| |
| |
| |
Agenda
Kabinet van een kenner
De verzameling prenten van de Collectie Frits Lugt, ondergebracht in de Fondation Custodia in Parijs, is een van de mooiste die in de twintigste eeuw bijeen is gebracht. De tentoonstelling Kabinet van een kenner, tot 9 januari 2011 in Museum Het Rembrandthuis, biedt voor het eerst een representatief overzicht van deze rijke collectie. Meer dan 85 prenten (en een paar voortekeningen) worden getoond aan de hand van enkele voor de collectie karakteristieke kernthema's. Werk van oude meesters als Pieter Bruegel de Oude, Lucas van Leyden, Hendrick Goltzius en Rembrandt is te zien, maar ook grafiek van negentiende- en twintigste-eeuwse kunstenaars. De tentoonstelling biedt een overzicht van de prentkunst in al haar diversiteit.
De Collectie Frits Lugt herbergt een buitengewone verzameling tekeningen en prenten, schilderijen, boeken en kunstenaarsbrieven. De collectie is voor het grootste deel bijeengebracht door Frits Lugt (1884-1970), een ‘volmaakt liefhebber’, die als verzamelaar en kunstkenner vooral uitging van zijn gevoel, smaak en liefde voor het kunstwerk. In de collectie bevindt zich het bijna complete grafisch oeuvre van Rembrandt. Deze uitzonderlijke verzameling etsen, grotendeels bijeengebracht tussen 1920 en 1935, kenmerkt zich door vroege staten en bijzondere drukken.
David Young Cameron (1865-1945), Gezicht op de Oude Schans in Amsterdam, 1892. Ets (staat onbekend) op Japans papier. Collectie Frits Lugt, Fondation Custodia, Parijs
Frits Lugt was acht jaar toen hij zijn eigen Museum Lugtius openstelde in zijn kamer in zijn ouderlijk huis. Op zijn zestiende werkte hij bij het Amsterdamse veilinghuis Muller & Co en hij stelde in zijn vrije tijd en op eigen houtje een catalogus samen van het Rijksprentenkabinet. Na zijn huwelijk met Jacoba Klever (1888-1969), de dochter van de rijke vennoot van de Steenkolen Handels Vereeniging (shv), kreeg Frits Lugt alle mogelijkheid om kunst te verzamelen. Lugt kocht overal, op veilingen, bij particulieren en bij handelaren. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde hij zich met zijn gezin in Parijs, omdat hij vond dat het kunstmilieu in Holland hem als niet-academicus niet serieus nam. Door zijn bezit en vermogen in 1947 onder te brengen in de Fondation Custodia, zorgde Lugt ervoor dat de collectie ook na zijn dood in stand zou blijven. Er wordt nog altijd verzameld. Elke aanwinst zorgt voor een verdieping of verbreding
| |
| |
van een bepaald thema of werk van een kunstenaar in de collectie.
Wenzel Hollar (1607-1677), Bontmof, 1647. Ets (enige staat). Collectie Frits Lugt, Fondation Custodia, Parijs
De huidige tentoonstelling is opgebouwd aan de hand van enkele kernthema's binnen de collectie. Een daarvan is de portretprent, waarvan een aantal zeldzame en uitzonderlijke voorbeelden door Nederlandse en Franse meesters te zien is. Onder de landschapsprenten zijn vooral de Nederlandse kunstenaars goed vertegenwoordigd, van Pieter Bruegel de Oude tot Jacob van Ruisdael, waardoor de ontwikkeling van de landschapskunst in de Nederlanden goed te volgen is. Natuurlijk is er speciale aandacht voor de etsen van Rembrandt. Onder de verschillende technieken die vertegenwoordigd zijn is met name de clair-obscurhoutsnede het vermelden waard, een complexe techniek die gekenmerkt wordt door spectaculair kleurgebruik. Ten slotte is een aantal negentiende- en twintigste-eeuwse prenten tentoongesteld, zoals een bijzondere ets van James McNeill Whistler.
Adres: Museum Het Rembrandthuis, Jodenbreestraat 4, Amsterdam, tel. (020) 5200400, www.rembrandthuis.nl. Openingstijden: dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur.
| |
Scherpe letters
Ook tot en met 9 januari is in Museum De Lakenhal in Leiden onder de titel Scherpe letters, 40 jaar vorm van nrc Handelsblad een bescheiden expositie te zien over de geschiedenis van de krant, vanaf het eerste gedrukte exemplaar tot nrc next en de e-krant van nu. Tijdens de expositie biedt het museum in samenwerking met de krant een cursus ‘ikjesschrijven’ aan.
Op 1 oktober 2010 is het veertig jaar geleden dat het Algemeen Handelsblad fuseerde met de Nieuwe Rotterdamse Courant. Dit wordt onder andere gevierd met een kleine expositie rond het monumentale glas-in-loodraam van Harm Kamerlingh Onnes. Het uit 1928 daterende gedenkraam, dat afkomstig is uit het gebouw van het Algemeen Handelsblad in Amsterdam,
| |
| |
laat de verschillende stadia van de productie van de krant zien. Pepijn Barnard tekende voor deze gelegenheid een hedendaagse versie van het raam, die ook op de tentoonstelling wordt getoond.
Glas-in-loodraam (detail), Harm Kamerlingh Onnes (1928)
Adres: Stedelijk Museum De Lakenhal, Oude Singel 28-32, Leiden, tel. (071) 5165360, www.lakenhal.nl. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur.
| |
Het ideale boek
Nog tot en met 20 februari is de tentoonstelling ‘Het ideale boek’ te zien, met een overzicht van de honderdjarige Nederlandse private-pressbeweging. Mensen die - strevend naar het Ideale Boek - thuis boeken maken in kleine oplagen, op bijzonder papier, vaak met een speciaal gemaakt lettertype en mooi verzorgd. Dit overzicht loopt van het idealisme van de pioniers, J.C. Bloem, J. Greshoff, P.N. van Eyck en J.F. van Royen, tot de enthousiaste en pragmatische drukkers die tegenwoordig in de marge van het boekenvak opereren. En van op een handpers gedrukte boeken, rijmprenten en bijzondere oorlogsdrukken (denk aan H.N. Werkman) tot hedendaagse, digitaal gemaakte boeken. Deze veelzijdige tentoonstelling laat het allemaal zien met unieke documenten - foto's, schetsen, brieven, beeld- en geluidsfragmenten - en met prachtige boeken die ter hand genomen kunnen worden door de bezoeker. De tentoonstelling eindigt met een staalkaart van ‘Mooi marginaal’, hedendaags bijzonder drukwerk.
Chassidische Legenden. De Blauwe Schuit, 1942-1943. ‘De taal der vogelen’
Adres: Museum Meermanno / Huis van het Boek, Prinsessegracht 30,
| |
| |
Den Haag, tel. (070) 346 27 00, www.meermanno.nl. Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 12.00 tot 17.00 uur.
De Zilverdistel, 1913-1918, met het uitgeversmerk door K.P.C. de Bazel
| |
Het leven getekend - Gesina ter Borch
Gesina ter Borch (1631-1690) was de halfzuster van de beroemde schilder Gerard ter Borch. Toch kennen maar weinigen haar naam en haar prachtige, soms ondeugende tekeningen. Die waren dan ook alleen in huiselijke kring bekend: het lot van veel kunst van vrouwelijke kunstenaars in de Gouden Eeuw. Tegenwoordig wordt Gesina's werk bewaard in de depots van het Rijksmuseum. Het Stedelijk Museum Zwolle toont in de tentoonstelling Het leven getekend. De Gouden Eeuw van Gesina ter Borch tot en met 9 januari een grote selectie van haar werk. Gesina komt thuis in Zwolle.
Op haar veertiende begon Gesina met kalligraferen en ze maakte er miniaturen in waterverf bij. Vrijwel altijd zijn het tekeningen van mensen, bezig met hun werk of met elkaar. Niet zelden spelen de scènes zich af in of rond Zwolle. Er is veel interactie tussen mannen en vrouwen. Ze lopen blauwtjes. Ze gaan elkaar te lijf met haardtang en pantoffel. En ze maken elkaar het hof. Soms subtiel, soms ondeugend, waarbij de heer de schoenveters van de dame strikt, en soms expliciet, als vrijende paartjes.
Ruziemakende man en vrouw, pentekening ingekleurd met waterverf door Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Gesina was een keurige Zwolse kunstenares die zich hield aan de ongeschreven regels van het vrouwelijk gedrag in haar tijd. Het geeft te denken: hoe groot had Gesina kunnen zijn als zij een man was geweest? Haar werk laat ons duidelijk zien tegen welke grenzen vrouwelijke kunstenaars in de Gouden Eeuw aanliepen.
Adres: Stedelijk Museum Zwolle, Voorstraat 34, Zwolle, tel. (038) 421 4650, www.stedelijkmuseumzwolle.nl. Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 10.00 tot 17.00 uur.
| |
Mikhail Karasik
Verleidelijk fraai en meedogenloos qua observatie. Dat is de kracht van het werk van de Russische beeldend kunstenaar Mikhail Karasik (Leningrad, 1953). Museum Het Valkhof presenteert tot en met 23 januari een over- | |
| |
zichtstentoonstelling van de uiteenlopende druksels, grafiekbladen, plaatmateriaal, tijdschriften en boeken van zijn hand. Ruim tachtig kunstenaarsboeken heeft deze kunstenaar-graficus inmiddels op zijn naam staan.
Mikhail Karasik, Het drama van Marinetti (2008)
Zoals wel vaker bij Russische kunstenaars, opgegroeid in het Sovjettijdperk, klinkt er in zijn werk een echo door van westerse kunststromingen, zoals het surrealisme. Deze invloeden zijn vaak op inventieve wijze vervlochten met zijn eigen kunstopvattingen. Opmerkelijk bij Karasik is de persoonlijke fascinatie voor anti-academische richtingen als fluxus en pop art. In West-Europa is bij deze tendensen vaak sprake van een nihilistische en maatschappijkritische houding. Consumptiecultuur en iconen worden met een ondertoon van cynisme verbeeld. De kracht van deze kunstenaar is dat zijn werk zowel verleidelijk fraai als meedogenloos observerend is.
Als tegenpool van de onbuigzaamheid van vadertje Stalin exploreert Karasik de laatste jaren een fantasiewereld waarin de Sovjet-megalomanie een wonderlijke symbiose vormt met geestelijke beweeglijkheid en artistieke vrijheid. Met scherpzinnige associaties zijn het briljante voorstellingen om naar te kijken. Geoefend en vingervlug tovert Karasik beelden van misleiding en bedrieglijke verrukking, die ons meenemen naar uitvoeringen die zowel in stem als in gebaar dramatisch en spectaculair zijn.
Adres: Museum Het Valkhof, Kelfkensbos 59, Nijmegen, tel. (024) 360 88 05, www.museumhetvalkhof.nl. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur.
| |
Geheime kaarten
De tentoonstelling Geheime kaarten, in Zeeland getekend voor de voc, met een aantal unieke handgetekende zeekaarten, is tot en met 6 februari te zien in het Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen. Wereldwijd zijn er maar enkele honderden van dergelijke kaarten bewaard gebleven, en in Nederland zijn er nog slechts enkele tientallen aanwezig.
In de zeventiende en achttiende eeuw had de voc kaartenmakers in dienst om haar zeelieden van nautische kaarten te voorzien. Over de beroemde Amsterdamse kaartenmakers Blaeu en De Graaf is zoveel geschreven dat haast de indruk zou ontstaan dat voc-kaarten uitsluitend in Amsterdam werden vervaardigd. Ook de Zeeuwse Kamer had eigen cartografen in dienst, maar daarover is tot nog toe vrijwel niets gepubliceerd. Ruud Paesie verrichtte geruime tijd onderzoek naar de kaartenmakers van de Kamer Zeeland. Ruim honderd jaar onbekende Zeeuwse cartografie wordt hiermee aan de vergetelheid onttrokken. De geheime zeekaarten van de voc waren tot op heden verstopt in een aantal vooraanstaande archieven. Uit onderzoek van Paesie blijkt dat er tussen 1602 en 1753 70.000 handgetekende kaarten werden gemaakt op perkament.
Boven: Ari Atol. Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam
Onder: Land van den Eendragt. Universiteitsbibliotheek Leiden, collectie Bodel Nijenhuis
Adres: muZEEum, Nieuwendijk 11, Vlissingen, tel. (0118) 412498, www.muzeeum.nl. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
|
|