Lezersbedrog
W. van den Berg
In het zich in de laatste jaren zo verfrissend vernieuwende tijdschrift Literatuur stond in het themanummer ‘Wandelen’ van 2003 (4/5) onder meer een korte bijdrage van een zekere Willem van den Berg onder de titel ‘Lopend lezen? De romantische lezer.’ Hij beweert daarin, dat het wandelend lezen in de negentiende eeuw maar sporadisch voorkwam. Usance zou eerder zijn, dat verstokte lezers tijdens een wandeling een rustig plekje opzochten en zittend aan hun lectuur begonnen. Hij was zo weinig vertrouwd met het fenomeen van het wandelend lezen, dat hij, op zoek naar toch een wandelend lezer, niet veel anders kon, dan de tragische geschiedenis noteren van een zekere Willem, verschenen in de Almanak voor den vrijgeestigen van 1829. Onder de titel ‘Het gevaar van onmatig lezen’ zou daar de treurige ondergang van deze Byron-adept opgetekend staan, die in de buurt van een rivier zo opgaat in de lectuur van één van de versvertellingen van de Engelse romanticus dat hij te water raakt en jammerlijk verdrinkt. ‘Zijn bezorgde vrienden’, zo eindigt dat larmoyante verhaaltje, ‘vonden tussen het riet de opgezwollen en aan elkaar verkleefde bladzijden van Childe Harold’. De redactie van Literatuur nam dat exemplum van wandelend lezen voor zoete koek aan en ook de lezers van het tijdschrift. Ieder die enigzins bekend is met de negentiende-eeuwse literatuur zou toch moeten weten, dat er wel een Almanak voor den blijgeestigen heeft bestaan, maar geen Almanak voor den vrijgeestigen. Die Van den Berg heeft om zijn bijdrage nog enig gewicht te geven dat tragisch voorval dus uit zijn duim gezogen. Een typisch geval van een onechte tekst en lezersmisleiding, dat om ontmaskering vroeg.