De Boekenwereld. Jaargang 30
(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
[pagina 51]
| |
De schetsboeken in de collectie van het Rijksmuseum bevatten veel tekeningen met buitenlandse onderwerpen. Veel negentiende-eeuwse kunstenaars deden elders inspiratie op, ook buiten Europa. Een bijzonder voorbeeld is de kunstenaar Louis Apol (1850-1936), die op 3 juni 1880 als tekenaar aanmonsterde op de onderzoeksschoener ‘Willem Barents’ voor een reis naar Nova Zembla.Ga naar eind1 Apol legde zijn indrukken vast in honderden tekeningen en vier van zijn schetsboeken bevinden zich in het Rijksprentenkabinet.Ga naar eind2 Wat tekende hij tijdens deze tocht? Hoe ervoer de kunstenaar de reis? En wat leverde de ervaring hem in artistiek opzicht op?
rechts Louis Apol, ‘Figuurstudies en een portret van de scheepsarts dr. Hamaker’, 1880, potlood. Collectie Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam.
| |
Comité voor de IJszeevaartOmstreeks het midden van de negentiende eeuw nam de Europese interesse voor het arctische gebied toe. Noorse, Duitse en Engelse wetenschappers ondernamen verkennende expedities en kenden nieuwe geografische namen toe die de oude Nederlandse vervingen. Toen de Noor Elling Carlsen in 1871 ook nog eens op de resten van het Behouden Huys van Willem Barentsz stuitte, vond Nederland dat het niet kon achterblijven. In 1877 werd het Comité voor de IJszeevaart opgericht, dat met de opbrengst van een grootscheepse geldinzameling de schoener ‘Willem Barents’ kocht, die tussen 1878 en 1884 zeven tochten ondernam naar Spitsbergen, de Barentszzee en Nova Zembla .Ga naar eind3 Het hoofddoel, in ieder geval van de eerste drie tochten, was ‘het bepalen van de ijsgrenzen in Barentszee in den zomer en in den herfst, om den toestand van het ijs aldaar met dien van de Kara-zee te kunnen vergelijken’.Ga naar eind4 Daarnaast wilde men gedenkstenen aanbrengen op plaatsen die voor Nederland van historisch belang waren. Het Comité wilde dat op alle tochten een kunstenaar meeging om de omgeving vast te leggen. Carel Vosmaer (1826-1888) meldde zich aan voor de eerste tocht in 1878, maar werd te oud en te weinig kundig bevonden. In het voorjaar van 1879 probeerde Louis Apol een plek op het schip te bemachtigen, eveneens tevergeefs. Bij beide reizen werd de voorkeur gegeven aan de fotograaf William Grant. Toen in het najaar van 1879 duidelijk werd dat in het volgende voorjaar weer een tocht zou plaatsvinden, meldde Apol zich opnieuw. Omdat Grant voor de derde reis niet beschikbaar was, werd hij als tekenaar aangenomen.Ga naar eind5 Apol was op 29-jarige leeftijd al een succesvol schilder van winterlandschappen en gezien die specialisatie was het volgens kunstcriticus Johan Gram geen verrassing dat hij aanmonsterde: ‘zulk een avontuurlijke reis, die den aanbidder van den winter in het land van eeuwige sneeuw en ijs zou brengen, hem de natuur in al hare schrikverwekkende naaktheid zou doen aanschouwen, moest den levenslustigen, jeugdigen kunstenaar in hooge mate aantrekken.’Ga naar eind6 Bovendien waren de Nederlandse winters in de afgelopen jaren niet bepaald streng geweest en was het voor Apol dus ideaal om tijdens de zomer inspiratie te kunnen opdoen in een winterse omgeving.Ga naar eind7 | |
Naar Nova ZemblaOp 3 juni 1880 verliet het schip met vijftien bemanningsleden en scheepshond Sailor de haven van IJmuiden om via de Noordkaap, Vardø, de Barentszzee en het Russische station op Malye Karmakuly naar Nova Zembla te varen. Het schip zou op het eiland de Kruisbaai aandoen en gedenkstenen plaatsen op Kaap Nassau en in de Barentsz-IJshaven, bij het Behouden Huys.Ga naar eind8 Apol had van het Comité opdracht gekregen om schetsen te maken ‘van het ijs en van het land, vooral van die punten waaraan voor Nederland herinneringen verbonden zijn’.Ga naar eind9 Zelf nam hij dit niet zo serieus - mogelijk omdat er dan weinig te schetsen viel - en in de praktijk tekende hij alles wat hij zag, iets wat regelmatig in het reisverslag werd opgemerkt en waarvan zijn schetsboeken getuigen. Deze staan vol met tekeningen van vogelsoorten, inheemse bewoners als de Samojeden, ijsbergen, baaien op Nova | |
[pagina 52]
| |
Zembla en Noorse steden als Vardø en Hammerfest.
Louis Apol, ‘IJsbeer in een landschap’, 1880, potlood en penseel in grijs, met het onderschrift ‘Alleen op de wereld’. Collectie Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam.
Louis Apol, ‘Interieur van de badkamer op Nova Zembla’, 1880, zwart krijt en penseel in kleuren. Collectie Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam.
Rusticus (pseudoniem van Marius Bauer), ‘De heer L. Apol aan 't schilderen van het Noordpool-Panorama’, lithografie. Bijlage van De Kroniek, 5 april 1896
Ook de bemanning werd af en toe door hem vastgelegd en zelfs de ‘badkamer’ op Nova Zembla werd in kleur uitgewerkt, al ging zijn voorkeur uit naar al dan niet bebouwde landschappen. Apol gebruikte vooral potlood, waterverf en krijt. Vaak werkte hij zijn schetsen later uit. Omdat er weinig bemanningsleden waren, moest iedereen meehelpen; de tekenaar werd met de eerste officier ingedeeld in de hondenwacht (00-04.00) en de achtermiddagwacht (12.00-16.00), uren die hij gebruikte om te tekenen. Ondanks zijn enthousiasme had Apol het niet altijd even gemakkelijk aan boord; mist onttrok bergtoppen aan zijn zicht, hij leed aan slapeloosheid en één keer ging scheepshond Sailor op de nog natte verf staan.Ga naar eind10 Bovendien bleek de omgeving niet altijd even opwindend. Over hun stop in Vardø op de heenreis meldde het verslag: ‘De luitenant was met verlof naar Nova Zembla, waaruit wel een beetje is af te leiden, dat het verblijf te Vardø niet zoo heel erg vermakelijk is.’Ga naar eind11 Men was tevreden over Apols werk, getuige de vermelding dat ‘de heer Apol [...] aanhoudend [zit] te schetsen, en [hij] weet verwonderlijk vlug de eene schots na de andere op het papier te tooveren. De verschillende, grillige vormen van het ijs te beschrijven is ondoenlijk; beeldgroepen, bloemen en varens, reusachtige vogels wisselen elkander af; eene teekening is hier verre te verkiezen boven de nauwkeurigste beschrijving.’Ga naar eind12 | |
Na thuiskomstDe derde tocht van de ‘Willem Barents’ verliep anders dan de bedoeling was: op 9 augustus 1880 liep de schoener ten zuiden van het Kruiseiland op een rif en raakte beschadigd. Men liet het voornemen varen om de twee gedenkstenen te plaatsen en besloot via Noorwegen vervroegd terug te keren naar Nederland. Het was waarschijnlijk in deze periode dat Apol aan een schets van een ijsbeer het weemoedige bijschrift ‘Alleen op de wereld’ toevoegde. | |
[pagina 53]
| |
Op 5 december 1880 vergaderde het Comité over een eventuele volgende tocht. Tijdens de vergadering werden Apols schetsen tentoongesteld, waarvoor hij veel lof oogstte.Ga naar eind13 Het Comité had van tevoren bepaald dat zijn tekeningen, evenals Grants foto's, eigendom van de opdrachtgever bleven.Ga naar eind14 Apol mocht zijn werk na thuiskomst echter houden. Van een deel van zijn tekeningen werden door Johan Conrad Greive (1837-1891) houtgravures gemaakt, die werden gepubliceerd in het tijdschrift Eigen Haard en deels ook in het reisverslag van het Comité werden afgedrukt. Apols schetsen werden redelijk nauwgezet door Greive overgenomen. Daarnaast werden de tekeningen als basis gebruikt voor de illustraties in het jeugdboek Mannen van ijzer: De Overwintering der Hollanders op Nova Zembla (1897) van de auteur Pierre L. Cocheret, al is de hand van Apol daarin nauwelijks nog zichtbaar. Apol zelf refereerde in de schilderijen die hij kort na zijn terugkeer maakte weinig aan zijn avonturen in het arctisch gebied. Volgens Gram kwam dat doordat de periode in het poolgebied te kort was geweest om zich ‘zoodanig van het typische en eigenaardige eener vreemde streek te doordringen’ dat hij zijn kunst alleen nog maar van poolmotieven kon voorzien.Ga naar eind15 Een uitzondering van ruim vijftien jaar later was zijn verloren gegane Panorama Nova Zembla, waaraan hij met zijn collega's Van Tol, Kleijn en Oppenoorth van april tot juli 1896 werkte en dat tot 1901 te bezichtigen was in het Amsterdamse Panoramagebouw aan de Plantage Middenlaan. Het panorama werd wisselend ontvangen. Terwijl kunstcritici Pieter A. Haaxman jr. en Aty Brunt lovend waren, sneerde Ezechiel Meijer in een vernietigende recensie in De Kroniek: ‘Kan het zijn, dat het al wat langer geleden is sinds deze koene schilder zijn voetspoor drukte in de maagdelijke sneeuwvelden van Nova-Zembla en door het voorbeeld van den wakkeren Barendsz in panoramatischen barensnood kwam?’Ga naar eind16 Ook Marius Bauer (1867-1932) maakte in 1896 onder het pseudoniem ‘Rusticus’ een spotprent voor De Kroniek waarin hij Apol en zijn panorama op de hak nam.
Kortom, Apols reis en de kunst die daaruit voortvloeide hielden ook na zijn terugkeer de gemoederen bezig. Toch hadden zijn avonturen niet bij iedereen een blijvende indruk achtergelaten, getuige de vraag van een bezoeker in de jaren dertig aan de inmiddels bejaarde schilder: ‘En zijn daar op Nova Zembla nog al goede hotels?’Ga naar eind17 Apols tekeningen, schilderijen en de overgebleven foto's van zijn panorama zijn stille getuigen van de opwinding die poolreizen in de negentiende eeuw veroorzaakten. Ze herinneren de beschouwer aan een gewaagde onderneming, waarin dankzij crowdfunding zeven ambitieuze expedities werden ondernomen.
Louis Apol, ‘IJsberg met vogels’, 1880, potlood en penseel in kleuren. Collectie Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam.
Johan Conrad Greive jr. naar Louis Apol,‘Eigenaardig gevormde ijsberg’, houtgravure uit: Verslagen omtrent den derden tocht van de Willem Barents naar de IJszee in den zomer van 1880 [...], afb. tussen p. 24 en p. 25.
|
|