vaert en anderen. In grafiek zou hij de volgende jaren een stevige reputatie opbouwen. Zo kocht hij metershoge stapels lino's van Jean-Jacques de Grave en steendrukken van Henri Cassiers, Florimond van Acker en Ernest Lynen uit het faillissement van een Brusselse drukkerij. Voor de verkoop huurde hij zelfs enige tijd een tweede etalage aan de overkant van de Hoogstraat. De voorraad was zo enorm dat pas in 2006 de allerlaatste exemplaren de deur uitgingen. Maar de winstmarge was goed en gaf de winkel zuurstof.
Catalogus 4 (1979) was ook weer een stap vooruit en telde maar liefst 38 bladzijden en 877 nummers, waaronder de zeldzame Kasteelen van Felix Timmermans (2500 frank) en De liefde van Annie Mols van Louis Paul Boon (6500). Het aanbod verbeterde constant, maar de prijzen bleven altijd redelijk. Wat anders te denken, in catalogus 5 (maart 1980), van 3250 frank voor Paal en Perk van Hugo Claus en van 3500 voor de tweede druk van Gezelles Kerkhofblommen? De volgende catalogi bleven altijd hun zwaartepunt hebben in Vlaamse literatuur, met soms indrukwekkende verzamelingen Claus en Boon, van welke laatste De Ruyter ook rechtstreeks handschriften (‘Boontjes’) kocht en wiens verzameling hij na zijn dood opkocht (catalogus 6, oktober 1980). Naast commerciële overwegingen wou De Ruyter ook principieel iets doen tegen wat hij noemde de miskenning van de Vlaamse literatuur. Daarnaast hadden de onregelmatig (‘Als ik goesting had’) verschijnende catalogi ook vaste rubrieken ‘andere literatuur’, kunstboeken, geschiedenis en folklore, en de in Antwerpen onvermijdelijke afdeling ‘boeken over Antwerpen’. Gaandeweg begon De Ruyter zich ook meer te interesseren in hedendaagse schrijvers als Gust Gils en Nic Van Bruggen, wat zich ook weerspiegelde in zijn aanbod. Wie in Antwerpen een dichtbundel uitgaf in eigen beheer, kon altijd wat exemplaren kwijt in de winkel, zeker als er grafiek in opgenomen was.
Twee maal verliet René De Ruyter het gebaande pad. De eerste maal was op zaterdag 11 april 1980 toen hij samen met Anton Boekee van De Slegte een boekenveiling organiseerde in zaal Carolus aan de Minderbroedersrui. Maar de heren vergaten te adverteren en de belangstelling en de opbrengst vielen tegen. Zo ging de eerste druk van Phantasy van Hendrik Conscience amper 2400 frank en de luxe-editie van Adriaan Brouwer van Felix Timmermans bleef steken op 7000 frank. Het moest een hele reeks veilingen worden, maar De Ruyter en Boekee oordeelden, misschien voorbarig, dat de opbrengst niet opwoog tegen de kosten en het werk, en begroeven het idee.
De tweede maal was toen De Ruyter in 1987 van een familielid van Felix Timmermans een exemplaar kon kopen van diens legendarisch zeldzame debuut, het dichtbundeltje Door de dagen uit 1907, waarvan misschien maar drie of vier exemplaren bewaard gebleven zijn. In plaats van het met een mooie winst te verkopen, besloot De Ruyter er een facsimile van te brengen, in een opbergdoosje, in de stijl van het facsimile dat de Sociéte des Bibliophiles et Iconophiles de Belgique in 1965 uitgaf van de eerste druk van de Kerkhofblommen, het zeldzaamste boekje uit de moderne Vlaamse letteren. Het werd een co-uitgave met het in Timmermans gespecialiseerde antiquariaat Schoon Lier, en de 160 genummerde exemplaren gingen vlot van de hand. Het was de eerste aflevering van wat onder de noemer Festina Lente een heuse bibliofiele reeks moest worden, maar na de teleurstellende verkoop van de tweede uitgave, Radio Actief van Louis Paul Boon in 1991, liep ook dit bibliofiele zijpad dood. In maart 2007 zette René De Ruyter zijn quasi-unieke exemplaar van Door de dagen op veiling bij Romantic Agony en kreeg er €3000 voor. Eind goed, al goed.
Terug naar de Hoogstraat en terug naar 1989. René De Ruyter werd 60 en ging verzekeringsgewijs met pensioen, wat meer tijd vrijmaakte voor het antiquariaat. Dat was nodig ook, want een conflict met zijn huisbaas noopte tot een verhuizing. In de dichtbij gelegen Oever vond hij aan nummer 20 een nieuwe winkel, maar door het verdwijnen van de pas-