rechts
Het opmaken van het huwelijkscontact. Rechts zit het jonge stel, links zijn de wederzijdse ouders in overleg met de notaris over de voorwaarden. Ets van Abraham Bosse (1602-1676).
‘Grace à la dote’. Dankzij de bruidsschat lukt het de ouders hun dochter aan de man te brengen. De notaris leest het huwelijkscontract voor. Gekleurde litho van Frédéric Bouchot (1798-1844).
Notarieel gereedschap: loterijtrommel uit de achttiende eeuw.
Pitlo was in de jaren dertig van de vorige eeuw begonnen met het aanleggen van een verzameling, die hij schonk aan de Stichting. Rond 1930 was hij werkzaam als particulier opleider van notariële studenten, en dat met veel succes: vanuit heel Nederland wist men de jonge privaatdocent te vinden. De keerzijde van dat succes was een hoge werkdruk en een ongezonde levensstijl, zodat hij van medische zijde het advies kreeg zijn werk enige tijd op te schorten. Hij vertrok met zijn echtgenote naar Italië en koos domicilie op Sicilië en in Napels. Tijdens zijn driejarige verblijf in Italië begon hij prenten van straatschrijvers te verzamelen, later aangevuld met beeldjes en andere objecten. Het resulteerde in een voor Nederland unieke verzameling, die in het boek wordt beschreven door Marianne Eisma.
Van een andere orde zijn de vele prenten die de Stichting heeft verzameld over het huwelijk en het erfrecht, aangelegenheden waarin de notaris vanouds een prominente rol speelt. Of huwelijken nu voortkwamen uit liefde dan wei zakelijke belangen, in beide gevallen was een contract nodig dat op zijn beurt de bemoeienis van een notaris vereiste. Op zeventiende- en achttiendeeeuwse prenten is hij vaak afgebeeld met zijn ganzenveer, gebogen over de akte. Gewoonlijk zitten de wederzijdse ouders aan tafel en houden de aanstaande echtgenoten zich afzijdig, alsof het hun niet interesseert wat er over hun huwelijk wordt afgesproken. In de loop der tijd worden de huwelijksprenten steeds karikaturaler: de notaris wordt een nare pennenlikker, de bruidegom een dandy die aast op de bruidsschat en zijn aanstaande een lelijk eendje dat eindelijk aan de man is. En dat in vele variaties.
Ook het opmaken of voorlezen van een testament veronderstelt de tussenkomst van een notaris. De vele prenten over dit onderwerp geven evenmin een gunstig beeld van hem en zijn clientèle. De notaris staat wel eens toe dat de testateur zich laat beïnvloeden bij het opstellen van zijn laatste wil. De rouwende weduwe spreekt over haar grote verlies, maar denkt intussen aan haar nieuw verworven rijkdom zonder echtgenoot. De prenten-collectie van de Notariële Stichting geeft een indringend beeld van de mens met al zijn gebreken.
Daarnaast bevat de collectie gebruiksvoorwerpen die te maken hebben met de notariële praktijk: zegels, loterijtrommels, stempels, notaristassen, veilingbiljetten et cetera. Zij bieden een bijzondere kijk op de beroepsgroep en de notariële cultuur, maar ook op de maatschappelijke context waarbinnen deze bestonden. Ook in dat opzicht is De notaris in woord en beeld een ‘amphibie’. Charivarius eindigt zijn eerder aangehaalde gedicht ‘De notaris’ met een toepasselijke vermaning:
‘Ten slott een ernstig woord, tot u gericht, notaris:
Ofschoon uw levenslast, van zorgen zwanger, zwaar is,
Bedenk: als gij uw werk met hart en hersens doet,
Veredelt gij uw ambt. En dan verdien je goed.’
Liesbeth van der Marck en Marianne Eisma (red.), De notaris in woord en beeld. De cultuurhistorische collectie van de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap. Uitgegeven door de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap, Amsterdam, in samenwerking met Uitgeverij Waanden & de Kunst, Zwolle. Voor donateurs van de Stichting bedraagt de prijs tot 1 november 2014 €45,00, incl. verzendkosten. Donateurs kunnen het boek bestellen via info@notarielestichting.nl. De prijs in de boekhandel is €59,50.