De Boekenwereld. Jaargang 25
(2008-2009)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 311]
| |
Uit de STCNDe Short-Title Catalogue Netherlands is onze retrospectieve nationale bibliografie. De stcn neemt alle boeken op die tot het jaar 1801 in Nederland zijn verschenen. stcn-beschrijvers krijgen dus een massa geleerde Latijnse werken, theologische traktaten, Franse toneelstukjes, overheidsordonnanties, reisverhalen, gebedenboekjes, gelegenheidsgedichten en wat al niet meer, in handen. Hoewel het verhaal gaat dat ze alleen titelpagina's, colofons en katernsignaturen tot zich mogen nemen, verdiepen ze zich ook regelmatig in inhoud en samenhang van de boeken. Dat resulteert in betere beschrijvingen, maar ook in deze reeks korte bijdragen in De Boekenwereld over opmerkelijke gebeurtenissen en verschijnselen uit de wereld van het oude Nederlandse boek. De stcn is gratis raadpleegbaar via www.kb.nl/stcn. | |
Een ‘compagnie van boeck coopmanschap’: Johannes Broedelet en Abraham VandenhoeckIn 1740 verschijnt bij Johannes Broedelet, boekverkoper en uitgever te Utrecht, J.C. Harenberg's Otia Gandershemensia, exponendis sacris litteris & historiae ecclesiasticae dicata.Ga naar eind1 Op de laatste bladzijden van het voorwerk bevindt zich een assortimentslijst bestaande uit blad *8 met een lijst ‘Libri nova aliique in officina Broedelettiana’ en katern 2* (4 pagina's) met een lijst ‘English books to find by John Broedelet at very low prices’. De lijst vermeldt geen prijzen, dus of ze daadwerkelijk zo goedkoop waren is niet meer te achterhalen. Dat een uitgever de laatste lege bladzijden van zijn uitgaven, of zoals in dit geval de laatste bladzijden van het voorwerk, voorzag van een fonds- of assortimentslijst is niet vreemd.Ga naar eind2 Maar aangezien de lijst Engelse boeken als apart katern is gedrukt, kan er geen sprake meer zijn van het terloops opvullen van lege pagina's. Broedelet moet bewust een overzicht hebben willen doen drukken van zijn winkelvoorraad Engelse boeken. Overigens is het katern niet per ongeluk meegebonden achter het voorwerk van de Otia Gandershemensia, de custode op 2*2 verso sluit keurig aan op het begin van de hoofdtekst. Opmerkelijk is echter dat de British Library een 58 pagina tellende ‘Catalogue des livres françois, anglois, italiens, &c., nouveaux & autres qui se trouvent à Utrecht, chez J. Broedelet’ bezit waarvan de laatste vier pagina's precies dezelfde lijst met Engelse boeken bevatten.Ga naar eind3 Het zetsel is identiek aan dat van het katern in Harenberg's Otia Gandershemensia, maar de katernsignatuur 2* is verwijderd en Broedelet heeft nog de aanduiding ‘bookseller in Utrecht’ meegekregen. Zo kon hetzelfde zetsel mooi dienst doen in twee uitgaven. Jammer alleen dat de zetter verzuimd heeft de custode te verwijderen die naar de hoofdtekst van de Otia Gandershemensia verwijst. Als uitgever stond Broedelet niet bekend als iemand die veel Engels werk in zijn fonds had. De stcn noteert voor hem geen enkele Engelstalige titel en slechts drie vertalingen uit het Engels: een herdruk, een werk waarbij Broedelet als verkoopadres genoemd wordt in een lange lijst van boekverkopers en een preek die in de Engelse kerk werd uitgesproken ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Utrechtse Academie. In zijn winkel lijkt hij | |
[pagina 312]
| |
echter dus wel een flinke voorraad Engelse teksten gehad te hebben, maar dat is goed te verklaren uit de demografische samenstelling van de stad. Utrecht had een redelijk grote Engelse gemeenschap met een eigen Engelse kerk. Deze groep expats bestond onder andere uit Engelse en Schotse studenten die al sinds de oprichting van de universiteit in 1636 voor hun promotie of soms zelfs voor hun hele academische opleiding naar Utrecht kwamen.Ga naar eind4 Er waren zo op het oog dus voldoende lezers om Broedelet van zijn voorraad Engelse boeken te verlossen, maar of de in de catalogus van 1740 aangeboden boeken echt veel aftrek vonden valt te betwijfelen. Het overgrote deel van de titels bestaat uit godsdienstige werken uit de zeventiende eeuw en het geheel lijkt verdacht veel op het onverkochte restant uit een boedel of afkomstig van een veiling aangevuld met wat recenter materiaal. Uit de British Library
Een document bewaard in het Utrechts Archief kan ons iets meer vertellen over de Engelse connecties van Broedelet. In het notarieel archief bevindt zich een akte, gedateerd 2 oktober 1729, waarin Broedelet en Abraham Vandenhoeck voor notaris Jacob van den Doorslag verklaren een overeenkomst te hebben gesloten tot oprichting van een ‘compagnie van boeck coopmanschap’.Ga naar eind5 Beiden brengen flinke hoeveelheden voorraad in ter waarde van ongeveer f 15.000 per persoon en ook nog een paar duizend gulden aan contant geld. Vandenhoeck had in 1721 in Londen de boekwinkel overgenomen van zijn overleden baas Jacob Moetjens.Ga naar eind6 Samen met zijn toenmalige partner Johannes Groenewegen specialiseerde hij zich in veilingen van geïmporteerde boeken, dit alles aangestuurd vanuit Den Haag door Pierre Gosse. In 1726 leed deze samenwerking schipbreuk en Vanderhoeck vertrok in 1733 naar Hamburg en van daaruit naar Göttingen waar hij boekverkoper/uitgever van de kort tevoren opgerichte universiteit werd. Na zijn dood in 1750 ging zijn weduwe Anna Parry, een Engelse, verder met de zaak samen met een vroegere leerjongen Carl Friedrich Günther Ruprecht. De zaak bestaat nog altijd als Vandenhoeck & Ruprecht. Blijkbaar was Vandenhoeck in 1729 na het wegvallen van zijn zakenrelatie met Groenewegen op zoek gegaan naar een nieuwe handelspartner en had daarvoor Broedelet uitgekozen, die daardoor op aanvoer uit Engeland kon rekenen. Hoe het ‘de compagnie van boeck coopmanschap’ vergaan is na Vandenhoecks vertrek naar Duitsland is niet bekend, maar het is onwaarschijnlijk dat Broedelet daarna nog verse aanvoer van Engelse uitgaven via Vandenhoeck ontving. Dat kan voor hem een reden geweest zijn deze lijst met resterende titels samen te stellen.
Marja Smolenaars | |
[pagina 313]
| |
ub Leiden 601 C 10
|
|