nen met vierkante gespen. Onder de frak en het mouwloze vest draagt hij een hemd met jabot (geplooide kraag) en aan de mouwen (kanten) stroken. Het haar is aan de zijkant gekruld en achter samengebonden in een (soms lange) staart. Op het hoofd of in de hand draagt de man een driekantige steek. De vrouwen dragen een open japon met sleep en driekwart- of lange mouwen, met daaronder een rok. De japon is bij een enkeling achter opgehouden, bij een ander stapt een man op haar sleep. Het decolleté wordt bedekt door een grote fichu (halsdoek). Het haar is opgekapt, met in de nek loshangende krullen, en versierd met veren of een muts met afhangende slip. De verschillen in kostuum zijn beter te onderscheiden bij de ingekleurde prent uit Bath. Hier zien we dat de mannen ieder een andere kleur frak dragen in combinatie met een zwarte of witte kniebroek. De vrouwen daarentegen zijn bijna allemaal gekleed in een lichtblauwe japon met een witte rok. In de collectie van het British Museum is een ingekleurd exemplaar van de waaierprent aanwezig, waarbij alle dansers zijn voorzien van een kleurrijk kostuum.
Zoals de menuet een modieuze dans was in 1787, zijn de dansende dames en heren modieus gekleed. Het menuet was de statigste dans die in een laat achttiende-eeuwse balzaal werd gedanst. De dans werd ontwikkeld aan het Franse hof van Lodewijk xiv en naar Engeland overgebracht door Charles ii. De naam is afgeleid van pas menus, wat ‘kleine stappen’ betekent. De meeste barokmuziek was dansmuziek: termen als ‘minuet’, ‘gigue’, ‘sarabande’, ‘bourée’ en ‘gavotte’ verwijzen dan ook zowel naar composities als naar de dansen die hierop werden uitgevoerd. Bij barokdans wordt er heel licht gedanst, met de hielen net van de vloer en de voeten licht naar buiten gekeerd. Een menuet wordt daarnaast gekenmerkt door langzame, afgemeten, statige bewegingen, kleine sierlijke passen en het maken van reverences of buigingen, waarbij de man zijn hoed afneemt. De dans bestaat, net als alle barokdansen, uit een ingewikkeld maar symmetrisch S-patroon, dat de dansers volgen over de dansvloer. Hoewel we het ingewikkelde danspatroon op de waaierprent niet terug zien, worden hier wel de series van reverences weergegeven die naar de partner worden gemaakt. Sowieso werd aan het begin en aan het eind van elke dans door beide partners een reverence gemaakt. Een achttiende-eeuws bal begon met een paar formele dansen, waarvan in ieder geval één menuet. Later op de avond werden er country dances gedanst, die veel simpeler en levendiger waren. Het menuet werd uitgevoerd volgens een strikte choreografie met een gelimiteerd aantal dansers. Bij een country dance, die in een rij werd gedanst, kon een ongelimiteerd aantal dansers meedansen. Door de jaren heen bleven deze dansen grotendeels onveranderd, bij het modieuze menuet daarentegen veranderde zo nu en dan de choreografie, afhankelijk van de streek en de dansinstructeur.
Bunbury geeft in A long Minuet as Danced at Bath op een licht spottende wijze het publiek van The Assembly Rooms in Bath weer. Hij laat zien dat bij de dansers een zekere elegantie ontbreekt die bij het dansen van een menuet tot uiting behoort te komen.
De voorstellingen op het waaierblad laten naast de dansende paren ook een aantal figuren en karikaturen zien die de spot drijven met de heersende mode en de verhoudingen in de maatschappij. Zo is er boven het linkerkader op de tweede rij te lezen: ‘L'economie et la mode reunies ou maniere de faire rendre / a une paire de bas le service de deux.’ In een vrije vertaling geeft dit opschrift de manier aan waarop zuinigheid en mode samengaan en er aan beide voldaan kan worden met slechts één kledingstuk. In de voorstelling hieronder