| |
| |
| |
Nick ter Wal
‘Boeken passen gewoon niet meer in het plaatje’
In gesprek met antiquaar Michel de Vries
Dezer dagen fietst hij van interview naar interview. Journalisten van regionale kranten, lokale radio en televisie willen graag tekst en uitleg bij de jongste actie van Michel de Vries. Ten bate van een zelfstandige boekhandel in Groningen, die in korte tijd voor de tweede keer door brand werd getroffen, heeft hij een rekeningnummer geopend en een steuncomité met Bekende Groningers in het leven geroepen. ‘Dit echtpaar kan wel een opsteker gebruiken. Ik had net een tv-redacteur aan de telefoon, maar Hart van Nederland wil alleen komen als er daadwerkelijk iets gebeurt. Een interview met mij of met de gedupeerde boekhandelaar is te mager voor SBS6. Misschien krijg ik Jean Pierre Rawie zover om een gedicht te schrijven en te reclameren voor de camera.’ De Vries, sinds 2007 voorzitter van de Bond voor handelaren in Oude Boeken (bob), is de laatste om het belang van media-aandacht te onderschatten, laat staan om er lacherig over te doen.
| |
Winkel
Zonder zijn partner Alie Berger, met wie hij sinds 1997 het antiquariaat drijft dat hun beider naam draagt, had hij hier eigenlijk niet willen zitten. De Vries benadrukt dat ze elkaar versterken en aanvullen. In een ver, vooral links, verleden richtten zij samen de politieke boekhandel Rosa op. ‘Wij zijn begonnen in het Vredesinformatiecentrum in de Steentilstraat, waar we een ruimte deelden met het Antimilitaristisch Onderzoekskollektief. Met subsidie van de gemeente Groningen. Toen we zouden verhuizen naar een steegje ergens achteraf, besloten Alie en ik zelf naar een andere winkelruimte te zoeken. Meer centraal. In die tijd leerden we net Geert Postma kennen, die boven zijn boekenkelder aan de Grote Markt wel een hoekje van twintig vierkante meter kon missen. We zijn er vrij snel mee opgehouden. Ik geloof dat er toen al sprake was van sloop en herinrichting van de Grote Markt.’
‘Postma stond aan de wieg van onze zaak. Hij grossierde altijd in partijen boeken. In die tijd rommelde ik wel wat met boeken, maar had nog niet echt een manier ontdekt om daar brood van te maken. In de Pelsterstraat hebben we toen Bookmaker opgestart. Het concept is simpel: je koopt partijen boeken op, die je kort daarna weer onderbrengt bij collega's en op andere manieren uitvent, zodat je marge creëert. Het is een vorm van tussenhandel, maar je bent ook gericht op de individuele klant. Vanuit het idee: er is zo'n immense hoeveelheid boeken en voor elk boek is een klant, maar als die een regulier antiquariaat bezoekt, ziet hij dezelfde boeken op de plank staan als een halfjaar geleden. Je moet dus een grotere omloopsnelheid hebben. En wij zijn daar misschien een beetje in doorgeschoten.’
Het achterste deel van antiquariaat Berger & De Vries loopt nog steeds op dit idee. Om de twee weken staat daar een volstrekt nieuwe voorraad van zo'n vierduizend boeken, alle afzonderlijk geprijsd. Veilingrestanten, winkeldochters. Na een week hangt De Vries het bordje ‘Halve prijs’ op en een week later kosten boeken slechts een euro of vijftig cent. Voorin staat de betere voorraad, waar elk onderwerp een paar kasten heeft. Specialisaties zijn reclamedrukwerk, bedrijfsgeschiedenis en handelscatalogi. ‘We hebben van oudsher een arsenaal aan handelscatalogi uit de periode 1850-1950. Sinds een jaar of vijf zit dat in de lift, verzamelaars hebben dit marginale ge- | |
| |
bied ook ontdekt. Het aardige is dat handelscatalogi zelden worden aangeboden, omdat het vluchtig drukwerk is, meteen praktisch doel, dus na een jaartje rijp voor de prullenmand. Iemand die rond het onderwerp “dood” verzamelt kan prachtige, geïllustreerde catalogi voor lijkkoetsen en grafkisten vinden. Om maar iets te noemen. Het is fascinerend materiaal, niet alleen vanwege de bijzondere vormgeving, maar ook omdat je allerlei, inmiddels vergeten feiten over de meest uiteenlopende onderwerpen tegenkomt. Wist je dat er nog geen honderd jaar terug meer dan driehonderd benamingen voor allerlei soorten borstels waren? Dan is het toch een beetje saaier geworden nu.’
Michel de Vries en Alie Berger. Foto: Jan Glas
| |
Internet
‘Toen internet opgang maakte heb ik me wel achter een computer geïnstalleerd om boeken te beschrijven. We hebben toen ook enkele papieren catalogi uitgebracht op het gebied van bedrijfsgeschiedenis en economische geschiedenis. Maar catalogiseren ligt me niet zo. Natuurlijk heb ik zelf veel baat gehad bij catalogi van collega's, want in internetloze tijden moest ik nog uit mijn hoofd leren wat een boek waard was. Eigenlijk heel leuk. Maar nu weet iedereen in vijf seconden wat je voor een boek kunt vragen, hoe zeldzaam het ook is.’
Antiquariaat Berger & De Vries biedt online zelf weinig boeken aan. Boekenliefhebbers, die natuurlijk elke twee weken de winkel bezoeken, worden niet zelden vaste klanten. Van de meesten weet De Vries wel wat hun interesses zijn, zodat hij ze aanwinsten rechtstreeks kan aanbieden. Recente uitgaven met een isb-nummer verkoopt hij weleens onder het tabblad 2ehands van Bol.com. ‘Dat internetbedrijf vangt weliswaar 99 cent per verkocht boek plus 15 procent van de verkoopprijs, maar het blijft lucratief. In mijn winkel schaft geen klant voor 80% van de nieuwprijs een tweedehands studieboek aan, maar op internet is dat geen probleem, juist omdat
| |
| |
Bol.com bij elke zoekopdracht naast de nieuwe exemplaren ook de tweedehandse toont.’ En niets is makkelijker dan een muisklik.
| |
Promotie
De directe aanleiding voor dit gesprek: Michel de Vries maakt zich zorgen over de toekomst van het Nederlandse antiquariaat. Antiquarische boeken hebben te lijden van, wat hij voor het gemak noemt, de verikearisering. ‘In de jaren zeventig werden boeken interessant gevonden, mensen konden zich daarmee profileren. “Kijk eens wat een mooie, volle wand boeken ik heb staan.” Tegenwoordig moet alles modern, fris en hip zijn. Geen stoel meer zonder verchroomde pootjes. Het hele interieur komt uit Zweden. Daar past een boekenkast nauwelijks meer in. Het is gelukkig zo dat er bij Ikea daadwerkelijk boeken in de boekenkasten staan, anders waren we het zelf ook al vergeten. Het is nu suffig en nuffig om een verzameling boeken, anders dan een rijtje bestsellers, in je woonkamer te hebben. Ze passen gewoon niet meer in het plaatje.’
Daarom zou het antiquariaat gebaat zijn bij een flinke portie promotie, al zijn de directe effecten daarvan moeilijk te meten. ‘Het is net als met het organiseren van een boekenbeurs. Je kunt alles goed doen, maar twee dingen heb je nooit in de hand: het weer en de omzet van de collega's. Als je onze branche breder onder de aandacht wilt brengen, moet je actief aan promotie en pr doen. Zorg dat je mensen aan je bindt, die zich voor jou willen inzetten, omdat ze het zelf leuk vinden. Dan gaat het antiquariaat veel meer leven, op den duur haal je nieuwe mensen naar je toe, op een gegeven moment is dat gunstig. Antiquaren vergrijzen. En hoeveel jonge mensen stappen nog in het antiquariaat?’
‘Kijk, boeken blijven. Altijd. Juist als iedereen straks een iPad op zak heeft, zal het boek iets worden waarmee je je kunt onderscheiden. Er zullen dus ook mensen blijven die in boeken handelen. Je kunt je daarom afvragen waar ik me druk om maak, als die boekcultuur toch wel overeind blijft. Iedereen kan het zelf uitzoeken. Alleen zouden antiquaren ook trots moeten zijn - hoewel trots een vervelend woord is tegenwoordig - op hun cultuur en hun beroepsgroep. De scepsis bij antiquaren is groot. “Het zal mijn tijd wel duren!” en “Dat hebben we al vaker geprobeerd.” Dat hoor ik vaak. En ik snap het wel, maar bij de pakken neerzitten heeft helemaal geen zin. Ik vind dat je niet veel waard bent als je je eigen sector niet met overtuiging promoot.’ Gevoel voor handel had De Vries al toen hij nog achter de biologische groentekraam op de markt stond, maar een zeker talent voor public relations en organisatie ontdekt hij de laatste jaren pas.
Het causale verband is nooit bewezen. Bestseller auteur Redmond O'Hanlon opende de Amsterdam Antiquarian Book, Map & Print Fair 2010 en er stonden driehonderd mensen ongeduldig te wachten voor de roltrap in de Passenger Terminal. In vergelijking met de vorige beurs was het bezoekersaantal bijna verdriedubbeld. De Vries zet ook dit jaar alles op alles om een bekend, mediageniek persoon aan de
| |
| |
belangrijkste boekenbeurs te koppelen. ‘We zijn in gesprek met Umberto Eco, die makkelijk te associëren is met antiquarische boeken en met het thema van de komende beurs. Eco was laatst spreker op een congres van de International League of Antiquarian Booksellers. Zo'n wereldnaam inspireert de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam hopelijk weer tot het maken van een tentoonstelling tijdens de beurs.’
| |
Samenwerking
Als bob-voorzitter verheugt het hem dat de Bond voor handelaren in Oude Boeken en de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren afgelopen jaar voor het eerst samen een boekenbeurs hebben georganiseerd. ‘Een gezamenlijke beurs leek Buijnsters in zijn Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat nog een utopie. Ik ben blij dat we nu hebben bewezen dat beide clubs, in een eigen zaal en met een eigen uitstraling, prima kunnen samenwerken. We moeten elkaar niet beconcurreren, maar versterken.’ Het lidmaatschap van de bob is voor sommige antiquaren een opstapje naar de NVvA, die als vereniging meer pretenties heeft en strengere toelatingseisen hanteert. Toch denkt De Vries dat de ene organisatie niet voor de andere onderdoet. ‘Het niveau van sommige bob-leden ligt echt niet veel lager dan dat van sommige NVvA-leden. Ach, verder onderscheid vind ik eigenlijk helemaal niet interessant.’
‘Wat we nu niet door hebben is dat we links en rechts worden ingehaald door verzamelaars. Die hadden vroeger geen macht, omdat ze slechts via de bekende kanalen aan boeken konden komen. In het antiquariaat en op de veiling. Nu vinden particuliere verzamelaars elkaar op internetplatforms, waar ze weetjes uitwisselen en ook handelen onderling. Ze trekken de markt naar zich toe, de antiquaar wordt vaker buitenspel gezet. Dat kunnen we als een bedreiging opvatten, dat verzamelaars steeds meer handelaars worden. Ik denk echter dat deze mensen in potentie iets voor of binnen het antiquariaat kunnen betekenen, want ze hebben gigantisch veel kennis van zaken. Zorg dus dat ze een KvK-inschrijving krijgen en laat ze meedoen aan beurzen. Duw ze niet weg, maar trek samen op.’
De Vries denkt dat een professionele website, een antiquarische versie van De Papieren Man, liefhebbers en handelaren dichter bij elkaar kan brengen. Internet wordt dagelijks gevuld met nieuwtjes, maar een overkoepelende site die boekenblogs, veilingnieuws, tentoonstellingen, antiquarische ontdekkingen en berichten uit beide antiquarenverenigingen compileert, die is er niet. ‘Boekenpost en De Boekenwereld, papieren tijdschriften, kunnen de actualiteit niet bijbenen. Hun actieradius is ook gering, laat het tweeduizend man zijn. Ik denk dat we zeker tienduizend nieuwsgierige mensen kunnen bereiken. Dit publiek is nu onze blinde vlek. Het is niet gezegd dat deze mensen, wanneer je ze naar beurzen trekt, direct veel geld gaan uitgeven. Maar je moet ze langzaam opvoeden. En door de laagdrempeligheid van internet
| |
| |
en Twitter, boven de traagheid van een tijdschriftredactie, kunnen mensen eerder zelf bijdragen leveren aan zo'n site.’
Foto: Jan Glas
Als lichtend voorbeeld geeft De Vries de huidige expositie voor in zijn winkel, waar hij om de drie maanden zijn vitrines opnieuw inricht. Momenteel zijn er enkele honderden nieuwjaarswensen van Nederlandse kunstenaars te zien: etsen, houtgravures en knutselwerkjes van Jan Cremer, M.C. Escher, Lucebert, Pam Rueter, het echtpaar Willink en anderen. Aan de basis van de tentoonstelling liggen de privécollecties van twee fanatieke en deskundige verzamelaars. ‘Marinus Augustijn, een vaste klant en vriend van onze winkel, is vroeg begonnen met het bijeenbrengen van grafische ontwerpen van Anthon Beeke. In het begin kreeg hij bij musea en bedrijven stapels affiches mee, want er was niemand anders die ernaar vroeg. Hij heeft het eenvoudigweg op tijd gezien. Dat moet een goede antiquaar hebben, trouwens: talent zien, trends ontdekken en collecties opbouwen. Een neus hebben voor mensen of onderwerpen die interessant kunnen worden. Heel veel weten van een specialistisch gebied. In die zin ben ik geen goede antiquaar, omdat ik niet de financiële middelen heb om een buffer op te bouwen en te besluiten om een bepaald boek of een kleine collectie even niet aan te bieden, te laten rijpen.’
Michel P.A. de Vries
Geboren: Doetinchem, 26 mei 1966
Opleiding: Geschiedenis in Groningen (‘vooralsnog onvoltooid’)
Carrière: 1984-1994 kraakbeweging; 1987-1993 biologisch marktkoopman; 1992 boekhandel Rosa; 1994 Bookmaker; 1997 Antiquariaat Berger & De Vries 1997; 2007 voorzitter BOB
| |
| |
De Vries wil vooral niet zielig doen, maar hij moet echt rondkomen van zijn winkel. Naar veilingen gaat hij zelden: duurkoop. ‘We moeten het hebben van de bijvangst. De gelukjes van een grote partij. Of van een enkele particulier.’ Een beetje mazzel had hij vorig jaar met een eerste druk van Charles Darwin, voorzien van een opdracht door de auteur. Het boek werd hem aangeboden door de Friese familie Liemburg, bloedverwanten van zijn partner Alie. Twee dagen was er een spotje op gericht in de Passenger Terminal, voordat het bijzondere opdrachtexemplaar à €22.500 een nieuwe Nederlandse eigenaar vond.
En als het cassettebandje vol is, vertelt De Vries een mooi verhaal over collega Roeland Gordijn van antiquariaat en galerie de Bovenste Plank in Maastricht. ‘Hij bezoekt weleens basisscholen met een zeventiende-eeuwse foliant. Voor de lol. Kinderen van een jaar of zeven, acht vinden dat dus prachtig. De wowfactor! Nu wil ik niet dat de overheid het verplicht maakt, een boek bekijken in de klas, maar dat is wel waar het begint. Die kids hoef je helemaal niet uit te leggen hoe speciaal een boek is.’
| |
| |
| |
Oude vernieuwing en sexy boeken
Michel de Vries wil een task force instellen. ‘Het blijft nu te vaalt bij incidentele plannetjes. Uit beide antiquarenverenigingen hoop ik een paar enthousiastelingen aan te trekken, die samen met mij ideeën op papier willen zetten. Het is een uitdaging om de liefde voor het oude boek bij meer mannen én vrouwen aan te wakkeren. Over een jaartje moet duidelijk zijn welke praktische initiatieven en samenwerkingsverbanden we kunnen realiseren.’ De reacties zijn vooralsnog wisselend.
Antiquaren zijn Einzelgängers, meent Ton Stille, de man achter Librairie Stille in Maastricht. ‘Wij zijn sterk naar binnen gekeerd, individualistisch. Maar het is onze taak het antiquariaat over te dragen. Ik zie onze kracht in het collectief: samen toegankelijke beurzen organiseren. Maak daar een sociaal gebeuren van, probeer het boek sexy te maken, want er komt een generatie aan die niet meer weet hoe een boek eruit ziet.’ Stille organiseert zelf de Maastricht Antiquarian Book Fair 2011, die samenvalt met de kunst- en antiekbeurs TEFAF. ‘Winkels lopen niet meer. Zo'n beurs moet dezelfde vanzelfsprekendheid krijgen als een meubelboulevard. Een gezellige plek waar mensen op zaterdag graag een paar uur rondlopen.’
‘Verzamelaars kómen, die worden niet gemáákt.’ André Swertz vindt stilzitten geen optie, maar zet vraagtekens bij het plan van De Vries. ‘Als handelaar kun je nog zo enthousiast over een boek zijn, men zal altijd denken: ja, die wil iets aan mij verdienen. Verzamelaars onderling kunnen elkaar wel sturen. En onderschat de docent Nederlands niet! Met liefde voorde literatuur is het bij veel van mijn klanten begonnen.’
Pim van Pagée sloot in 2008 zijn winkel in 's-Hertogenbosch en verplaatste zijn antiquariaat Brabant naar huis. Daar bezint hij zich ook op de toekomst van zijn zaak. ‘Ons vak is drastisch veranderd. Toen ik jong was heb ik allerlei mooie initiatieven bedacht om die terugkerende vraag - hoe bereiken we jonge mensen buiten onze vaste klantenkring? - te beantwoorden. Allemaal maar heel gedeeltelijk gelukt. Ik begroet deze nieuwe ideeën positief, hoor. De sleutel zit in een gemeenschappelijke, persoonlijke band: elkaar in de ogen kijken en de hand schudden. Zowel klanten als collega's. We verdwijnen als we achter het beeldscherm blijven zitten.’
‘Helemaal niets zie ik in een vaste stuurgroep. Kost alleen maar tijd.’ NVvA-voorzitter en antiquaar Ton Kok erkent de genoemde problemen, maar denkt bijvoorbeeld niet dat een bekend figuur nu meer kopers naar een beurs lokt, hooguit een paar extra bezoekers. ‘Het is echt te hoog gegrepen. De neergang in het antiquariaat is een feit, dat merk ik internationaal, en de oorzaken daarvan zijn niet weg te nemen. Buitenlandse collega's kwamen een jaar of twintig geleden vooral naar de beurs in Amsterdam, omdat ze zo goed konden inkopen. Inmiddels zijn de meeste zaken uit de binnenstad verdwenen. Toen waren er zes gespecialiseerd in kunstboeken. Nu ben ik de enige.’ Overigens zit Kok niet te kniezen. ‘Je moet om je heen blijven kijken. Vroeger verkocht ik ontzettend veel biologie, maar die tijd is geweest. Ik ben weer in klassieken gaan doen en dat loopt als een trein.’
|
|