nieuwsbron was dan een bron van troost en verwerking. Vergelijk het met de rouw die zich ook tegenwoordig meester kan maken van de publieke opinie na aangrijpende sterfgevallen.
Het Udense lied komt voor in de verzameling Brabantse moordliederen die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werd bijeengebracht door een pater van de norbertijner abdij in Berne. De 850 liederen in deze collectie werden opgetekend uit de mondelinge overlevering of overgeschreven van gedrukte liedblaadjes. Cultuurhistoricus Peter Nissen wijdde een interessant artikel aan deze unieke verzameling (‘“Waar kon men ooit een wreder daad aanschouwen...”; Noordbrabantse moordliederen uit de negentiende en twintigste eeuw’, Brabants Heem XLVIII (1996), p. 1-11).
Het lied over Hanneke volgt in vier coupletten het stramien van Barbara, waarbij de laatste twee coupletten zelfs letterlijke overeenkomsten bevatten. In beide gevallen stijgt ‘een smartkreet’ op ‘uit alle harte’ en staart men ‘versteend’ naar het ontzielde lichaam; het bloed kleeft in Standaardbuiten aan ‘de blaad'ren’, waar het in Uden aan de aarde kleeft; en beide liederen voorspellen de moordenaar dat hij ‘in verdriet zal vergaan’ na zijn verschijning voor het goddelijk gerecht. Ook het metrum vertoont overeenkomst; een aanduiding van de melodie ontbreekt, maar vele moordliedjes zullen op dezelfde wijze gezongen zijn.
Beide liedjes zijn op goedkoop papier gedrukt door ‘snelpersdrukkerij’ Pasman aan de Jaffakade 7 in Rotterdam, gespecialiseerd in zulk drukwerk; liedjes voor bruiloften en partijen en blijkbaar ook moordliedjes. Ook voor dit genre ‘populair drukwerk’ geldt dat de grote aantallen waarin het is verspreid in schril contrast staan met de schaarse exemplaren die bewaard zijn gebleven. De ballade van Barbara kan zelfs een unicum zijn.
Moordliedjes werden ten gehore gebracht door straatzangers, die ook goedkoop gedrukte liedblaadjes verkochten aan de toehoorders. Misschien hadden ze een functie in de collectieve rouwverwerking, maar ze ontleenden hun populariteit vooral aan de sensatie van moord en doodslag. De oudste voorbeelden dateren uit de zeventiende eeuw en tot ver in de twintigste blijven ze verschijnen. Een zoekopdracht in de Liederenbank van het Meertens Instituut (www.liederenbank.nl) levert 667 treffers op, maar de twee Brabantse moorden ontbreken. De 850 Brabantse moordliedjes in handschrift in de verzameling van Berne maken duidelijk hoe weinig gedrukte liedblaadjes de tand des tijds hebben doorstaan.
Collectie Garrelt Verhoeven/Bijzondere Collecties van de UvA.
De vele Brabantse moordliedjes illustreren ook de criminaliteit in de provincie, waar het minder idyllisch toeging dan je misschien zou denken. In de vroege twintigste eeuw waren er heel wat gruwelijke Brabantse moorden, in Veghel, Tilburg, Gemert en andere plaatsen. Denk ook aan de beruchte Bende van Oss, die tussen 1888 en 1934 zo'n dertig moorden op haar kerfstok had. Befaamde delicten als de moord te Raamsdonk en die op de Tilburgse Marietje Kessels genereerden zelfs meerdere liedjes.
Vanouds betrokken Brabantse liedzangers hun liedbladen bij uitgevers in Antwerpen, Aarschot, Brussel en Gent, die ook op bestelling moordliederen konden leveren. Een bekende uitgever in Noord-Brabant zelf was de Roosendaalse liedzanger, dichter en drukker Frans Rombouts (1875-1971). Maar ook in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam verschenen ‘Brabantse’ moordliedjes die het publiek op de hoogte brachten van de gruwelijkheden die zich in die provincie afspeelden. Moord en doodslag kwamen ook veel voor in Friesland en Drenthe, getuige de moordliedjes uit die streken. De film Het Zwijgen (2006) draait zelfs om een Drents moordlied, gezongen door de Friese zangeres Nynke Laverman.
In de loop van de twintigste eeuw verdween het moordlied, maar geruchtmakende moorden komen nog steeds voor. Ik eindig dan ook met een pleidooi voor eerherstel van het genre. Laat Peter R. de Vries de moord op Marianne Vaatstra samenvatten in een mooi lied, dat op een meeslepende wijze ten gehore wordt gebracht door Nick & Simon.