André Jammes, Papiers dominotés. Trait d'union entre l'imagerie populaire et les papiers peints (France / 1750-1810) Paris: Éditions des Cendres, 2010. 561 p. isbn 978-2-86741-176-1. Prijs €180.
J.F. Heijbroek
Midden in Saint-Germain-des-Prés, aan de rue Gozlin nr. 3, is het antiquariaat van Isabelle Jammes gevestigd. De zaak werd in 1925 opgericht door haar grootvader Paul Jammes (1890-1983) en voortgezet door zijn zoons Pierre en André. Sinds 1994 zwaait Isabelle er de scepter. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan gaf Librairie Paul Jammes, zoals de zaak tegenwoordig heet, in 1975 een portfolio uit met tien sfeervolle interieurfoto's gemaakt door André Kertész, een huisvriend van de familie Jammes. De foto's waren genomen in 1963 en werden twaalf jaar later - in een oplage van 500 - verspreid onder vrienden van het antiquariaat.
André Jammes (geb. 1927) was zijn leven lang een expert op het gebied van de fotografie en legde samen met zijn vrouw tot twee keer toe prachtige fotocollecties aan. De verkoop van die verzamelingen trok de aandacht vanuit de hele wereld. In 1964 kreeg André een prestigieuze prijs voor zijn boek Charles Nègre photographe. In 2011 werd hij opnieuw onderscheiden, ditmaal voor zijn prachtig uitgevoerde boek Papiers dominotés. Trait d'union entre l'imagerie populaire et les papiers peints (France / 1750-1820.
De basis voor dit boek vormde de verzameling van de marmeraarster Marie-Ange d'Oizy, die in 2008 haar collectie sierpapier grotendeels aan Jammes verkocht. Een bijzonder onderdeel vormden de z.g. ‘papiers dominotés’, die in 1994 te Lyon aan de markt waren gekomen en afkomstig bleken te zijn van Gabriel Magnin, bibliothecaris uit Lyon en kenner van dit zeldzame Franse sierpapier. Een tweede verzameling, waaruit Jammes heeft kunnen putten, is de collectie van Edmond Bomsel, die in augustus 1944 voor het laatst te zien was in het Musée des Augustins in Toulouse.
Na een korte uiteenzetting over de term ‘papier dominoté’ waarvan de betekenis nog steeds niet duidelijk is, behandelt Jammes in kort bestek aan de hand van enkele achttiende- en negentiende-eeuwse handleidingen hoe dit type sierpapier werd gemaakt. Daarbij is een deel van een houten blok afgebeeld waarmee zo'n dominotierpapier werd vervaardigd. Na de techniek komt de literatuur over het onderwerp - en dat is heel weinig - aan bod, waarbij vooral de studie van Mirjam Foot over de Olga Hirsch-collectie in het British Museum wordt geprezen. Franse sierpapieren lijken sterk op sitspapieren en dragen, evenals Duitse brocaatpapieren, onderaan de naam van de producent, de stad van herkomst en het patroonnummer.
Zoals Jammes in de ondertitel aangeeft,