De Boekenwereld. Jaargang 26
(2009-2010)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |||||||
John Landwehr
| |||||||
InsteekboekenInsteekboeken zijn boeken met een of meer prenten met gleufjes waarin men afbeeldingen van personen en dieren kan steken. Het oudste insteekboek is van de graveur Lambert, die in 1818 Le jeu des fables, ou fables de Lafontaine mises en action, avec figures coloriées et découpées uitgaf: 32 pagina's met uitvouwbare koperen prent van vijftien fabels en een handgekleurde koperprent met gleufjes voor tweeëndertig uitgesneden figuren, elk met een fabelnummer en in een enveloppe van 12,6 × 16,6 cm.Ga naar eind1 | |||||||
[pagina 88]
| |||||||
Een bloemenkorf uit Das Reich der Blumenkönigin (1865)
In Purmerend verscheen omstreeks 1820 bij J.P. Bronstring Fabel-spel voor de jeugd, of twintig beweegbare fabelen van Gellert, eveneens in langwerpig formaat. Dit nieuwe speelgoed bleef niet beperkt tot fabelboeken. Zo kon men bijvoorbeeld een ruiker bloemen naar eigen smaak samenstellen van knipsels uit Das Reich der Blumenkönigin. Sinnige Unterhaltung. L'Empire de la reine des fleurs. The realm of the queen of flowers. Pictures for grouping. Rational entertainment (1865). Hiervan is zelfs een negende druk bekend. Behalve prentenboeken leenden panorama's met inkepingen zich uitstekend voor dit doel. Zo ontwierp Louis Wain (1860-1939) Days in Catland, Father Tuck's Panorama (ca 1905). Er zijn vier panelen met gleufjes voor veertien katten: in de slaapkamer, de keuken, de huiskamer en de klas. Minder bekend is De familie Schuddebol van Jan Wiegman (1884-1963), in 1925 uitgegeven bij Scheltens en Giltay. Het gaat om een knipplaat van zes personen en twaalf (insteek-) hoofden en een instructieblad, in een enveloppe van 38,2 × 14 cm. Er kwamen nog twee families Schuddebol bij. | |||||||
Versluierde boekenOnder versluierde boeken versta ik drie soorten prentenboeken, die alleen met hulpmiddelen goed zijn waar te nemen: een lichtbron, een bril met een rood en een groen glas, en ten slotte een gekleurd blad van mica. Dit zijn transparante prentenboeken, stereoscopische prentenboeken en filmische prentenboeken. Illustratie uit Les portes fermées ou les doubles Surprises (ca. 1820)
| |||||||
[pagina 89]
| |||||||
Drie poppen uit De familie Schuddebol (1925)
| |||||||
Transparante prentenboekenTransparante prentenboeken zijn boeken met doorschijnende prenten waarop een persoon of voorwerp zichtbaar is en waar nog een extra afbeelding tevoorschijn komt als de prent tegen het licht wordt gehouden. Resultaat: ‘doubles surprises’, zoals een onbekende auteur aangaf in de titel van zijn boekje Les portes fermées ou les doubles Surprises (ca. 1820). In een hoesje van 8 × 5,8 cm zitten zes verhaaltjes, elk met een handgekleurd prentje en vier pagina's tekst: La Française, Le portret, Les fleurs, Méphistopheles, La tentation en Le temple de Diane. Voor zover bekend bleef het bij dit ene experiment. Pas in het laatste kwartaal van de negentiende eeuw - na de opkomst van de chromolithografie - verschenen meer kinderboeken met transparante prenten.Ga naar eind2 Ook uitgevers en drukkers van ansichtkaarten lieten zich niet onbetuigd, zoals het Duitse bedrijf Meteor, dat Postkarten met opschrift Bitte gegen das Licht halten verkocht in Nederland, Frankrijk, Oost-Europa en Rusland. | |||||||
[pagina 90]
| |||||||
Foto: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
| |||||||
BookbreathalyzerMensen die regelmatig met hun neus in oude boeken zitten zullen hem direct herkennen: de schimmelige, muffe, zurige, maar ook verleidelijke, nostalgische geur van oude boeken. Echt stokoud hoeft een boek overigens niet te zijn om een dergelijke geur uit te wasemen; de eerste drukken van De avonden of Conserve dragen onmiskenbaar het aroma van de (slechte) adem des tijds. Was de boekengeur tot voor kort het terrein van de doorgewinterde boekenfetisjist, die in extase kon raken van het stoffige parfum van Shakespeares First Folio's, sinds een paar jaar mag het riekende oude boek zich verheugen in de belangstelling van de wetenschap. Matija Strlic, verbonden aan het Center for Sustainable Heritage (University College London), doet in samenwerking met de universiteit van Ljublijana (Slovenië) en het Nationaal Archief te Den Haag onderzoek naar wat de geur van een boek zegt over de samenstelling en de conditie van het papier waarop de tekst gedrukt of geschreven is. De eerste resultaten zijn inmiddels gepubliceerd en ze bieden uitzicht op de ontwikkeling van een apparaat dat veel weg zal hebben van de door de politie gebruikte breathalyzer. Met een dergelijk apparaat kan de lucht rondom oude boeken geanalyseerd worden om te bepalen of ze het fysiek aankunnen ingezien dan wel uitgeleend te worden. Ook kan de bookbreathalyzer conservatoren helpen bij het kiezen van de juiste manier van bewaren en restaureren. Voor de technische details: http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/ac9016049. | |||||||
Stereoscopische prentenboekenEen stereoscopisch effect wordt verkregen met behulp van een bijgevoegde bril, met links een groen glas en rechts een rood glas. Die techniek van anaglyphe prenten dateert van 1892 waarbij beide ogen gefopt worden: het linkeroog krijgt het ene beeld, het rechteroog het andere beeld, terwijl beide ogen schijnbaar slechts één (diepte)beeld waarnemen. Een fraai voorbeeld is het stedenalbum van de cineast Max Skladanowsky (1863-1939): Weltbilder. Plastographische original Aufnahmen. Het verscheen omstreeks de eeuwwisseling in tien afleveringen, elk met vijftien stadsgezichten: Berlijn, steden in Zuid-Duitsland, steden langs de Rijn, Potsdam/Charlottenburg, steden langs de Nederrijn en de Noordzee, Londen, Parijs, Oost-Duitse steden, Nederlandse steden en dorpen, en steden in Midden-Duitsland. Het geheim van de dieptewerking is dat de prenten twee lagen van verschillende kleur hebben, die diepte laten zien als ze waargenomen worden door twee ogen die kijken door een rood en een groen glas.Ga naar eind3 De Raadhuisstraat in Amsterdam, uit het stedenalbum van Max Skladanowsky
| |||||||
Filmische prentenboekenHet zou helemaal fantastisch zijn als prenten met een dieptewerking ogenschijnlijk kunnen bewegen. In 1898 lukte dat Bliss, Sands & Co in Londen, die hun boek de titel The Motograph Moving Picture Book meegaven. Zij contracteerden Henri de Toulouse Lautrec (1864-1901) om een informatieve titelprent te maken. | |||||||
[pagina 91]
| |||||||
Wij zien daar een dame staan voor een tafel met een opengeslagen boek, waarin zij - omgeven door huisdieren en een dame die achter haar toekijkt - voorzichtig een gekleurd micablad op en neer schuift waardoor de afbeelding in haar boek kennelijk in beweging komt. Onder de drieëntwintig kleurenprenten vallen vooral de grootse scènes op: een wentelend waterrad, een brandend huis, een stoom afblazend passagiersschip, een vuurspuwende vulkaan en een stoomtrein ploegend door een sneeuwstorm. Zoals bij stereoscopische prentenboeken gaat het hier om pure zinsbegoocheling. Omslag van The Motograph Moving Picture Book door Henri de Toulouse Lautrec (1898)
| |||||||
Illusionaire prentenboekenIn 1864 verscheen in Londen het opzienbarende boek Spectropia, or surprising spectral illusons showing ghosts everywhere, and of colour. Twee jaar later gaf Hugo Suringar in Leeuwarden een Nederlandse versie ervan uit, getiteld Brown's Kleurvisioenen met zestien chromolitho's van Morriën & Co te Amsterdam. Aan het boek gaat een toelichting vooraf: Onder velerlei zinsbegoochelingen, waaraan de gezigtswaarneming onderhevig is, zijn er die bij de onkundige en ligtgeloovige menigte aan de vrees voor spoken en geestverschijningen niet weinig voedsel hebben gegeven. Het zijn de zoogenaamde nabeelden, die men, na een tijd lang op een helder voorwerp den blik gevestigd te hebben, ontwaart en een poos ziet aanhouden. Kijkt men een oogenblik in de zon, of naar een schitterende vlam, en rigt men daarop de oogen naar elders heen, dan neemt men nog een wijl het beeld van de zon of vlam waar, dat allengs verflaauwt en verdwijnt, na vooraf een tal van kleursveranderingen te hebben ondergaan... Evenzoo. wanneer men bij sterke verlichting op een sina'sappel bijv. eenige secunden onafgebroken den blik vestigt, en dan een andere kant uitziet, zal men nog eenigen tijd de vrucht blijven ontwaren, maar nu geheel anders en wel blaauw gekleurd. Omslag van Brown's Kleurvisioenen (1866)
| |||||||
[pagina 92]
| |||||||
Twee illustraties uit het eerste Duitse trekprentenboek van Leopold Chimani (1835)
Illustratie uit Kleurvisioenen (1866)
Het boek telt in totaal zestien platen. Enkele voorbeelden: een gevleugelde Victoria, waarvan het beeld zich bij kunstlicht wit en bij daglicht groenachtig zal voordoen, terwijl de groene bloemen om haar hoofd rood en de oranje sterren blauw worden; een zwarte gestalte geeft een wit beeld; de rode heks neemt de groene kleur aan, het beeld van Punch neemt een groene kleur aan, zijn stok en hond worden geel, enzovoort. | |||||||
TrekprentenboekenDe primeur komt toe aan de pedagoog en kinderboekenschrijver Leopold Chimani (1774-1844) met Die beweglichen Bilder mit der Beschreibung einiger schönen Umgebungen Wiens... Erzählungen zum Nüßen und zur Erheiterung der Jugend, Wien, H.F. Müller (1835). Er zijn zes beweegbare handgekleurde prenten, namelijk Der Masken-Ball, Die Rückkehr des Bruders, Nachkirchweihe, Die Jagd, Musik und Tanz en Der Prater. Elk heeft een schuifje boven aan de pagina, waarmee men de prent kan verlevendigen door een extra afbeelding naar boven te trekken. | |||||||
[pagina 93]
| |||||||
Achterzijde van een beweegbare prent
Dit experiment kreeg pas enkele decennia later navolging van andere kinderboekenuitgevers. Dean & Co te Londen was de eerste die met succes in 1857 enkele trekprentenboeken uitgaf. In tegenstelling tot Chimani's boek voorzag Dean & Co de prenten met een treklipje onderaan, ten behoeve van Dean's Moveable Dogs Party, The Moveable Mother Hubbard en The Royal Punch & Judy as played before the Queen at Windsor Castle & the Crystal Palace (1859). Vooral de poppenkast als beweegbaar prentenboek inspireerde collega's overzee:
In het laatstgenoemde treden onder meer Hans Worst en een Münchener Kellnerin op. Er zouden vier herdrukken volgen en aangemoedigd door het succes verscheen snel een vervolg: Lampart's Zweites Lebendiges Bilderbuch mit beweglichen Figuren. Zur Belustigung für Kinder. Staberl's Reisenabenteuer.Ga naar eind5 Wederom was Ille de auteur, wiens naam reeds lang bekend was door onder andere zijn illustraties voor het tijdschrift Fliegenden Blätter (1845-1944) en Münchener Bilderbogen (1848-1898), allebei uitgaven van Braun & Schneider in München. Aan Münchener Bilderbogen werkte vanaf 1862 ook de jonge Lothar Meggendorfer (1847-1925) mee. Bij Braun & Schneider verscheen in 1879 ook Meggendorfers eerste beweegbare boek met acht trekprenten, dat kortweg Lebende Bilder heette.Ga naar eind6 Opmerkelijk is de prent van het omslag, waarop de eerdergenoemde Herr Staberl het toneelgordijn opzijtrekt. Met zijn andere hand houdt hij acht kleine aaneengeregen prentjes vast, als voorproefje van wat gaat komen. De eerste trekprent betreft alweer Herr Staberl zelf. Staberls mimiek is even trefzeker als Meggendorfers opgeruimde Beierse humor: Herr Staberl lebte einst in Wien, Mit seinem
Zopf hier seht ihr ihn,
Und schaut er noch so bös darein, Er unterhält
doch groß und klein.
Lebende Bilder, waarvan zestien drukken bekend zijn, werd een van de populairste trekprentenboeken. Het bracht Lothar Meggendorfer ertoe van 1880 tot 1910 bijna jaarlijks een trekprentenboek te ontwerpen en te redigeren.Ga naar eind7 Voorwaar een productie die nooit geevenaard is. En goed voorbeeld doet volgen. Enkele zeer verdienstelijke buitenlandse uitgevers van beweegbare boeken waren E. Nister in Londen, met E.P. Dutton & Co. als copublisher in New York, en Raphael Tuck | |||||||
[pagina 94]
| |||||||
& Sons in Londen met vestigingen in Parijs en New York. En in Parijs speelde A. Capendu een belangrijke rol. Het is merkwaardig dat het voornamelijk de kleinere uitgeverijen waren die juist vertalingen of bewerkingen van Meggendorfers trekboeken uitgaven. In Londen was het H. Grevel & Co., in Parijs - behalve A. Capendu - de firma Westhausser en Nouvelle Librairie de la Jeunesse, in Milaan de uitgeverijen Hoepli en Villardi, en in New York The International News Company. Het geeft genoegzaam aan hoe en waarom de belangstelling voor beweegbare boeken internationaal toenam: nieuw speelgoed voor jong en oud.Ga naar eind8 Herr Staberl uit Lothar Meggendorfers Lebende Bilder (1879)
|
|