Een van de mooiste voorbeelden van boekkunst uit de jaren dertig. Wat zeg ik? Het mooiste boek ter wereld! En ik, rund dat ik ben, heb Rik net een vrijkaartje gegeven, terwijl ik met wat meer strategisch inzicht, zeker een kwartier voorsprong op hem had kunnen nemen.
F. Bordewijk, Knorrende beesten (1933), met bandontwerp van Kees Strooband
Het boek is al verkocht. Rik is de tiende die er naar vraagt, zegt de boekhandelares stralend. De vraagprijs was 75 gulden. Ik reken Rik voor dat dit boek zeker 250 gulden waard is. Maar daar wordt hij niet vrolijker van. Of het door een andere handelaar is gekocht, vraagt hij nog. Ja. Vloekend lopen wij verder. ‘Orders from exhibitors for items listed in this catalogue will not be accepted during the first hour.’ Dus Engels lezen kunnen ze ook al niet.
Net als ik in gedachten de eerbiedwaardige dames en heren antiquaren voor het grootste schorem op aarde loop uit te schelden, bots ik bijna tegen Engel Bacchus op. De directeur van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek staat achter een microfoon en begint juist aan zijn openingsrede. Ik luister en hij weet met zijn vriendelijke stem al mijn woede te verdrijven. Zijn rede is een ode aan de handelaren in oude boeken. Hij wijst op het culturele belang van het antiquariaat: hoe handelaren cultureel erfgoed doorgeven, hoe zij boeken nieuw leven inblazen door nieuwe verzamelgebieden te creëren en hoe zij door collectievorming wetenschappelijke studie op onbekend terrein mogelijk maken. Bacchus vertelt er aardige anekdoten bij: over een moord met een boek, en hoeveel het corpus delicti later op een veiling opbracht, over de antiquaren Bernard Quaritch en Frederik Muller, die het veronachtzaamde exacte boek en de topografische prent voor verdwijning behoed hebben met hun verzamelwoede, en vooral roemt hij hun catalogi. De geschiedenis van de exacte wetenschappen, van de prentkunst, van de cartografie zou zonder deze negentiende-eeuwse antiquaren anders geschreven worden. Maar, sta ik te bedenken, een mooi voorbeeld van zijn betoog is Bacchus zelf. Toen nog niemand zich voor de vormgeving van boeken als uiting van toegepaste kunst