Aleppo in kleur
Garrelt Verhoeven
De stad Aleppo in Noordwest-Syrië vormde de afgelopen maanden het trieste toneel van de oorlog tussen het Syrische leger en de rebellen. In de ‘Slag om Aleppo’ probeerden de rebellen van het Vrije Syrische Leger de stad in te nemen. Het regeringsleger reageerde met bombardementen en helikopteraanvallen, waarbij talloze inwoners werden gedood. Ook vele cultuurschatten in de oude stad gingen verloren.
‘Aleppo’. In kleur gedrukte kopergravure (29,5 × 103 cm) met een panoramisch gezicht op Aleppo en karavaanhandelaars op de voorgrond. Corneille le Brun, Voyage au Levant. Delft, Henri de Kroonevelt, 1700. Bijzondere Collecties van de UvA
Tegen het eind van de zeventiende eeuw verbleef de Nederlandse schilder en reiziger Cornelis de Bruijn (1651-1727) geruime tijd in Aleppo. Nadat hij zich als beginnend kunstenaar in Rome drie jaar lang had bekwaamd in het schildersvak, vertrok hij in 1677 naar het Nabije Oosten. Zijn reis voerde hem langs de Griekse eilanden en door het huidige Turkije, Egypte, Palestina, Cyprus en Syrië, Hij verbleef bij kennissen en landgenoten en legde zijn impressies vast in tekeningen, aquarellen en schilderijen. Van mei 1682 tot april 1683 woonde hij in Aleppo, waar hij een onderkomen vond bij karavaanhandelaars. In 1684 ging hij terug naar Italië, waar hij acht jaar werkte bij de schilder Carlo Loth in Venetië. Na een afwezigheid van bijna twintig jaar keerde hij in 1693 terug naar zijn geboortestad Den Haag.
In Nederland besloot hij een boek te maken over zijn reizen, dat hij illustreerde met gravures op basis van zijn tekeningen en aquarellen. In 1698 verscheen het in eigen beheer uitgegeven Reizen door de vermaardste deelen van Klein Asia, dat hij financierde door belangstellenden van tevoren te laten intekenen. Het boek werd een groot succes en twee jaar later verscheen een Franse vertaling onder de titel Voyage au Levant. Beide werken liet De Bruijn drukken bij de Delftse boekdrukker Hendrik van Krooneveld. Voor het graveren van de koperplaten naar zijn tekeningen en aquarellen schakelde hij de beste vaklui in, zoals Jan Luyken en Petrus Schenk. Meer dan tweehonderd gravures sieren het boek, waaronder grote stadsgezichten van Constantinopel, Palmyra en Aleppo, die als ‘uitkfappers’ in het boek werden gebonden.