Jeroen Kapelle en Dirk J. Tang, Zwart. Sambo, Tien kleine negertjes, PijpjeDrop, Pompernikkel en anderen. Het beeld van de zwarte mens in de Nederlandse illustratiekunst 1880-1980, Harderwijk, d'Jonge Hond, 2008, 98 p., ISBN 978 90 8910 07 88, €17,95
Onlangs verscheen Zwart, het eerste deel van een reeks publicaties over geïllustreerde kinderboeken onder redactie van Saskia de Bodt, bijzonder hoogleraar Illustraties aan de Universiteit van Amsterdam en bekend van haar naslagwerk over jeugdliteratuur.
In Zwart schetsen de auteurs Jeroen Kapelle en Dirk J. Tang aan de hand van vijf hoofdstukken de (stereotype) weergave van de zwarte mens in het Nederlandse geillustreerde kinderboek in pakweg de afgelopen honderd jaar. Hoewel een strenge tijdsafbakening wordt gesuggereerd, is het oudste genoemde werk van 1799 en het jongste van 2007. Toch ligt de nadruk inderdaad op de genoemde periode in de ondertitel.
In het vrolijke vierkante octavoformaat worden met veel kleurrijke illustraties voorbeelden gegeven van de diverse afbeeldingen van zwarte mensen. Eerst, en niet onverwacht, wordt ingegaan op het slavernijverleden van Nederland, waarbij veel aandacht gaat naar de gedaante van Jan Compagnie, de legendarische negervriend van Michiel de Ruyter. Het hoofdstuk dat daarop volgt laat zien wat de invloed van de Angelsaksische kinderillustraties is geweest, zoals de Golliwog-pop, Sambo en de welbekende tien kleine negertjes, of nikkertjes zoals ze in vroegere tijden werden genoemd.
Vervolgens komt de stereotypie zelf aan bod (onder meer de dikke neus en rode lippen, dom en lui), die tot ver in de twintigste eeuw heeft bestaan, met opnieuw veel voorbeelden. In het laatste hoofdstuk gaan de auteurs in op de verandering in de weergave van en de belangstelling voor zwarte mensen: van karikaturaal en stereotiep naar realistisch en steeds artistieker.
Hoewel deze publicatie goed en correct gedocumenteerd is, is het vooral een verkenning van dit onderwerp. Het is een niet al te lijvig werk en bovendien goed leesbaar, ook voor de leek, zoals ondergetekende. De tekst wordt meer dan adequaat begeleid door de vele visuele voorbeelden, die soms paginagroot zijn afgedrukt, van illustratoren zoals Rie Cramer, A.J.O., Piet Boons, Jan Wiegman, Phiny Dick en vele anderen. Een zaak die wel erg opvalt is het ontbreken van Zwarte Piet. Welgeteld één keer is deze afgebeeld, verder wordt hij niet besproken of genoemd. Wellicht dat Piet, samen met Sinterklaas, in een ander deel van de reeks een eigen bespreking gaat krijgen. (Maurits Vroom)