Anton Gerits
In memoriam Bob de Graaf
Antiquaar, uitgever en bibliograaf (1927-2011)
Als antiquaren onder elkaar een collega een ‘groot antiquaar’ noemen, bedoelen zij lang niet altijd hetzelfde. Sommigen bedoelen dan succesvol in de zin van veel personeel, grote omzetten en grote winsten. Anderen bedoelen veeleer een antiquaar die de kunst verstaat zich diepgaand in een boek te verdiepen, er iets in te ontdekken waardoor het ineens ook interessant kan worden voor niet direct voor de handliggende specialisten in andere disciplines.
Toen Bob de Graaf eens zei: ‘Ik ben geen groot antiquaar geworden’, haastte hij zich eraan toe te voegen: ‘Neen, dat is geen valse bescheidenheid.’ En hij herhaalde, met betekenisvolle stem en toonzetting: ‘Ik ben geen groot antiquaar geworden, maar ik heb dat ook nooit gewild.’
Bob de Graaf kwam niet uit een welgestelde familie. Hij volgde met veel vrucht middelbaar onderwijs (gymnasium), maar moest daarna zijn eigen kost gaan verdienen. In 1947 kwam hij in dienst bij het Internationaal Antiquariaat (en Veilinghuis) van Menno Hertzberger. Zijn latere echtgenote, Emmy, werkte daar eveneens. Bob had het er niet gemakkelijk. Ondanks waardering voor zijn medewerker toonde zijn ‘baas’ zich nooit tevreden. Zijn commentaren op Bobs inkopen en bibliografische prestaties waren van een chronisch negatief gehalte. Toch benoemde Hertzberger hem in 1953 tot procuratiehouder.
In 1959 nam Bob samen met Emmy het besluit Hertzberger te verlaten en zich zelfstandig te vestigen in Nieuwkoop. Gedurende de eerste jaren van zelfstandigheid kregen Bob en Emmy te maken met stevige tegenwerking van hun vroegere werkgever. Het is typerend voor Bob de Graaf dat hij erin slaagde de relatie te normaliseren en vervolgens met Menno Hertzberger tot aan diens overlijden bevriend te blijven. Bob hield niet van afgunst en ruzie, maar verstond de kunst in principiële zaken op bovenal vriendelijke maar niet minder overtuigende wijze zijn standpunt te verwoorden en toe te lichten.
Bob was niet alleen een ‘groot’ antiquaar in de meest positieve betekenis van het woord. De 88 catalogi die hij tussen 1960 en de eeuwwisseling publiceerde, markeren zijn grote voorkeur voor de klassieken, humanisme en renaissance, bibliografie en typografie. Niet dat alleen, ze zijn een blijvend toonbeeld van gedegen bibliografische beschrijvingen en voor iedere lezer leerzame toelichtingen van zijn hand.
Voor Bob stond niet alleen zijn bedrijf centraal in zijn gedachtewereld, hij was tevens een bijzonder sociaal mens met een niet aflatende bereidheid bij te dragen aan een eerlijke handelspraktijk en een gedegen kennis. Zijn maatschappelijke betrokkenheid beperkte zich - geheel in lijn met zijn instelling - niet tot de kring van vakgenoten. Hij droeg op zijn eigen integere wijze ook bij aan talrijke kerkelijke en maatschappelijke organisaties. Hij was lid van de remonstrantse kerk en voorzitter van het lokale Beraad van Kerken, hij was actief lid van Rotary International en in zijn vakkring altijd bereid jonge collega's met raad en daad bij te staan. Ten gunste van de beginnende antiquaar verscheen in 1965 van zijn hand het leerboekje ‘Het Antiquariaat’. Een beknopte handleiding (2e druk 1968).
Geheel in lijn met zijn ambitie bij te dragen aan de professionalisering van het beroep van antiquaar trad hij toe tot het bestuur van de in 1935 opgerichte Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren (NVvA).