De Boekenwereld. Jaargang 25
(2008-2009)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 255]
| |
KB koopt bijzonder getijdenboek uit 1500De Koninklijke Bibliotheek heeft onlangs op een veiling in Berlijn een prachtig geïllustreerd Nederlandstalig getijdenboek aan haar collectie toegevoegd. Het getijdenboek werd op 10 september 1500 in Parijs op perkament gedrukt door de Nederlander Wolfgang Hopyl. In het boek staan vele schitterende miniaturen en randversieringen, waarbij ook goud gebruikt is. Het boek bevat ook een gebed tot Sint-Nicolaas, waarin zijn heldhaftige daden in woord en beeld belicht worden. Een getijdenboek is een middeleeuws handschrift dat zowel leken als geestelijken gebruikten om in afzondering op de juiste (ge)tijden te bidden. Het aangekochte getijdenboek van 17 x 12 cm is waarschijnlijk eigendom geweest van een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder, aangezien op zowel de voor- als achterkant een afdruk van een kardinaalshoed te zien is. Naast de getijden staat ook een aantal gebeden tot heiligen, zoals Sint-Nicolaas en Sint-Maarten, in het boek. Zo wordt Sint-Nicolaas geëerd voor de wijze waarop hij drie vermoorde jongetjes weer tot leven wekt en de dader weet te bekeren. Bijzonder aan dit getijdenboek zijn de prachtig versierde pagina's en de teksten die in het Nederlands geschreven zijn. Bovendien is het uitzonderlijk dat er in die tijd in Parijs in het Nederlands gedrukt werd. | |
[pagina 256]
| |
Pagina 30r uit het getijdenboek
Het boek werd op 15 november 2008 aan Wim van Drimmelen overhandigd ter gelegenheid van zijn afscheid als directeur van de kb. Dit getijdenboek is, samen met een zestigtal andere bijzondere objecten, te bewonderen in de expositie Stijl, 17 jaar spraakmakende aanwinsten in De Verdieping van Nederland in de kb. | |
400e sterfdag Josephus Justus ScaligerOp woensdagmiddag 21 januari 2009 hield prof dr. Anthony Grafton (Princeton University) in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden een lezing over Josephus Justus Scaliger met de titel Joseph Scaliger (1540-1609). The meanings of scholarship in late renaissance Europe. Op die dag was het vierhonderd jaar geleden dat de bekende Franse humanist Josephus Justus Scaliger (1540-1609) in Leiden overleed. De curatoren van de universiteit haalden Scaliger in 1593 naar Leiden om de jonge academie wereldfaam te geven. Scaliger werd in de zestiende eeuw beschouwd als een van de grootste geleerden van zijn tijd. De curatoren wisten hem over te halen naar Leiden te komen en lokten hem met een groot salaris (meer dan welke andere hoogleraar ook verdiende) en de toezegging dat hij geen colleges zou hoeven te geven. Zijn aanwezigheid was voor hen genoeg. En met resultaat zou later blijken: vanuit heel Europa stroomden geleerden en studenten naar Leiden toe om aan de academie lessen te houden en te volgen. Scaliger wordt gerekend tot een van de grootste geleerden die aan de Leidse universiteit verbonden zijn geweest. Onlangs werd Scaliger nog de Einstein van de zestiende eeuw genoemd. Jan Cornelisz. van 't Woud (toegeschreven), portret van Josephus Justus Scaliger. Olieverf op paneel, 1608. Collectie ub Leiden
In 2009 worden nog enkele andere activiteiten door het Scaliger Instituut ontplooid rond de herdenking van de sterfdag van Scaliger, zoals een tentoonstelling rond het legaat aan Oosterse boeken en handschriften van Scaliger in de Leidse universiteitsbibliotheek en een symposium in het najaar met als titel The man, the mastery and the myths: A two day conference on the legacy of Joseph Scaliger (1540-1609). | |
[pagina 257]
| |
Hebreeuwse bijbel. Brescia, Gershom ben Moses Soncino, [5]254 [1494]. Collectie ub Leiden
Prof. dr. Anthony Grafton is de Henry Putnam University Professor of History aan Princeton University. Hij is tevens eredoctor van de Universiteit Leiden. Grafton publiceerde diverse boeken en artikelen op het gebied van de renaissance, waaronder verschillende over Scaliger. Hij is ook de auteur van het standaardwerk Joseph Scaliger. A study in the history of classical scholarship (1983-1993). Prof Grafton zal in 2009 twee maal zes weken in Leiden zijn als Visiting Scaliger Professor (van 19 januari tot en met 2 maart en in het najaar (september-oktober) van 2009). Hij houdt naast de Laudatio lezing ook een lezing tijdens het symposium History of Chronology (in samenwerking met het International Institute for Asian Studies (iias) en een keynote lecture tijdens het symposium in het najaar. Verder zal prof. Grafton tijdens zijn verblijf een aantal masterclasses voor studenten geven. Judith Belinfante. Foto Bert Nienhuis
| |
Afscheid Judith BelinfanteOp 9 december 2008 nam Judith Belinfante afscheid als directeur van de Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam vanwege haar pensionering. Zij beëindigde hiermee een lange en vruchtbare loopbaan. Judith Belinfante (1943) studeerde in de jaren zestig geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar studie begon ze als conservator bij het Joods Historisch Museum, waar ze in 1976 werd benoemd tot directeur. In 1998 verruilde ze het museum voor de Tweede Kamer, waarvan ze lid was voor de PvdA tot 2002. In 2003 werd Belinfante benoemd tot hoofdconservator Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, en in april 2008 tot directeur a.i. van de nieuwe Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam (waarbinnen de Bijzondere Collecties en het Allard Pierson Museum vallen). De verdiensten van Judith Belinfante voor | |
[pagina 258]
| |
stad en land zijn onmiskenbaar groot. Zo is onder haar leiding het Joods Historisch Museum van nationaal belang geworden en uitgegroeid tot een van de belangrijkste Europese musea voor joodse geschiedenis en cultuur. Als voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft zij ‘herdenken’ en ‘vieren’ aan elkaar gekoppeld en dat is een geslaagd uitgangspunt gebleken. Recent speelde zij als voorzitter van Amsterdam Wereldboekenstad een hoofdrol bij het verwerven van de titel Wereldboekenstad voor Amsterdam. De hoofdstad kan zich hiermee jarenlang internationaal profileren als boekenstad. In de functie van hoofdconservator was Belinfante actief betrokken bij de verhuizing van de Bijzondere Collecties naar een nieuw onderkomen aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam, naast het Allard Pierson Museum. Hiermee presenteert de Universiteit van Amsterdam sindsdien haar rijke cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed op een prominente plek in het centrum van de stad. De afgelopen jaren heeft Judith Belinfante een leidende rol gehad bij de ontwikkeling en positionering van de nieuwe Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam. Deze organisatie is naast het Stadsarchief en het Amsterdams Historisch Museum de derde grote erfgoedinstelling van de hoofdstad. Steph Scholten (1961), voorheen hoofd Collecties en plaatsvervangend directeur van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, volgde Belinfante 1 februari 2009 op als directeur van de Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam. | |
Museum Dirkje Kuik geopendMuseum Dirkje Kuik in Utrecht
Dat er in Utrecht nog wel eens iets goeds gebeurt, is zeker de snelle projectontwikkelaars en stadsbestuurders niet aan te rekenen, die sinds het plan Hoog Catharijne maar doorgaan de stad te ontmantelen. Het zijn veeleer de stille krachten die er van tijd tot tijd nog iets moois tot stand brengen. Jos te Water Mulder heeft het huis aan de Oude Kamp, waar schrijfster en beeldend kunstenares Dirkje Kuik in maart 2008 overleed, gekocht van de erfgenamen, niet om het te gelde te maken, maar om het te bewaren. De wereld is er buitengesloten: de gekleurde raampjes zijn ondoorzichtig. Schijnt de zon eigenlijk nog? Tussen overvolle boekenkasten hangt het portret van haar vader, geschilderd door Erika Visser. Het stof danst er door de kamer en je weet niet waar je kijken moet. Alsof de stekker uit een tijdmachine is gehaald. Hier, achter het glas in lood, dat nog door haar vader is geplaatst, heerst de achttiende eeuw. Maar ook de zeventiende en de negentiende eeuw en hier en daar wat midden twintigste eeuw. Alles wat je ziet heeft een verhaal. En er ligt stof op. Samen met Johan Moesman, Nederlands grootste surrealist, en graficus Henc van Maarseveen, richtte Dirkje Kuik in 1960 het Utrechtse Grafisch Gezelschap De Luis op. Kleine tentoonstellingen over het leven en werk van Dirkje Kuik en consorten brengen de bezoeker vanaf de benedenverdieping van het museum, dat op 12 december 2008 werd geopend, naar de machtige etspers van Dick van Luijn, waarop ze haar grafiek maakte. Een kleine trap naar de keuken leidt de museumbezoeker uiteindelijk naar haar woon- en werkkamer waar het hele verhaal opnieuw | |
[pagina 259]
| |
begint. Op de werktafel middenin de kamer liggen de laatste tekeningen die ze heeft gemaakt: schetsen met houtskool. Pennen, papier, doosjes, alles onaangeroerd op tafel. Werkkamer van Dirkje Kuik
Adres: Museum Dirkje Kuik, Oude Kamp 1, Utrecht, tel.: (030) 232 80 65, www.dirkjekuik.nl. Openingtijden: dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur. | |
Een onbekende editie van Emanuel van MeterenOnlangs kocht de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een onbekende editie van de Latijnse uitgave van de Historiën van Emanuel van Meteren. De uitgaven van Van Meteren kennen een complexe historie. Diverse malen is al geprobeerd deze geschiedenis op een rijtje te zetten.Ga naar voetnoot* Verbaasd was ik toen recent een uitgave op de markt kwam, die in al deze naslagwerken noch in de stcn of andere bibliografische bestanden terug te vinden bleek te zijn. In de stcn zijn twee beschrijvingen te vinden: Belli civilis in Belgio per quadraginta ferè continuos annos gesti historia, ad praesens vsque tempus deducta. Vert. en bew. C. Ens. [S.l., s.n.], 1610 en een tweede met het impressum Arnhemi, apud J. Ianssonium, 1623. In Picarta, het algemene bestand van de Nederlandse bibliotheken, komt nog een editie Keulen 1610 voor. Het boek dat de kb aanschafte, heeft als impressum: Arnhemi, Apud Ioannem Iansenium, 1610. Opvallend is dat de edities in de stcn en kb-exemplaar dezelfde fingerprint hebben en dus gedrukt lijken te zijn van hetzelfde zetsel. De boeken van Van Meteren zijn vaak voorzien van een gegraveerde titelpagina, zo ook deze nieuw ontdekte uitgave. Deze titelpagina's lijken op elkaar in thematiek. Het titelschild wordt omkaderd door een aantal afbeeldingen, die tezamen het verhaal van de opstand uitbeelden. | |
[pagina 260]
| |
Boven en onder het titelschild is steeds ‘Belgica’ afgebeeld; boven terwijl handel en bedrijf haar schatten brengen, beneden terwijl aan weerszijden strijdtoneel afgebeeld is. De afbeeldingen lijken van elkaar nagemaakt te zijn zonder exact gekopieerd te worden. Titelpagina van de nieuw gevonden Latijnse editie van E. van Meteren, Belli civilis in Belgio, gedrukt door Jansonius in Arnhem (1610). De titelpagina verhaalt over de Nederlandse Opstand en het zojuist afgesloten Twaalfjarig Bestand.
Het Haagse exemplaar bevat een opdracht aan Christian van Anhalt, Joachim Ernst van Brandenburg-Ansbach en Wolfgang Willem van de Palts, alle drie Duitse vorsten die de zijde van de Calvinisten kozen. Het boek is gevat in een perkamenten band die in Duitsland gemaakt is. Op voor- en achterplat is een ornament in zwischgold gestempeld, de snede is verguld en versierd. Dat alles zou erop kunnen wijzen dat dit een opdrachtexemplaar voor een van de vorsten betreft. Deze aanwinst betekent weer een kleine aanvulling op de complexe publicatiegeschiedenis van Van Meteren.
Marieke van Delft | |
Menno Hertzberger prijsIn november 2009 zal de Menno Hertzberger Prijs onder auspiciën van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren voor de veertiende maal worden uitgereikt. Deze prijs werd in 1963 ingesteld door de Nederlandse antiquaar Menno Hertzberger, toenmalig voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren, ter stimulering van de bestudering van de geschiedenis van het boek en de beoefening van de bibliografie. De prijs wordt eens in de drie jaar toegekend aan de auteur(s) van een al dan niet gepubliceerde studie op het gebied van de bibliografie of de geschiedenis van het boek in de ruimste zin van het woord en bedraagt €2500. De prijs is bij voorkeur bestemd voor een Nederlandse of buitenlandse auteur, indien zijn of haar werk speciaal betrekking heeft op de Nederlandse bibliografie of de geschiedenis van het Nederlandse boek. De prijs kan ook uitgereikt worden aan een groep auteurs. Voor zover het gepubliceerd werk betreft, komen alleen boeken of tijdschriftartikelen in aanmerking, die voor het eerst verschenen zijn in de jaren 2005-2008. Niet gepubliceerde manuscripten dienen binnen deze periode voltooid te zijn. Boeken, tijdschriftartikelen of manuscripten kunnen worden toegezonden aan de secretaris van de stichting, Prinsegracht 15, 2512 ew 's-Gravenhage. De sluitingsdatum voor inzending is 31 mei 2009. |
|