De Boekenwereld. Jaargang 30
(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
De Collectie Koopman in de Koninklijke Bibliotheek is een van de weinige Nederlandse voorbeelden van een particuliere verzameling die mét een bijbehorend financieel fonds is nagelaten aan een bibliotheek. Het fonds waarborgt toekomstige aanschaf en onderhoud en dit houdt de collectie levend. Er zijn elk jaar aanwinsten te melden én er zijn uitnodigende toekomstplannen.
Henri Matisse en Pierre Reverdy, Les jockeys comouflés, p. 26-27. Parijs. À la Belle Édition, 1918.
Henri Matisse en Pierre Reverdy, Les jockeys camouftés & période horstexte, p. 20-21. Parijs, Pierre Reverdy, 1918.
| |
Van literatuur naar kunstDe bibliotheek van ingenieur L.J. Koopman (1887-1968) was eerder onderwerp van een speciale aflevering van De Boekenwereld (september 2005). Ter opfrissing het volgende. Koopman kreeg via zijn moeder belangstelling voor de Waalse Kerk en de Franse taal en literatuur werd hem van jongs af aart bijgebracht. Hij verzamelde vanaf de Eerste Wereldoorlog vooral contemporain proza en essays van auteurs als Blaise Cendrars, Paul Valéry en Colette. In 1925 ontmoette hij de Belgische Anny Antoine (1897-1933), die eenzelfde passie voor de moderne bibliofilie koesterde en met wie hij zich in 1931 verloofde.Ga naar eind1 Zij bespraken de grote romancycli van die tijd, waarin sociale problemen aan de orde kwamen. Hoewel Anny Antoine maar een kleine boekerij bijeenbracht - zo'n 600 boeken -, ging het daarbij wel om fraaie edities en enkele mooie boekbanden. Een gruwelijk tramongeluk maakte een einde aan haar leven, ze was pas 35. Na haar dood kreeg Koopman de beschikking over haar bibliotheek en hij besloot die bij de zijne te voegen, het ensemble aan haar nagedachtenis op te dragen en onder te brengen bij de KB. Bij zijn dood ging het om 6000 titels, nu zijn er meer dan 10.000. De aard van de verzameling is veranderd. De literaire oriëntatie - eerste drukken, opdrachtexemplaren, handschriften, portretten - is verruild voor een concentratie op geïllustreerde werken in bijzondere uitgaven. Maar de Franse taal is minder in de mode dan voorheen en tegenwoordig ligt de nadruk dan ook op de kunstzinnige en typografische elementen. | |
Internationaal publiekDe financiën worden beheerd door de Stichting Fonds Anny Antoine/Louis Koopman. Het fonds maakt het mogelijk om aanwinsten te verwerven én activiteiten te ontwikkelen.Ga naar eind2 Sinds de eeuwwisseling zijn verschillende initiatieven ontplooid. Er is een website gelanceerd, met filmpjes en verhalen over tientallen boeken. De teksten daarvan zijn beschikbaar in het Nederlands, Engels én Frans en belichten de geschiedenis van de boeken, maar ook de literaire en kunsthistorische aspecten. De teksten zijn voor een brede lezersschare bedoeld en beantwoorden allerlei vragen: wie dwong Apollinaire tot een besluit over de term Surrealisme? Welk boek van de schrijver Claudel werd gedrukt in Peking? Welke status had het gebruik van sjablonen en stencils (de pochoirtechniek) voor illustraties in de jaren twintig? Welke Franse uitgever vestigde zich in de Haagse Van Aersenstraat? Hoe maak je met meccano een ets die een mattenklopper voorstelt? Welke Franse auteur vond in 1929 de Nederlanders een ‘gelukkig’ en ‘wijs’ volk? Welke Franse auteur smokkelde Khmer-beeldjes en bracht het tot minister? Van welke schrijver kon Matisse geen boek uitlezen, terwijl hij ze nota bene zelf illustreerde? Hoe fotografeer je een engel? Welke uitgever publiceerde gedichten met doorhalingen en al? Is er inderdaad een Franse kunstenaar geweest die wilde dat Louis Koopman een nieuwe hobby nam - en wel: sportvissen? | |
[pagina 30]
| |
André Lhote en Jean Cocteau, Escales. Parijs, Éditions de la Sirène, 1920.
| |
Naar New YorkTentoonstellingen in Den Haag, Auxerre en Brussel maakten de collectie niet alleen in, maar ook buiten Nederland bekender en voor 2016 staat een tentoonstelling gepland in New York. Daar zal het bijzondere eenentwintigste-eeuwse Franse boek centraal staan. Intussen verscheen in 2009 het Franstalige boek Voix et visions met prachtige foto's in een vormgeving van Huug Schipper, terwijl tegelijkertijd een Engelse versie werd uitgebracht, Voices and Visions.Ga naar eind3 Ter gelegenheid van de New Yorkse tentoonstelling zal een nieuwe uitgave verschijnen. | |
Oudere aanwinstenNaast eenentwintigste-eeuwse boeken worden ook bijzondere oudere uitgaven opgenomen in de verzameling, bijvoorbeeld het eerste boek met illustraties van Henri Matisse, aan wie het Stedelijk Museum in Amsterdam volgend voorjaar een tentoonstelling zal wijden. Dit boek ontstond in 1918 in samenwerking met de uitvinder van de kubistische poëzie, Pierre Reverdy. Op de titelpagina van Les Jockeys camouflés plaatste de drukker François Bernouard vóór hun namen ‘Monsieur’. Monsieur Reverdy en Monsieur Matisse waren daar al niet over te spreken, maar erger nog vond de dichter dat de teksten in verschillende kleuren waren afgedrukt: groen, oranje en blauw. Hij keurde de oplage af en liet in eigen beheer een nieuwe druk maken, waarin de tekeningen van Matisse op andere plekken terecht kwamen. Nu vinden we de echte eerste druk veel avontuurlijker en sprekender. In de Collectie Koopman kunnen beide edities met elkaar vergeleken worden.
André Lhote en Jean Cocteau, Escales. Parijs, Éditions de la Sirène, 1920 (luxe editie).
Datzelfde geldt voor een samenwerking tussen André Lhote en Jean Cocteau, Escales (1920). Er waren al twee exemplaren op papier van Lafuma, waaruit goed kon worden opgemaakt dat de pochoirtechniek in elk exemplaar tot net iets andere resultaten leidt, door minieme verschuivingen van de gebruikte stencils. Nu is er ook een van de vijf luxe exemplaren op Japans papier bijgekomen, waaruit dat nog duidelijker blijkt. Vooral de helderheid van de kleuren verschilt. De typografie van het boek is uitzonderlijk. Jean Cocteau vertelde dat hij het liefst het lettertype had toegepast dat hij kende uit | |
[pagina 31]
| |
kinderboeken, maar dat was niet beschikbaar. Hij liet zo'n boek reproduceren, knipte de letters uit, plakte ze naast elkaar, waarna dit in Escales opnieuw gereproduceerd werd. Hierdoor kreeg Cocteau de vrijheid om sommige regels helemaal scheef te laten lopen en om gedichten overdwars op de pagina te zetten. Vaak is het visuele poëzie geworden. | |
Moderne aanwinstenBij acquisities ligt de nadruk echter op werken die na 2000 zijn verschenen: boeken van Franse kunstenaars of drukkers, boeken met een Franstalige tekst of van Franse uitgevers. Vaak gaat het om internationale samenwerkingen waarvan één aspect Frans is. Een voorbeeld is een boek van de oorspronkelijk Franse kunstenaar Jean-Pierre Hébert (1939), die al jaren in Santa Barbara in Amerika woont. Op basis van een tekst van Italo Calvino, uit diens intrigerende roman Invisible Cities, maakte Hébert een variant daarop, waarin de spatie al die steden opeens wél zichtbaar maakt: In Visible Cities. Het boek is een uitgave van Harry en Sandra Reese. De regels van ieder tekstfragment zijn met de hand gezet en worden door een verticaal, op zijn kant gezet acrostichon verbonden. Hébert schreef een computerprogramma waarmee de teksten werden ontleed en op basis van algoritmen zijn zo afbeeldingen ontworpen die met een inktjetprinter zijn gedrukt. Ze tonen een landschap van lijnen die tientallen kleurvlakjes verbinden. Hébert vindt dat tekenen een puur rationele vaardigheid is, geen handwerk. Het resultaat is overigens verbazingwekkend mooi. De typografie refereert aan de edities van Ilia Zdanevich en de ‘illustraties’ lijken op composities van John Cage.
Van Marcel Proust bestaan veel minder bijzondere geïllustreerde uitgaven dan je zou verwachten. De Franse kunstenares Nicole Morello (1953) nam de openingszin van diens beroemde romancyclus als uitgangspunt voor een kunstenaarsboek dat nauwelijks nog een boek is. De doos waarin een gedrukt boekje ligt (Longtemps, je m'essuie couché de bonheur) is helemaal gemaakt als een luxe verpakking voor zakdoeken en inderdaad liggen er vier met de hand door de kunstenares geborduurde zakdoeken in.
De van oorsprong Amerikaanse kunstenares Shirley Sharoff werkt al jaren vanuit een atelier in Montreuil bij Parijs. Dit najaar bezocht ik haar om haar recente projecten te bespreken. Een daarvan is gedrukt door Vincent Auger met etsen van René Tazé. De tweetalige tekst is van Ian Monk, Impermanence subtite. Subtle impermanence en gaat over afval. Hij schrijft dat we niet meer moeten denken in categorieën als aarde, water, vuur en lucht, maar in de elementen die ons nu omringen: papier, plastic, glas en overig afval, ‘those things that finish up in their own trash can’. Naast de etsen heeft Sharoff découpages gemaakt en collages van plastic zakken.
Jean-Pierre Héberten Italo Calvino, In Visible Cities. Isla Vista, CA, Edition Reese, 2012.
Nicole Morello, Les mouchoirs de Proust. Düsseldorf, Nicole Morello, 2014.
Een samenwerkingsproject, dat steeds ongrijpbaarder lijkt te worden, opereerde onder de naam ‘Zone Opaque’ en lijkt nu ‘Trait-Graveurs d'Aujourd'hui’ te heten. Het is een collectief dat probeert aan de wetten | |
[pagina 32]
| |
van de markt te ontkomen, wat het zeer lastig maakt hun uitgaven te kopen, als ze al officieel een verschijningsdatum halen... Van hun tijdschrift, Les Cahiers du Trait, verschenen vanaf 2008 drie afleveringen die typografisch verrassend en complex zijn. De namen van de auteurs van de bijdragen worden nog net vermeld, maar die van de kunstenaars zijn alleen in het colofon opgenomen. In hun nieuwste uitgave Grand Livre, met verhalen uit de Grande Guerre, komt de naam van de drukker/uitgever helemaal niet meer voor. | |
Koopman StipendiaDe collectie wordt steeds vaker gebruikt voor presentaties of studie. De banden met de universitaire wereld zijn aangehaald ten einde studenten en onderzoekers in de gelegenheid te stellen met de bijzondere objecten in contact te komen. Op basis van de uitkomsten van expertmeetings is gekozen voor drie concrete doelen voor de promotie van de verzameling in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek: stipendia, masterclasses en stages. Het eerste stipendium is het ‘Louis Koopman Stipendium’ (€10.000), dat eenmaal in de twee jaar zal worden aangeboden. Het tweede heet ‘Anny Antoine Stipendium’ (€5.000) en kan meerdere malen per jaar worden aangeboden. In aanmerking komen wetenschappelijk onderzoekers, master- en research-master-studenten op het gebied van literatuur-, kunst- en boekgeschiedenis, ingeschreven bij een Nederlandse universiteit. Daarnaast worden onkostenvergoedingen verstrekt.Ga naar eind4
Louis Koopman reed in een stevige bolide en liefst op topsnelheid, als een futuristische bibliofiel, wiens collectie nu bijna een eeuw geleden is begonnen maar dankzij zijn vooruitziende blik nog steeds voortleeft.
links en onder Shirley Sharoff en Ian Monk, Impermanence subtile. Subtle impermanence. Parijs, Shirley Sharoff, 2013.
|
|