De Boekenwereld. Jaargang 30
(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
[pagina 47]
| |
Illustraties in literaire werken zijn altijd een precair thema geweest. Puristen hielden en houden vol dat ze overbodig zijn en zelfs afbreuk doen aan het leesgenot. Immers, goede literatuur prikkelt de fantasie voldoende om op eigen kracht een ‘verbeelding’ te creëren. Verstripping, als de overtreffende trap van illustratie, is in die kerk de ergste vloek die je in de mond kunt nemen. Toen Dick Matena in 2003 De Avonden van Gerard Reve verstripte, laaiden de discussies dan ook hoog op. Voorstanders prezen zijn revolutionaire aanpak, tegenstanders verwezen zijn werk rechtstreeks of via vlijmende recensies naar de prullenbak. Matena's bedoelingen waren edel: hij wilde een monument oprichten voor de schrijvers die hij bewonderde. Daarnaast wilde hij met zijn verstripte boeken een publiek bereiken dat geen literatuur leest.
Illustrated Classics nr. 72. David Copperfield, naar Charles Dickens. Z.p., Classics Nederland BV, 1959.
Illustrated Classics nr. 66. Cyrano de Bergerac, naar Edmond Rostand. Z.p., Classics Nederland BV, 1958.
| |
Educatieve stripsHet idee om literatuur in stripvorm te verspreiden manifesteerde zich sinds de Tweede Wereldoorlog in verschillende vormen. Het meest in het oog springend zijn de Illustrated Classics, die intussen zelf een klassieke status hebben gekregen. De reeks, die in 1956 in Amerika van start ging en overwaaide naar Europa, bood de wereldliteratuur aan in stripvorm. ‘Moeilijke’ boeken werden niet gemeden, getuige afleveringen met werken van Homerus, Shakespeare, Schiller, Wilde en Zola. In Nederland stond de strip aanvankelijk in een kwaad daglicht. De ‘beeldroman’ viel buiten de gangbare opvatting van cultuur en was volgens zedenmeesters een gevaar voor de geestelijke volksgezondheid. Op 25 oktober 1948 verscheen namens de regering de volgende mededeling in de pers: ‘De Minister van O.K. en W. doet een beroep op de directeuren der Rijksscholen, Gemeentebesturen en schoolbesturen om te bevorderen dat het verspreiden van z.g. beeldromans zowel op school als daarbuiten zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Deze boekjes, die een samenhangende reeks tekeningen met een begeleidende tekst bevatten, zijn over het algemeen van sensationeel karakter zonder enige andere waarde.’Ga naar eind1 Daarmee was een signaal afgegeven dat in de jaren vijftig stevig nagalmde. De strip was oncultuur en de Nederlandse uitgever van de Illustrated Classics moest dus met een goed verhaal komen. Om de vooroordelen uit de weg te ruimen gooide hij het over de boeg van de volksverheffing. De eerste elf afleveringen van de reeks bevatten steevast een inleiding waarin de opvoeders van de lezertjes aldus werden aangesproken: ‘Met vele kleurige illustraties wil deze uitgave het de miljoenen jongeren (maar ook ouderen!) over de gehele wereld, die anders misschien nooit de weg naar het oorspronkelijke werk zouden vinden, iets bijbrengen van de schoonheid der grote werken. Alle illustraties geven een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de sfeer en de werkelijkheid van het origineel. Hoewel u veel van de oorspronkelijke tekst in dit boek zult aantreffen, hopen wij toch dat het lezen van deze uitgave bij u het verlangen zal wakker maken kennis te nemen van het werk zelf. [...] Dan ook heeft deze uitgave - in een vorm die bij tientallen miljoenen mensen populair is, maar meestal verkeerd wordt gebruikt - aan haar doel beantwoord: een duidelijke wegwijzer en een aantrekkelijke gids te zijn naar het land van de grote literatuur.Ga naar eind2 Vanaf deel twaalf kregen de opvoeders een kortere variant met veel uitroeptekens voorgeschoteld: ‘Spanning, emotie en sensatie! Ja, maar toch zijn de beeldromans van Illustrated Classics gezonde, robuuste en frisse lectuur! Met succes verdringen zij de slechte en onbenullige beeldroman.’Ga naar eind3 Tot 1966 doorliep de reeks in Nederland 214 afleveringen, voorwaar een succes. In Amerika was de oorspronkelijke reeks gestrand na 140 nummers; de resterende 74 Nederlandse afleveringen komen uit Engeland of elders.Ga naar eind4 Het idee herleefde in 1974-75 in de reeks Toppers in strip, waarvan 64 afleveringen verschenen. Veel titels uit de Illustrated Classics werden daarin opnieuw in stripvorm gepresenteerd. Eigenlijk weken beide reeksen in opzet nauwelijks van elkaar af, maar als toegift verzorgde de uitgever van de Toppers inleidingen over de verstripte boeken. Bij elke serie van acht afleveringen | |
[pagina 48]
| |
verscheen een blad dat achtergrondinformatie gaf over de auteurs, de oorspronkelijke werken en de tijd waarin ze waren ontstaan. De makers van de Toppers gingen dus een stapje verder in hun educatieve streven.Ga naar eind5 | |
StripromanSinds de jaren zeventig kennen we de graphic novel, die door Wikipedia als volgt wordt omschreven: ‘Een striproman of beeldroman (in het Engels graphic novel) is de benaming voor strips die in boekvorm worden uitgegeven. De strip in boekvorm onderscheidt zich van het klassieke stripalbum door een veelal literaire inslag met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen en is gewoonlijk bedoeld voor volwassenen. Een striproman kan ook bestaan uit een verzameling korte verhalen.’Ga naar eind6 Daarop volgt een betoog dat de graphic novel opvoert als een ‘hoogwaardige en gewaardeerde kunstvorm’. Dat klinkt al heel wat beter dan eerdere omschrijvingen, die er literatuur van probeerden te maken. Die pretentie is gelukkig verdwenen. Van een schilderij of film kun je moeilijk zeggen dat het ‘literatuur’ is en voor een strip geldt hetzelfde. Wel kun je constateren dat het striplezerspubliek volwassen is geworden en niet alleen meer geïnteresseerd is in avonturen of grappenmakerij. Interessant is ook dat de graphic novel een nieuwe poging is om literatuur aan te bieden in stripvorm. Het genre richt zich op andere boeken dan de Illustrated Classics en de Toppers, die vooral avontuurlijke romans in stripvorm uitbrachten. Nu wagen stripmakers zich, met wisselend succes, aan het verstrippen van romans als Misdaad en straf van Dostojewski, De Meester en Margarita van Boelgakov en Het proces van Kafka.Ga naar eind7 Het gaat daarbij steeds om bewerkingen waarin het oorspronkelijke verhaal in meer of mindere mate wordt gebruikt om er een strip van te maken. | |
OnversnedenDick Matena doet dat anders. Omdat hij zich naar eigen zeggen niet wil vergrijpen aan de originele tekst neemt hij die integraal over: ‘... met de pet in de hand buig ik diep voor deze reuzen van onze literatuur, uit bewondering, eerbied en [...] dank voor wat ze mij gegeven hebben, waarmee ze mijn leven verrijkt hebben en dat leven mede vorm gegeven hebben. Hun tekst is voor mij heilig, ik laat daar niets uit weg en voeg al helemaal niets toe. Die integrale tekst is voor mij het enig recht van bestaan voor het werk dat ik doe.’Ga naar eind8 En daarmee zette Matena een genre neer waarvan hij tot nu toe de enige maker is gebleven. Op deze wijze gaf hij tot dusverre zes bekende Nederlandse romans uit: Gerard Reve, De Avonden (vier delen); Jan Wolkers, Kort Amerikaans (drie delen); Willem Elsschot, Kaas en Het dwaallicht; Theo Thijssen, Kees de jongen; en ten slotte Remco Campert, De jongen met het mes (bijlage bij HP/ De Tijd). Zijn presentatie van literatuur in stripvorm werd in Nederland over het algemeen weinig positief ontvangen. Naar aanleiding van het eerste deel van De Avonden schreef Danny Koningstein in een recensie:
Toppers in strip. Tartarin de Tarascon, [naar]-Alphonse Daudet. Amsterdam, Amsterdam Boek, 1974.
Toppers in strip. Don Quichot, [naar] Miguel de Cervantes. Amsterdam, Amsterdam Boek, 1974.
onder
Willem Elsschot, Kaas. Een beeldroman door Dick Matena. Amsterdam, Athenaeum? Polak & Van Gennep, 2007. ‘De op zichzelf fraaie beelden voegen nagenoeg niets toe aan de originele tekst. Anders dan Reve heeft Matena alle touwtjes stevig in handen. Dat dit ten koste gaat van het leesgenot lijkt haast onontkoombaar. Als de | |
[pagina 49]
| |
tekst ons meldt dat Frits van Egters op de grond spuwt, wordt dit gegeven braaf in beeld gebracht. Naarmate het boek vordert, ben je geneigd de plaatjes maar over te slaan en je te beperken tot Reve's tekst die zijn kracht na al die tijd nog niet heeft verloren. De combinatie tussen beeld en tekst blijkt hier niet echt te werken. Het gevaar schuilt hem hierin dat degenen die het origineel hebben gelezen weinig behoefte zullen hebben hun eigen fantasie in te ruilen voor die van Dick Matena en dat degenen die zich hieraan nog niet hebben gewaagd het na het lezen van de stripversie waarschijnlijk wel uit hun hoofd zullen laten.’Ga naar eind9 Volgens Koningstein is het propageren van literatuur in deze vorm dus mislukt. Hetzelfde geldt voor Matena's andere stripbewerkingen, als we de Nederlandse recensenten mogen geloven. Daarentegen werden in Vlaanderen zijn bewerkingen van Kaas en Het dwaallicht van Elsschot goed ontvangen. Sterker nog, Matena werd er hooglijk om geprezen en zijn verstripte Kaas werd in een tentoonstelling in 2008 integraal aan de muur gehangen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Journalist Jim Bella schreef daarover: ‘Dick Matena is geen klassieke striptekenaar. Sinds enkele jaren heeft hij zich volledig toegelegd op literaire werken. Matena illustreert niet, maar regisseert de personages die door de auteurs werden gecreëerd. Als voor een film maakt hij de decors en de kostuums en roept hij een sfeer op. Frits van Egters (De Avonden) of Frans Laarmans (Kaas) worden door Matena als het ware geanimeerd. Hij blaast een ziel in figuren die van hem een gezicht of een smoel krijgen. Met veel geduld en met scrupuleus respect voor het verhaal sluit Matena zich af van de wereld om als een middeleeuwse monnik zijn werk aan het papier toe te vertrouwen. Zijn streven naar perfectie is van een zeldzame schoonheid. De goedkeuring van Reve en van Wolkers waren voor Matena geen formele beleefdheidsrituelen, maar een uitdrukking van respect voor twee meesters, en dat van een deemoedige grote kunstenaar op weg naar de best mogelijke verbeelding.’Ga naar eind10 Waarschijnlijk moeten de verschillende reacties van Nederlandse en Vlaamse recensenten mede worden verklaard uit de ‘volksaard’. De calvinistisch ingestelde Nederlanders hebben nog steeds moeite met beelden en geven de voorkeur aan woorden. De Illustrated Classics en de Toppers in strip liepen redelijk goed en bereikten duizenden jonge lezers. Daarentegen zijn de graphic novels van onze tijd minder succesvol en knijpen uitgevers de handen dicht als de verkoop het eerste duizendtal overstijgt.
Jan Wolkers - Dick Hatena, Kort Amerikaans. Een beeldverhaal, deel 1. Amsterdam, De Bezige Bij, 2006.
Jan Wolkers - Dick Matena, Kort Amerikaans. Een beeldverhaal, deel 1 p. 23. Amsterdam, De Bezige Bij, 2006.
|
|