De Boekenwereld. Jaargang 30
(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
[pagina 13]
| |
‘Wat je weglaat is het belangrijkst. Zo is het met tekenen toch ook. Wat je NIET tekent, daar gaat 't om. Het maken van een tekening vereist bezinning. Eerst vind je 'm mooi. Na een uur vind je 'm al minder en na drie dagen vind je 'm niks.’Ga naar eind1 Het pseudoniem ‘Maz’ zal voor altijd verbonden blijven met Dick Bos, de stripheld uit de oorlogsjaren, maar het werk van Alfred Mazure omvat veel meer. In een carrière van ruim veertig jaar - hij stierf betrekkelijk jong in 1974, 59 jaar oud - tekende hij vele strips in dagbladen en tijdschriften, illustreerde talloze boeken, draaide films en schilderde zo'n twintig tot dertig schilderijen per jaar. Daarnaast schreef hij meer dan twintig romans en detectives. In zijn illustratieve werk beperkte hij zich niet tot één genre: hij maakte net zo gemakkelijk omslagen voor meisjes- en jongensboeken als voor streekromans, erotische lectuur en religieuze werken. Realistisch werk werd afgewisseld met karikaturale schetsen. In dit artikel een retrospectief van veertig jaar Maz in omslagen.
Een vroege Maz: omslag van H.H. Knibbs, Stanley Noordwaarts, Utrecht, Neerlandia, 1935. Tenzij anders vermeld zijn de afbeeldingen bij dit artikel afkomstig uit de collectie van de auteur.
Vliegende bakvis. Co Kars, Spriet vliegt uit, Den Haag, De Kern, [1939].
| |
Bakvis in de wolkenAlfred Leonardus Mazure werd in 1914 geboren in Nijmegen, maar groeide op in Den Haag. In 1933, drie maanden voor zijn eindexamen, werd hij van school gestuurd en begon toen te tekenen voor het Geïllustreerd Stuiversblad en de Nederlandsche Illustratie. Voor deze weekbladen van de N.V. Uitgevers-Mij. Neerlandia in Utrecht maakte hij kleine zwart-wit illustraties voor allerlei soorten verhalen, soms voorzien van een rode steunkleur. Detectives, westerns, liefdesverhalen of feuilletons: beide tijdschriften boden hun lezers een breed assortiment. Bij Neerlandia verschenen ook Mazures vroege boekomslagen, toen nog onder zijn eigen naam. In rood en zwart sieren zijn tekeningen de omslagen van Stanley Noordwaarts (geschreven door H.H. Knibbs) en Edna (van Laurence Clarke). De tekeningen waren in dezelfde stijl als zijn werk voor de twee weekbladen: realistisch getekend met fijne tekenpen. Toen hij enkele jaren later de gelegenheid kreeg om omslagen te ontwerpen voor de Haagse uitgeverij De Kern, koos hij een andere stijl. De Kern was gespecialiseerd in meisjesboeken en Mazures omslagen waren dan ook gericht op ‘bakvissen’ die wegdroomden bij het geluk van de vrouwelijke hoofdpersoon. De naam van de heldin wordt gewoonlijk in de titel vermeld - Jop's groote avontuur, Roetmop, Spriet vliegt uit en Het is lente, Trix. Zij vindt aan het einde van het boek het geluk, waarop het verliefde stel elkaar in de armen kan sluiten. Uiteraard gaat dat happy end gepaard met een ‘zachte stem’ en een ‘verliefde blik’. Mazures omslagen tonen een fris meisjesgezicht in zachte kleuren of een meisje dat letterlijk in de wolken is (Spriet vliegt uit). Het zal de lezeressen beslist hebben aangetrokken. Ook de illustraties in het binnenwerk waren van zijn hand. De recensent van het Soerabaijasch Handelsblad van 26 februari 1940 was niet bijster enthousiast over zijn bijdrage aan Jop's Groote Avontuur: ‘De illustratieve verzorging berustte bij Alfred Mazure. Wij moeten echter eerlijk bekennen, dat de krabbels bij twee hoofdstukken ons nog wel konden voldoen, doch de groote titelplaat en den bandomslag vonden wij in één woord: leelijk. Een geïllustreerd boek is aantrekkelijk, ongetwijfeld, maar uitstekend geschreven boeken verliezen ongeloofelijk veel van deze aantrekkelijkheid door slechte illustraties.’ Daarentegen oordeelde De Telegraaf: ‘De omslag ziet er, evenals de tekening, goed uit.’ | |
Methaan en BosIn 1939 tekende Mazure de omslagen van enkele jongensboeken die werden uitgegeven door de Rotterdamse firma Van Nelle, vanouds in koffie, thee en tabak. Die van het science fiction-verhaal Ingenieur Methaan vindt uit is interessant in het licht van zijn verdere loopbaan. De hoofdpersoon staat voor het ronde raam - eigenlijk een patrijspoort - van een raket, met uitzicht op een planeet. Hij heeft een strakke, ferme blik, een glad voorhoofd, een gekamde kuif en een scherpe neus. Mazures meest bekende stripheld Dick Bos maakte in juli 1940 zijn opwachting in het weekblad De Prins, maar vergelijking met ingenieur Methaan maakt duidelijk dat hij eigenlijk al een jaar eerder was geboren. | |
[pagina 14]
| |
Halverwege 1941 verschenen bij Ten Hagen's Drukkerij en Uitgeversmaatschappij in Den Haag de eerste stripboekjes van Dick Bos. Ze hadden het kenmerkende beeldromanformaat van 7 bij 12 cm, pasten gemakkelijk in de broekzak en hadden op elke pagina één tekening. Elke maand verscheen een nieuw avontuur van de stoere speurder met titels als Zilver, Chicago, Gas en Jiu Jitsu. Na vijftien boekjes kwam er in 1942 een abrupt einde aan de succesreeks. De Duitse bezetter besefte het propagandistische potentieel van Dick Bos en deed Mazure het voorstel om de stripheld te verduitsen: de tekenaar kreeg een blanco cheque, waarop hijzelf een bedrag mocht invullen, wanneer hij bereid was Dick Bos te veranderen in een Duitse spion. De boekjes zouden onder het Duitse leger worden verspreid, in een onwaarschijnlijk grote oplage. De schepper van Dick Bos weigerde op het aanbod in te gaan en korte tijd later werden de boekjes verboden. Mazure bleef niet bij de pakken neerzitten en maakte enkele korte films over zijn held. Daarnaast publiceerde hij samen met de schrijver Leonhard Huizinga illegale boekjes als Wat straks?, waarin ‘Handje Plak’ (Huizinga) Reichskommissar Seyss Inquart op rijm van repliek diende naar aanleiding van een ronkende toespraak. Het boekje was geïllustreerd met karikaturen van Mazure. | |
Duurzame katoenKort na de oorlog maakte Mazure de omslagen en illustraties voor Als de katoen rijpt van Gwen Bristow, een trilogie over de geslachten Larne en Upjohn tegen de achtergrond van de katoenbouw in Zuid-Carolina. Het driedelige werk beleefde vele herdrukken, tot ver in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Mazures drie omslagen voor de eerste druk verschillen nogal van elkaar. Voor het eerste deel Midzomer schetste hij een episode uit het boek: iemand met een houten been doet een zittende man van zijn stoel vallen, terwijl op de achtergrond een jonge vrouw geschrokken toekijkt. Deel twee, Blanke slaven, heeft op het omslag een slordig ogende kleurenillustratie uit het boek. Voor het afsluitende deel Nieuwe adel tekende hij nauwkeurig het hoofd van een jonge vrouw met een kleurrijke hoed. Interessant is dat de uitgever bij herdruk de eerste twee delen van een nieuw omslag voorzag. Tekeningen die in de eerste druk in het boek zelf waren opgenomen sierden nu de buitenkant. De uitgever koos voor tekeningen met tijdgebonden kostuums, die de koper wellicht een beter beeld gaven van de inhoud. Die vormgeving had blijkbaar succes, want met de nieuwe omslagen van Mazure werden de boeken keer op keer herdrukt. | |
ZedenbederfIn 1946 verhuisde Mazure naar Engeland en bouwde daar een nieuw bestaan op als illustrator, striptekenaar en uiteindelijk ook als schrijver. Voortaan richtte hij zich vooral op de Engelse markt met strips in kranten en illustratiewerk voor uitgeverijen, maar hij pakte ook de draad van Dick Bos weer op.
De proto-Dick Bos. T. Bosman, Ingenieur Methaan vindt uit, Rotterdam, Erven van Nelle, 1939.
NS-Beest. Leonhard Huizinga en Alfred Mazure, Een natie onder de nazi's, Den Haag, Ad. M.C. Stok / Forum Boekerij, 1970. Maz maakte de tekeningen in de winter van 1944-45. Een deel daarvan verscheen in het illegaal gepubliceerde Wat straks. Handje Plak antwoordt Seyss Inquart op zijn rede van 3 januari 1945, Den Haag, Knock-out Press, 1945.
De boekjes bleven verschijnen bij de Haagse uitgever Ten Hagen, maar rond 1948 ontstond in het brave Nederland van de wederopbouw een hetze tegen beeldromans. | |
[pagina 15]
| |
Het oude en het nieuwe omslag van Gwen Bristow, Midzomer, deel I van de trilogie Als de katoen rijpt.
Alfred Mazure in een karakteristieke pose, ca. 1960.
Zinderende omslagen van Victor Rogano, The desire to dominate en Eugene Cramond, The Americas after dark, Londen, Luxor Press, ca. 1969.
| |
[pagina 16]
| |
Stripboekjes als Dick Bos werden door de overheid vanwege hun ‘sensationele’ karakter afgeraden. Hoeders van de goede zeden, opvoeders en zielzorgers betitelden ze als ‘giflectuur’ en ‘schund’. De morele verontwaardiging zou op den duur vele strips en tijdschriften om zeep helpen. Hoewel de kritiek in het geval van Dick Bos weinig hout sneed, kwam ook aan deze serie een einde. Het laatste Dick Bos-boekje - nummer 27 - verscheen in 1953. In de jaren zestig beleefde de stripheld een revival en tekende Mazure een nieuwe reeks. In 1969 verscheen van zijn hand het 73ste en laatste deeltje van Dick Bos.Ga naar eind2
‘Schrik niet van mijn briefpapier. Ik teken graag vlees.’
links boven
Een Ape Dragoner Thriller, Alfred Mazure, De vrouw van Caesar, Hoorn, De Steenuil, 1964. | |
Het tekenen van vleesHalverwege de jaren vijftig tekende Mazure in Engeland zogenaamde ‘girlie-strips’, waarin jongedames veelvuldig hun kleren verliezen en hun sexy lingerie en blote benen laten zien. Ze verschenen in dagbladen als Daily Mirror en Daily Sketch en vielen binnen de toenmalige fatsoensnormen voor de pers. Aan het eind van de jaren zestig maakte hij voor de mannenbladen Mayfair en Men Only naakttekeningen die weinig aan de verbeelding overlieten. Ook de omslagen die hij in 1968-69 maakte voor de Luxor Press, gespecialiseerd in erotica, waren nogal expliciet. Een naakte meesteres met een zweep siert het omslag van The Desire to Dominate en op The Americas after dark is een driedelige striptease te zien. Boeken in dit genre waren gevuld met sensationele verhalen en bijpassende illustraties. Luxor was ook de uitgever van The Art of Erotic Seduction van Albert Ellis en Roger O. Conway, dat zich aandiende als een serieuze analyse van de kunst van de verleiding. Mazures omslagontwerp voor dit boek was wat minder nadrukkelijk pornografisch, maar wel in overeenstemming met de huisstijl van de uitgever. Toen hij in een brief aan zijn beste vriend Piet van der Ham de kantlijn versierde met blote meisjes, lichtte hij dat als volgt toe: ‘Schrik niet van mijn briefpapier. Het is slechts de onbeholpen uiting van een “frustrated introvert” Met andere woorden, ik teken graag vlees.’Ga naar eind3 In zijn detectiveroman Ape en het verdwenen bruidje beschrijft Mazure op treffende wijze hoe het schilderen van naakten in zijn werk ging: ‘Ze poseerde, het hoofd recht, de handen op de beddesprei, haar strakke blik op hem gericht. Zij verbaasde zich erover hoe anders hij werd met een potlood in zijn hand. De verandering was bijna lichamelijk. Zij kon zien, dat ze, van een aantrekkelijk meisje, veranderd was in een voorwerp - een boeiend voorwerp met golvingen, schaduwen en afmetingen. Jonathan, de Man, was verdwenen en zijn plaats was ingenomen door een koele wiskundige, die met klinische nauwgezetheid haar lieflijkheid reduceerde tot lijnen en schaduwen.’ Ook in zijn realistische roman Reeni, prinses op drift uit 1972 vinden we Mazures visie op het naakt: ‘Je schijnt de algemene misvatting te delen dat een schilder voortdurend een erectie heeft als hij naar het naakt schildert. (...) Schat, dan zouden we vóór ons vijfentwintigste nerveuze wrakken zijn. Ik geef je de verzekering dat modellen veiliger in een atelier zijn, dan secretaressen op een kantoor.’
links onder
Handboek voor veroveraars. Alfred Mazure, Pigeon parade. Commando course for would-be casanova's, Londen, Neville Spearman, 1961. Mazure maakte tegenover opdrachtgevers geen geheim van zijn meer gewaagde tekenwerk. Toen hij met een uitgever in gesprek was over een hernieuwde start | |
[pagina 17]
| |
van Dick Bos, stuurde hij hem een aflevering van een recente strip over een dame die regelmatig uit de kleren ging, met de woorden: ‘Ik sluit een voorbeeld in van mijn tegenwoordige tekenstijl (...). Staar je niet dood op de wulpse dame.’Ga naar eind4 Hij ontwaarde in de illustratie- en schilderkunst van zijn tijd een ingrijpende verandering in het beeld van de vrouw. Onder het pseudoniem Lenard Cullner schreef hij in 1971 een artikel over ‘The Changing Shape of Womanhood’ in het blad Men only. De kunst was volgens hem lelijk en pervers geworden, of parasiteerde domweg op de domheid van de massa. Maar op den duur zou de maatschappij genoeg krijgen van goedkope pornografie en dan zou het naakte lijf in ere worden hersteld: ‘[...] the nude body will once again be more than a grotesque joke on a canvas of men who daren't study anatomy for fear of finding their meagre talents wanting. When that day arrives the groovy girls will be more than quick lays to punctuate the boredom of men that need aphrodisiacs to perform adequately in bed. [...] I prefer nudes to naked bodies...’Ga naar eind5 | |
Zwoele blikkenDe pin-ups uit de jaren vijftig kregen ook een plaats op omslagen. In 1964 publiceerde uitgeverij De Steenuil in Hoorn vier detectiveromans van Maz, met als hoofdpersoon Ape Dragoner. De boeken volgden de verhaalstijl van Dick Bos, maar waren wat vrijpostiger dan hun voorganger uit de jaren veertig. Maz' sfeervoile omslagen droegen bij aan de succesvolle verkoop.Ga naar eind6 Sensuele vrouwenhoofden op een gele achtergrond keken de aspirant-koper aan, met getuite en roodgestifte lippen. Al eerder had hij dit tekenconcept gebruikt, bijvoorbeeld op het omslag van zijn politieroman Cash on destruction, die in 1962 verscheen bij de Britse uitgeverij Neville Spearman. Mazure plaatste vaker vrouwen hoofden op zijn omslagen, al dan niet in de vorm van collages. In 1961 ontwierp hij voor de Franse editie van het door hem geschreven Pigeon Parade - een ‘commando-cursus voor casanovas’ - een omslag waarop de mannelijke hoofdpersoon wordt omringd door acht aantrekkelijke vrouwenhoofden. Humoristische romans als Taartjes voor ontbijt en Adam heeft zorgen, die in de jaren vijftig verschenen bij de Zuid-Hollandse Uitgevers Maatschappij in Den Haag, werden voorzien van kleurige vrouwenhoofden. Dat hij voor zijn tekenwerk veelvuldig gebruikmaakte van foto's is te zien aan de omslagen van die laatste twee boeken. Weliswaar verschillen de kapsels en de haarkleur van de dames, maar oogopslag, neus en wenkbrauwen zijn te herleiden op dezelfde foto. Een au pair die halverwege de jaren vijftig werkzaam was in huize Mazure herinnert zich dat ze vaker model moest staan voor zijn strips. Regelmatig werden foto's gemaakt van familieleden en van de tekenaar zelf, poserend voor een volgende striptekening of boekomslag. | |
Man van smarten
Tweemaal Christus met doornenkroon. Voor Boek zonder titel gebruikte Mazure een expressionistisch schilderij van hemzelf. Zijn stofomslag van het Nieuwe Testament is ingetogener, maar eveneens dramatisch.
Mazures omslagen voor de trilogie Via Dolorosa van Eugene van Herpen zijn van een andere orde. Het religieus getinte werk verscheen kort na de bevrijding bij de Zuid-Hollandsche Uitgevers Maatschappij in Den Haag en beschrijft de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Naast zijn commerciële werk schilderde Mazure als liefhebberij zo'n twintig tot dertig schilderijen per jaar, die hij echter niet van de hand deed. Tekenen en schilderen waren voor hem gescheiden dimensies: ‘Maar mijn tekenen heb ik aan de duivel verkocht. Als iemand me genoeg betaalt, dan teken ik. Mijn schilderen houd ik voor me zelf. Daar komt niemand aan. Dat verkoop ik niet.’Ga naar eind7 Voor Via Dolorosa maakte hij een uitzondering, getuige de drie in expressionistische stijl geschilderde omslagen. Met donkere kleuren en ferme streken portretteerde hij een Jezus voor het eerste en een Maria voor het tweede deel. Het derde deel, getiteld Het licht der wederopstanding, kreeg een meer ingetogen Jezus die de bevrijding representeerde. Wie deze religieuze figuren vergelijkt met die op Maz' omslagen voor het Oude en het Nieuwe Testament, constateert grote verschillen. De bijbelse omslagen zijn uitgevoerd in blauw, zwart en wit en zijn rustiger van opzet, waarschijnlijk om recht te doen aan de aard van het boek. | |
[pagina 18]
| |
Het omslag van Anthony Buckeridge, Rex Milligan raises the roof (Londen, Lutterworth Press, 1956) suggereert ongecompliceerde humor, dat van Garry Hogg, The crystal skull (Londen, Thomas Nelson and Sons, 1956) spanning en sensatie.
De omslagen van Pat Frank, Adam heeft zorgen en Gwen Davenport, Taartjes voor het ontbijt tekende Mazure naar dezelfde foto, Beide boeken verschenen bij de Zuid - Hollandsche Uitgevers Maatschappij in Den Haag, respectievelijk en 1953 en 1962.
| |
[pagina 19]
| |
JongensboekenIn Engeland illustreerde hij een aantal jongensboeken die interessant zijn om naast elkaar te leggen. Anthony Buckeridge schreef tussen 1953 en 1961 een reeks waarin de avonturen van Rex Milligan en andere kostschooljongens centraal stonden: kattenkwaad en mysterieuze gebeurtenissen, gekruid met humor. De omslagen van Rex Milligan reporting en Rex Milligan raises the Roof geven deze sfeer duidelijk weer. Met de markante kop van hoofdpersoon Rex als middelpunt tekende Mazure in lichte kleuren humoristische situaties uk het boek, zoals een jongen die vastzit in een waterbuis of een chaos die het gevolg is van een meute losgebroken honden. De jongensboeken van Garry Hogg hebben een andere strekking. The Riddle of Dooley Castle (1953), The Granite Men (1954) en The Chrystal Skull (1956) beschrijven spannende avonturen in het mistige Dartmoor en andere gevaarvolle streken. Maz' stofomslagen zijn aangepast aan de spanning en het avontuur van de reeks en zijn getekend in donkerder kleuren dan die van Rex Milligan. Ook de afgebeelde taferelen zijn anders en appelleren aan spanning en sensatie: een heftige ontploffing in rood en geel of een man meteen hoed die om onduidelijke redenen in een stormachtige zee springt. | |
Denker op kersIn 1970 verscheen Philosov Cocktail van Derek Partridge, een verzameling filosofische gedachten over seks, leven, relaties en aanverwante thema's. Mazure tekende niet alleen de kleine afbeeldingen die de tekst verlevendigden, maar ook het omslag met een geopende drankfles en een gevuld cocktailglas. Een aan Rodin ontleende denker dobbert rond in de cocktail, zittend op een kers in de vorm van een aardbol, terwijl een badende blote dame haar vijgenblad laat vallen. Onder het glas neemt een man met een geweer een bisschop onder vuur. Partridge gaf het boekje indertijd in eigen beheer uit en verzorgde in 2006 een tweede editie, voorzien van een nieuwe titel en aangevuld met nieuwe gedachten. Hij greep de gelegenheid aan om Maz' omslagtekening drastisch te wijzigen. De schutter en de bisschop verdwenen, evenals als het vijgenblad; de jongedame draagt nu een rode bikini die haar naaktheid aan het oog onttrekt. Mazure overleed in 1974 en heeft deze ingrijpende wijziging dus nooit gezien. Wellicht dacht Partridge, die naam maakte als televisiepresentator, dat de oorspronkelijke tekening te aanstootgevend was en was hij bang zijn goede naam te verliezen. Getuige zijn zeer uiteenlopende werk beheerste Mazure vele stijlen en technieken. Hij leek een alleskunner, maar hij kende zijn tekortkomingen. Zo schreef hij in 1951: ‘Er zijn enkele die ik niet maken kan omdat ik niets kan bedenken, andere omdat de teekening niet in mijn lijn ligt (bv. Leeuwenhof, ik teken geen dieren).’Ga naar eind8 In een artikel in Men Only vinden we zijn liefdesverklaring aan de kunst: ‘The man was a perfect picture of “Exhultation in Trance”. He was there, but only in substance; his mind was in that wonderful heaven where artists and scientists retreat to when inspiration touches their souls.’Ga naar eind9
Onlangs publiceerde Rich Thomassen een biografie van Dick Bos en Alfred Mazure, getiteld En Maz creëerde Dick Bos (Amsterdam, Uitgeverij Aspekt, 2014).
De oorspronkelijke (1970) en gekuiste (2006) versie van de filosofische cocktail.
|
|