De Boekenwereld. Jaargang 30
(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
[pagina 45]
| |
Op het Binnenhof in Den Haag stonden ruim honderd jaar lang twee boeken kramen. De ene kraam werd bemand door leden van familie Garnade, de andere door leden van de familie Blok. Van de Bloks waren vooral de broers David (1823-1904) en Jozef (1832-1905) in hun tijd beroemdheden. Dit artikel beschrijft in het kort de handel en wandel van deze twee boekhandelaren.Ga naar eind*
David Blok in 1850, ets van Jan Hendrik Weissenbruch. De schilder was een vaste klant van de boekhandelaar en beeldde hem meerdere keren af. Rijksmuseum Amsterdam.
Cel in het Tuchthuis op de Prinsegracht in Den Haag ca. 1905. In de winter van 1882 zat David Blok hier vijf weken opgesloten wegens een schuld van tien gulden. Gemeentearchief Den Haag.
| |
David Blok: meer reumatiek dan kennisToen David Blok 75 jaar werd, maakten diverse landelijke dagbladen daar melding van. Zijn tachtigste verjaardag haalde niet alleen de Nederlandse, maar ook de Nederlands-Indische pers. Dat is opmerkelijk, als je bedenkt dat hij het grootste deel van zijn leven achter een boekenkraam stond. David werd in 1823 in Den Haag geboren, als het vijfde kind van Simon Blok en Esther Fuld. Hij leerde ongetwijfeld het boekenvak van zijn vader, die met een boekenkraam op het Binnenhof stond. In de jaren 1840 was David een fel aanhanger van Thorbecke, de leider van de beweging die grondwetsherziening eiste om de macht van de koning in te perken. David was erbij, toen Willem II in maart 1848 vóór zijn paleis aan demonstranten zijn ommezwaai van ‘conservatief naar liberaal’ kenbaar maakte. Het was een gebeurtenis waar hij zijn leven lang met trots op terugkeek. Naast de kraam op het Binnenhof begon hij op zeker moment een boekwinkeltje in zijn woning in het Groenendalstraatje, vlak bij de Grote Markt. Het aanbod was er interessant, zijn winkel werd zelfs door buitenlanders bezocht. In 1877 huurde hij een groter pand op de Stationsweg nr. 3 in Den Haag. Daar vestigde hij zijn ‘Oude Boek- & Kunsthandel’ en organiseerde hij twee veilingen, in 1877 en 1878. Hij was destijds 54 jaar en deed klaarblijkelijk een poging om hogerop te komen in het boekenvak. David koketteerde met zijn gebrekkige boekenkennis. Zo schreef hij in 1877 in de voorrede van zijn eerste veilingcatalogus: ‘Mogt ik in deze Catalogus de zaken niet allen op de regte plaats gebragt hebben, zooals het behoort, gelieve dan in aanmerking te nemen, dat ik geen braspenning aan onderwijs gekost heb’. En in een noot bij een handschrift, schreef hij: ‘Dit zou ik beter beschrijven, wanneer ik meer bibliographische kennis dan r[e]umatiek had.’
Ergens tussen 1877 en 1881 bezocht Gerrit van Rijn ‘het destijds niet onbelangrijke magazijn van oude boeken van David Blok’ in Den Haag. Van Rijn, later bibliothecaris in Rotterdam, kocht enkele boeken en vroeg vervolgens terloops naar handschriften. Daarop werd hij uitgenodigd op zolder een paar manden met oud papier te bekijken. Tot zijn verbijstering vond Van Rijn daar een door Henri IV in 1598 getekend stuk over het Edict van Nantes. ‘Om de curiositeit [zij] gemeld’, schreef Van Rijn in 1891 in het boekentijdschrift De Rotterdamse Librye, ‘dat ik, zonder gesloten koop, 's avonds naar Utrecht (mijn toenmalige woonplaats) toog, maar, na een slapeloozen nacht, per eersten trein weder naar 's Hage ging; bij den bezitter kwam, als ware ik nog niet uit den Haag weggeweest; den koop sloot en ten tweeden malen den Haag verliet, maar nu mèt mijn gevonden schat.’ | |
GijzelingIn 1881 werd mr. Jacob Dirk Veegens (1845-1910) aangesteld als griffier van de Tweede Kamer. Hij begon met een grote schoonmaak en verkocht een vracht oud papier aan David Blok. De boekhandelaar bood er tien gulden voor, wat in koopkracht overeenkomt met ruim honderd euro nu. Blijkbaar liet zijn liquiditeit even te wensen over | |
[pagina 46]
| |
en was hij niet in staat dit bedrag te betalen, waarop Veegens hem via de rechter liet gijzelen. Eind november 1882 werd Blok opgesloten in het tuchthuis op de Prinsegracht. Gijzeling kwam indertijd bijna niet meer voor, mede omdat de schuldeiser de kosten voor opsluiting moest voorschieten. Dat David voor zo'n relatief lage schuld werd gegijzeld was dan ook opmerkelijk. Bij een andere gijzelingszaak uit die dagen bedroeg de schuld f30.000, overeenkomend met ruim drie ton in euro's. Bloks gijzeling trok de aandacht van Jacques de Bergh, een excentrieke ambtenaar van het ministerie van Financiën die furore maakte met zijn Haagsche penkrassen, pamfletten tegen sociale misstanden. Op 30 december 1882 plaatste De Bergh in twee Haagse dagbladen een advertentie waarin hij lezers opriep geld te geven om Blok vrij te kopen. De kwestie kreeg veel aandacht in de pers. Tussen 4 januari en 19 februari 1883 verschenen grote stukken over Davids gijzeling in onder meer het Algemeen Handelsblad, de Arnhemsche Courant, De Grondwet, de Java-bode en De Tijd. Wat één ding betreft liepen deze kranten achter de feiten aan: de advertenties van De Bergh leverden zoveel ‘liefdegiften’ op, dat hij binnen twee dagen Davids schuld kon voldoen. | |
Ministeriële ruzie over een boekenkraamHet is interessant om te zien hoe David Blok indertijd in de kranten werd opgevoerd. Het Algemeen Handelsblad noemde hem ‘een boekhandelaartje’, de Java-bode had het over ‘een oplichter’ en de Arnhemsche Courant omschreef hem als ‘den bekende boekenkoopman, tevens dilettantpoliticus’. Met name in de Arnhemsche Courant, in de rubriek ‘Brieven uit de hofstad’, kreeg David ervan langs. Die rubriek werd geschreven door de Haagse jurist, filantroop en letterkundige A.M. Maas Geesteranus (1836-1899). Hij diste diverse anekdotes over David op, onder meer uit de tijd dat Thorbecke minister van Binnenlandse Zaken was en Fransen van de Putte minister van Koloniën. Maas Geesteranus: ‘In 1865, toen de spanning tusschen Minister Thorbecke en Van de Putte reeds aanwezig was, stond David Blok met een boekenstalletje in de nabijheid van het ministerie van Koloniën. Van wien hij daartoe vergunning had, en of hij die in het geheel wel bezat, weet ik niet; zooveel is echter zeker, dat Thorbecke, wien de niet altijd even bescheiden koopman misschien met het aanprijzen zijner boeken in 't voorbijgaan gehinderd had, op zekeren dag hem den last gaf met zijn handel op te breken en den door hem ingenomen Rijksgrond te ontruimen.’ Om zijn verdrijving van het Binnenhof te voorkomen David maakte gebruik van de moeizame verhouding tussen de twee bewindslieden. Omdat hij in de nabijheid van het ministerie van Koloniën stond, stelde hij dat zijn boekenkraam op het Binnenhof onder dát departement en niet onder het ministerie van Binnenlandse Zaken viel. Lees: Thorbecke kon hem niets opdragen.
David Blok in 1892. Tekening van Willem Vaarzon Morel (1868-1955), afgedrukt in Eigen Haard 19 (1893), p. 237. Bijzondere Collecties van de UvA.
Visitekaartje van David Blok. Bibliotheek van het Boekenvak / Bijzondere Collecties UvA.
David Blok, ‘patriarch van de Oudemanhuispoort’. Bibliotheek van het Boekenvak/Bijzondere Collecties UvA.
Maas Geesteranus: ‘En werkelijk werden er over deze hoogst gewichtige zaak tusschen de twee departementen missives en nota's gewisseld, en het einde was dat David Blok en Fransen Van de Putte victorie kraaiden tegenover Thorbecke en dat de koopman iederen och- | |
[pagina 47]
| |
tend met een stralend gelaat zeer beleefd zijn petje afnam, wanneer de minister van Binnenlandsche Zaken op weg naar zijn torentje het boekenstalletje voorbijging. “Want ik ben ommers maar 'n arme Jood, meneer?”’ | |
Patriarch van de OudemanhuispoortIn 1887 liet David Blok zich uitschrijven bij het bevolkingsregister van Den Haag. Het jaar daarop bereikte hij de leeftijd van 65 jaar, maar dat betekende niet dat hij met pensioen ging. Integendeel, hij verhuisde naar Amsterdam en huurde vanaf juni 1888 in de Oudemanhuispoort een zogenoemde ‘kast’, een boekenkraam die was ingebouwd in de overdekte doorgang. Hij werd een van de trouwe leveranciers van het Amsterdamse Gemeente Archief, dat aan het einde van de negentiende eeuw ook obscure drukwerkjes en handschriften ging verzamelen. ‘Menige aanwinst van dien aard is het archief verschuldigd aan den ijver en het speurvermogen van den nu weldra 70-jarigen David Blok, vroeger boekhandelaar te 's Hage’, schreef het tijdschrift Eigen Haard in 1893. Op 23 maart 1903 werd David tachtig jaar. ‘Gisteren heeft David Blok, de bouquiniste uit de Oude-Manhuispoort, zijn 80ste verjaardag gevierd’, aldus het Nieuwsblad voor den Boekhandel. ‘De meest karakteristieke figuur in “de Poort” is David; hij, de vrind van al wie er snuffelen komen. [...] Met zijn broederen in 't vak krijgt David 't wel eens aan den stok; de oude laat om de wereld niet met hem sollen. Doorgaans echter wordt de ruzie gauw weer bijgelegd, want een feit is: de broederen eeren hem als den oudsten, erkennen zijn rechtvaardigheid.’
De boekenstal van Jozef Blok op de Grote Markt in Den Haag. Schilderij van Theo Mesker, 1877. Joods Historisch Museum, Amsterdam.
Jan Mesker maakte in 1879 een spiegelbeeldige litho naar de schilderijen van zijn broer Theo. Bijzondere Collecties van de UvA.
David Blok stierf op 14 december 1904, 81 jaar oud, in een ziekenhuis in Amsterdam. De Bibliotheek van het Boekenvak, ondergebracht bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, bevat een klein dossier over hem. Daarin bevindt zich een uitgeknipte necrologie zonder bronvermelding, waarin de overledene wordt opgevoerd als ‘de patriarch van de Oude-Manhuispoort’. In zijn boekenstal verkocht hij ‘een schat van wetenschap’ en hij verkeerde op vertrouwelijke voet met hoogleraren en studenten. Ook de Bijzondere Collecties van de UvA bevatten diverse boeken die door de antiquaar zijn geleverd. ‘De mémoires van David Blok zijn, vreezen we, met hem in 't graf gegaan’, verzuchtte het Nieuwsblad voor den Boekhandel in 1905, maar de verhalen over deze kleurrijke dilettant-politicus en openluchtbibliothecaris deden nog jaren de ronde. En, zoals dat met verhalen gaat, ze werden steeds sterker. Zo meldde de Gooi- en Eemlander in 1929: ‘Wijlen de beroemde boeken-kenner David, placht treffende verhalen te doen, over den vertrouwelijken toon die heerschte bij de zoowat-dagelijksche gesprekken, die hij voerde met Thorbecke, Heemskerk vader, Van der Linden, en andere celebriteiten uit die dagen.’ | |
Jozef Blok: de boekhandelaar die nooit lasDavids negen jaar jongere broer Jozef Blok werd op 10 april 1832 in Den Haag geboren. In vrijwel alle publicaties over hem staan enkele hardnekkige onjuistheden. Zo zou Jozef in 1892 de Franse dichter Paul Verlaine naar Nederland hebben gehaald. Ook zou hij, in diezelfde periode, een boekwinkel en uitgeverij zijn begonnen, Maison Blok geheten. Meer hierover aan het einde van deze levensbeschrijving. Net als David kreeg Jozef een gebrekkige opleiding. ‘Een eigenlijke “school” heeft Blok nooit doorloopen; “bediende” in den boekhandel is hij nooit geweest’, schreef de Haagse boekhandelaar J. Em. Engelberts in 1905 over hem. ‘Zelfs de meest rudimentaire begrippen van de eigenaardige handelsgebeurtenissen in den boekhandel waren hem totaal onbekend en lieten hem zelfs koud. Evenals zijn broer David [...] is ook onze Jozef zoo maar in het vak gekomen. En, ook evenals David, bezat hij één van de meest onontbeerlijke zintuigen voor een boekhandelaar-antiquaar: de reuk van en voor het min of meer zeldzame, het min of meer verkoopbare.’ Bij Jozef ging het zelfs nog dieper, aldus Engelberts. ‘Een boekhandelaars- of beter gezegd: een boekverkoopershart zat er diep bij hem in. Hij leefde geheel voor dien handel; boeken waren zijn lust en zijn leven, zijn ziel. Nooit zou bij op Sabbath zaken doen, maar toch kon hij het niet over zijn hart krijgen, dien dag niet met boeken te leven en dezen of genen een bezoek te brengen om in bibliotheek of magazijn rond te dwalen en te grasduinen. De litteraire zijde van ons vak liet hem totaal koud en dikwijls vertelde hij, met zekeren trots, nooit te lezen.’ | |
Schilders en staatsliedenIn 1877 maakte de Haagse kunstschilder Theo Mesker (1853-1894) enkele schilderijen van de boekenkraam van Jozef Blok op de Grote Markt, vóór de Boterwaag. Twee jaar later maakte Theo's oudere broer Jan Mesker | |
[pagina 48]
| |
(1843-1890) een lithografie die spiegelbeeldig is aan een van deze schilderijen. Op maandag en vrijdag stond Jozef met zijn kraam op de Grote Markt, op dinsdag, woensdag en donderdag op het Binnenhof. Het is niet bekend sinds wanneer hij op die tweede locatie boeken verkocht.
Jozef Blok, op 5 november 1882 getekend door Vincent van Gogh. Van Gogh Museum, Amsterdam.
In ieder geval was Jozef daar te vinden tegen het einde van 1882, toen hij aan Vincent van Gogh aan zijn kraam kreeg. ‘Ik heb een verbazend koopje gehad aan prachtige houtsneden uit de Graphic’, schreef Vincent aan zijn broer Theo. ‘Precies de dingen waarnaar ik jaren verlangd heb. [...] Ik heb ze gekocht van Blok den boekenjood.’ Jozef is ten minste één keer bij Van Gogh thuis geweest, op de etage die de schilder in Den Haag in onderhuur had. Dat was op zondagochtend 5 november 1882. Van Gogh maakte toen een portret van Jozef, in wie hij een bepaald type zag dat hij graag wilde vastleggen. Evenals veel andere straatboekhandelaren vervoerde Jozef Blok zijn boeken in een kruiwagen. Hij ging er ook zelf wel eens in liggen. ‘Maar weinig lezende Hagenaars zullen er zijn’, schreef Het Vaderland in 1905, ‘die niet aan zijn stalletje onder de Binnenhof-colonnade hebben staan snuffelen. Blok lag dan - op warme zomerdagen - in zijn kruiwagen, een zware sigaar ver in den mond, en liet u begaan, wachtte af, of er meer dan een kijk-klant in u stak.’ Over de prijs werd vaak flink onderhandeld. Bij Johan Gram, een bekende chroniqueur van Den Haag aan het eind van de negentiende eeuw, lezen we in 1893 hoe Jozef dergelijke onderhandelingen kon besluiten. Als een boer met belangstelling voor ‘een roman met een dubbelen titel vol bloeden moord’ dreigt af te haken, roept Jozef hem terug. De koopman, aldus Gram, slaat ‘plotseling beide moord- en bloeddeelen tegen elkaar en zegt vastberaden: “Geluk er mee! M'n zoon is er niet en nou za 'k 't je maar voor drie kwartjes geven! Wat 'n kóopie! Vertel 't niemand niet, hoor!“’ Gram was stenograaf bij de Staten-Generaal, we mogen aannemen dat hij dit Jozef vrijwel letterlijk zo heeft horen zeggen.
Op het Binnenhof kwam Jozef Blok geregeld met kamerleden en ministers in aanraking. Weinig marktkooplieden zullen indertijd de vrijheid hebben genomen om dergelijke hoge heren aan te spreken, vanwege het enorme standsverschil. Maar evenals David trok Jozef zich daar opmerkelijk weinig van aan. ‘Blok’, schreef een ‘Oude Hagenaar’ in het Nieuw Israelietisch Weekblad, ‘[...] die zelfs Kamerleden staande hield, als ze naar of van de Kamer kwamen, zelfs bij den knoop van hun jas meetroonde naar z'n boekenstal, hetgeen aan anderen hoogst kwalijk zou worden genomen.’ Tegen Herman Schaepman, een priester die van 1880 tot 1903 lid was van de Tweede Kamer, zou Blok hebben gezegd: ‘Wat heb je toch een dikke buik, je kunt wel zien hoe goed jullie paters het hebben.’ | |
Vier soorten handelJozef kocht veel op veilingen, waar hij op de voorste rij placht te zitten. ‘Jozef Blok, thans reeds een bejaard man’, schreef veilinghouder Boele van Hensbroek in 1905, ‘is de type van eenvoudige fatsoendelijkheid. Vroeger - toen hij in zijn kracht was - was hij een werkelijke steun op boekenveilingen. Hij ontzag zich niet, om voor honderden guldens te kopen, en een elk wist, dat Blok goed er voor was.’ Van Martinus en Wouter Nijhoff kreeg Blok alle veilingrestanten, wat afgunst opwekte bij andere straatboekhandelaren. Wie waren zijn klanten, naast Van Gogh en Schaepman? En hoe beoordeelde Jozef zelf zijn handel? Hij is de enige straatboekhandelaar uit de negentiende eeuw van wie we dat vrij goed weten. Dat danken we in de eerste plaats aan Engelberts, de Haagse boekhandelaar die in 1905 een uitgebreid en fraai in memoriam over hem schreef voor het Nieuwsblad voor den Boekhandel. Jozef Blok overleed op 7 september 1905 op de leeftijd van 73 jaar. Blok, aldus Engelberts, onderscheidde vier categorieën boeken. In de eerste plaats de ‘rechtschapen’ boeken. Engelberts: ‘Die kon hij onmiddellijk wegbrengen naar een zijner vele begunstigers, omdat hij een levende inventaris was van menige bibliotheek, dús de lacunes kende en die wist aan te vullen.’ De tweede categorie handelswaar bestond uit ‘marktgoed’ of boeken ‘voor 't Binnenhof’. ‘Voor het grrroote publiek’, aldus Engelberts, die met deze fonetische schrijfwijze wilde laten horen hoe Jozef sprak. ‘Afwisselend naar den smaak: Dickensjes, Van Lennepies, Cremertjes, Multatuli en - ná '80 - Couperus en Van Eeden en Van Deyssel.’ De | |
[pagina 49]
| |
derde categorie bevatte ‘dubbeltjesboeken’ en de vierde duidde Jozef aan met het Jiddische woord ‘seibel’ - waardeloze troep en onverkoopbare waar. | |
Maison BlokIn 1985 publiceerden J.F. Heijbroek en A.A.M. Vis de studie Verlaine in Nederland. De auteurs probeerden het bezoek van de Franse dichter Paul Verlaine aan Nederland, tussen 2 en 14 november 1892, ‘zo exact mogelijk te reconstrueren’. Over Jozef Blok schrijven zij dat hij een boeken stal op de Grote Markt en op het Binnenhof had, plus - ‘in de jaren negentig’ - een zaak in de Prinsestraat in Den Haag. Het ging om Maison Blok, een boekhandel die was gespecialiseerd in Franse literatuur, inclusief de nieuwste Franse dichters. ‘In het najaar van 1892’, aldus Heijbroek en Vis, ‘vatte Jozef Blok het plan op Verlaine naar Nederland te halen om er een aantal lezingen te houden. Het idee ontstond vermoedelijk bij hem, toen hij zijn collega's Chacornac en Vanier op de Quai Saint-Michel in Parijs bezocht.’ Wie de bovenstaande levensbeschrijving van Jozef Blok heeft gelezen, zal hiervan opkijken. Hij was toch een marktkoopman die met een zekere trots vertelde dat hij nooit las en dat de literaire kant van het boekenvak hem koud liet? En deze Jozef zou rond zijn zestigste, terwijl hij vijf dagen per week achter een kraam stond, een boekhandel zijn begonnen die was gespecialiseerd in moderne Franse literatuur? En hij zou in 1892 naar Parijs zijn gegaan om Paul Verlaine uit te nodigen om in Nederland lezingen te komen geven over de nieuwste ontwikkelingen in de Franse dichtkunst? Om vervolgens, ná Verlaines bezoek, diens Franstalige reisverslag uit te geven, in samenwerking met Verlaines vaste uitgever in Parijs? Sinds de studie van Heijbroek en Vis worden deze wapenfeiten in allerlei publicaties op het conto van Jozef geschreven, in 2007 nog door P.J. Buijnsters in zijn standaardwerk over de geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat. Deze misvatting komt voort uit een persoonsverwisseling. De J. Blok die Verlaine uit Parijs kende, die hem in Den Haag van de trein haalde en die hij bij Maison Blok begroette, was niet de zestigjarige marktkoopman Jozef, maar diens dertigjarige zoon Jacob Blok (1863-1915). Begin 1892 was Jacob samen met zijn neef Simon Blok (1867-1933) een bedrijf begonnen, S. Blok & Co / Maison Blok. Valt dit te bewijzen met een contemporaine bron? Ja, want op 31 juli 1892 schreef het Algemeen Handelsblad in een uitvoerig artikel over de kersverse boekhandel in de Prinsestraat: ‘En nu heeft zich daar [...] sinds vier maanden een boekhandel gevestigd, die het stelsel; goedkoop, maar geld bij de visch huldigt en eenen merkwaardigen wedstrijd met al de Haagsche boekhandelaars heeft aangebonden. Het is een jeugdig, ondernemend man, de zoon van den welbekenden, populairen handelaar in gebruikte en oude boeken (Blok), die zulk eene blokkade begonnen is.’ Jacob Blok verkocht boeken 25 procent goedkoper dan andere boekhandelaren, wat niet bij iedereen in goede aarde viel. Maison Blok werd algauw geboycot door uitgevers en geroyeerd door de boekhandelsvereniging, er volgde een rechtszaak en een breuk tussen Jacob Blok en zijn neef. Voor Jacob eindigden deze verwikkelingen in 1904 in een faillissement en een complete mentale instorting. Namens de schuldeisers trad P.A.M. Boele van Hensbroek op, de antiquaar, boekhandelaar en veilinghouder die in 1905 met zoveel genegenheid zou schrijven over de straatboekhandelaars David en Jozef.
Van Jozef Blok is alleen deze portretfoto bekend, afgedrukt zijn in memoriam in de bijlage van het Haagsch Nieuwsblad van 45 oktober 1905. De foto dateert waarschijnlijk uit de jaren 1880. Bibliotheek van het Boekenvak / Bijzondere Collecties UvA.
De boekenstal van Jozef Blok op het Binnenhof. Achter de twee klanten is vaag zijn gestalte te zien. Bijlage Haagsch Nieuwsblad, 15 oktober 1905. Bibliotheek van het Boekenvak / Bijzondere Collecties UvA.
|
|