaties in Nederland financieel weinig over hadden voor propaganda-affiches. | |
Een laatste pogingTijdens de tweede helft van de bezetting hield de propagandavoering aan. De benadering van de oorlog verschoof evenwel, naarmate de Duitse nederlaag zich duidelijker aftekende. De propagandastrategen opereerden steeds meer vanuit een defensief en agressief uitgangspunt. Thema's als ‘angst’ en ‘terreur’ voerden de boventoon. De ellende die in Oost-Europa werd veroorzaakt door ‘Aziatische horden’ kreeg veel aandacht, evenals de ‘verschrikkingen’ die zouden voortvloeien uit de geallieerde invasie. De Duitsers wensten in deze fase geen doelgerichte nsb-propaganda meer. Het was hun al lang duidelijk geworden dat Mussert, eind 1942 door Hitler benoemd tot ‘Leider van het Nederlandsche volk’, nauwelijks aanhang had. Op haar beurt begon de nsb in te zien dat zij slechts weinig van de Duitse bezetter had te verwachten. De beweging probeerde daarom een meer zelfstandige koers te varen door zich te richten op de Nederlandse onafhankelijkheid. Dit werd zichtbaar door afficheleuzen als ‘Ons nationalisme uw redding, ons socialisme uw toekomst’. In maart 1944 deed het Departement van Binnenlandse Zaken met de handleiding ‘Het plakken van affiches’ een ultieme poging de propaganda in goede banen te leiden. Daarin was een aantal foto's opgenomen dat toonde hoe het vooral niet moest, met bijschriften als ‘Commentaar overbodig’. Dat alle eerdere maatregelen weinig hadden uitgehaald blijkt uit de inleiding: ‘De wijze, waarop tot heden de biljetten op de gemeentelijke aanplakplaatsen zijn geplakt, is geheel in tegenspraak met de eischen, welke de propaganda stelt. Het meerendeel der aanplakgelegenheden geeft een bonte mengeling van schots en scheef, naast en over elkaar geplakte affiches te zien. Het is te begrijpen, dat in dezen chaos elk biljet afzonderlijk zijn werking volkomen verliest.’Ga naar eindnoot20 Veel maakte het niet meer uit. Door het oorlogsverloop en het definitieve faillissement van de Duitse toenaderingspolitiek hadden de nationaal-socialistische affiches hun uitwerking verloren. Kleurige propagandabiljetten bepaalden niet langer het straatbeeld. Na Dolle Dinsdag, 5 september 1944, was er in Nederland nauwelijks nog sprake van gestructureerde propaganda. De technische en materiële mogelijkheden waren te gering. De nsb en haar organisaties hadden het laatste restje betekenis verloren. Wat de Duitsers nog aan propaganda inzetten was gericht op het ondermijnen van het moreel van de onderdrukte bevolking. Zo werd keer op keer benadrukt dat de bevrijding aan talloze onschuldige burgers het leven zou gaan kosten en dat onder een communistisch bewind een einde kwam aan de eeuwenlange christelijke beschaving in Nederland. De aanplakzuilen werden in het laatste oorlogsjaar vooral ingenomen door bekendmakingen van de plaatselijke overheid, Duitse dreigementen en doodvonnissen.
rechts
Ons socialisme uw toekomst. Affiche van Studio Arend Meijer, 1944. Op 4 mei 1945 verschijnt het laatste Duitse affiche in bezet Nederland. In een zoals gewoonlijk tweetalige Bekendmaking maakt de Beauftragte des Reichskommissars voor de provincie Noord-Holland en Amsterdam bekend dat alle berichten over de capitulatie van de Duitse troepen gebaseerd zijn op loze geruchten. De bevolking wordt daarom ernstig gewaarschuwd zich van feestvreugde te onthouden. Onderaan het affiche staat in rode letters vermeld: ‘Afscheuren of beschadigen van dit plakkaat is strafbaar.’ |
|