De Boekenwereld. Jaargang 22
(2005-2006)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Een heidens karwei of hoe stel ik een ideaal naslagwerk samen
| |
VoorgeschiedenisDe aanleiding tot het samenstellen van een computerprogramma van ‘populair proza’ was het enthousiasmerende onderwijs van prof. dr. Piet Buijnsters aan de Gelderse Leergangen.Ga naar eind1 Van der Plank dook de bibliotheken in om de door Buijnsters getoonde werken zelf aan te raken en hij schafte zich de bekende naslagwerken aan. Omdat het bladeren daarin een hoop tijd kostte, besloot hij tot een andere tijdsinvestering: Buisman, Versnel, Waller, Muller, De Vries, Scheepers, Boekenoogen, stca, Gieles & Plak en Mateboer gingen in hun geheel een database in en Buijnsters, Clemens en Tiele grotendeels. Via een door hemzelf ontwikkeld computerprogramma kon Van der Plank met een muisklik zoeken op alle woorden uit een titel, op alle drukken van een titel, op alle werken van een auteur, op alle uitgaven van een drukker, op alle uitgaven uit een bepaald jaar, enzovoort. Velen zouden na zo'n klus tevreden achterover leunen. Zo niet Arno van der Plank, want inmiddels was de digitale camera binnen ieders bereik en die maakte het mogelijk om via foto's van titelpagina's en frontispices de titelbeschrijvingen uit de naslagwerken te controleren. Ook de stcn-fingerprint werd - voor zover die niet al in de naslagwerken was vermeld - door autopsie aan de beschrijvingen toegevoegd. Maar ook die fingerprint - zij die ermee werken zullen dat kunnen bevestigen - leidt vaak tot twijfel over al dan niet identiek zetsel bij geringe afwijkingen. De onontkoombare conclusie van Van der Plank was dan ook: foto's toevoegen van de fingerprint-pagina's. En omdat illustraties eigenlijk alleen maar vergeleken kunnen worden door ze naast elkaar te houden, zouden foto's van alle illustraties toegevoegd dienen te worden. Maar hier loopt de bibliograaf tegen praktische en fysieke grenzen aan: niet alle boeken laten zich goed fotograferen en de vereiste opslagruimte gaat dvd's te boven. | |
[pagina 102]
| |
Inhoud ‘Sub rosa’Wat haalt u in huis met de aanschaf van Sub Rosa?Ga naar eind2 Op de website van Van der Plank luidt de ondertitel ‘old and rare’ uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw; het programma zelf vermeldt ‘populair proza’ uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw. De oorspronkelijke doelstelling van Van der Plank was om een aantal naslagwerken op het gebied van ‘populair proza’ in elkaar te schuiven en centraal toegankelijk te maken. Zijn keuze voor Buisman, Versnel, Waller, Muller, De Vries, Scheepers, Boekenoogen, stca, Gieles & Plak en MateboerGa naar eind3 zal weinig weerstand oproepen. Zijn mededeling dat ‘de meeste nummers van Buijnsters, Clemens en Tiele’Ga naar eind4 ook opgenomen zijn, roept echter een bibliografische vraag op. De compilator wordt hier bibliograaf door - naar we mogen aannemen - op inhoudelijke gronden een selectie te maken. Daarmee raken we verzeild in de altijd weer haast onoplosbare genreproblematiek. De ‘Alfabetische lijst van bekende (naslag)werken op het gebied van Populair Proza waarvan de nummers veelal voorkomen in het programma Sub Rosa’ zoals die op de website van Van der Plank gegeven wordt, vermeldt inmiddels onder andere ook Van Eeghen & Van der Kellen, Klaversma & Hannema, Leemans en Verhoeven & Verkruijsse.Ga naar eind5 De vraag is nu: wordt er vanuit het basisbestand met de volledig opgenomen naslagwerken alleen maar verwezen naar deze later toegevoegde bronnen of worden uit die latere bronnen ook titels opgenomen die niet in het basisbestand voorkomen? Al bladerend door Sub Rosa moeten we concluderen dat ook uit andere bronnen titels opgenomen worden, want soms blijft het referentieveld geheel leeg (zie bijvoorbeeld de nrs. 268, 527, 668, 728, 729, 733-741, 743-748) hetgeen erop wijst dat bijvoorbeeld uit een digitale bibliotheekcatalogus een nieuw item wordt toegevoegd (verwijzingen naar de British Library, de Bibliothèque National of de kb komen herhaaldelijk voor). Soms wordt er alleen verwezen naar een later toegevoegde bron (zie bijvoorbeeld nr. 656 met een verwijzing naar Clemens, of 2615 en 3050 naar Buijnsters, of 17699-17700 naar Tiele). Dit betreft kennelijk allemaal titels die onder de noemer ‘populair proza’ vallen, of moeten we hier wat ruimer aan ‘old and rare’ denken? Een voorbeeld van een titel zonder enige referentie: nr. 17684 beschrijft de Catalogus van eene verzameling van boeken nagelaten door Simon de Vries (Deventer 1794), aanwezig in de ub Göttingen (niet in ncc). Hoe komt Van der Plank aan deze titel en waarom vindt hij die geschikt voor opname in Sub Rosa? Bij iemand die niet voor een bibliografisch karweitje vervaard is, zou men kunnen vermoeden dat hij er niet voor terugschrikt een heleboel digitale catalogi van over de hele wereld even door te nemen. Maar dat moet dan toch wel gebeuren aan de hand van zinnige trefwoorden en bij voorkeur door gebruik te maken van zoekmachines als de Karlsruher Virtueller Katalog of WorldSearch.Ga naar eind6 Die zoekmachines gebruikt Van der Plank inderdaad, hetgeen tal van nieuwe vindplaatsen oplevert bij reeds beschreven werken (die worden in het veld ‘Beschrijving’ opgenomen met de vermelding ‘Ook in:’), maar ook nieuwe drukken van reeds beschreven werken... en dus ook volslagen nieuwe titels. Wat men in huis haalt met de aanschaf van Sub Rosa is dus een heleboel, maar het is niet duidelijk aangegeven wat dan wel. Van der Plank zou de gebruiker van zijn systeem een dienst bewijzen door nauwkeuriger dan nu het geval is zijn afbakening van het corpus te omschrijven. Als compilator had hij een dergelijke verantwoording achterwege kunnen laten, als bibliograaf is hij dat verplicht. Hij kan daarvoor te rade gaan bij de inleiding van Gieles & Plak en van Mateboer waar de begeleidingscommissie van dat (toen nog) zwo-project zich uitgebreid het hoofd gebroken heeft over de te beschrijven objecten die uitein- | |
[pagina 103]
| |
delijk samengebracht zijn onder de noemer ‘narratief fictioneel proza’. Hij had zich ook de nodige uitleg kunnen besparen door de later toegevoegde naslagwerken in hun geheel in zijn systeem te verwerken. Ik heb de indruk dat Van der Plank over ‘old and rare’ nog heel wat uit te leggen heeft. | |
Een ideaal naslagwerkAfgezien van de discussie over de afbakening van het genre mag geconstateerd worden dat Van der Plank met Sub Rosa een prestatie van formaat heeft geleverd. Hij heeft een programma gebouwd dat zeer soepel reageert en met simpele muisklikken in één seconde de gezochte informatie levert. Het programma zelf wordt op de harde schijf geïnstalleerd; de bijbehorende plaatjes blijven op de dvd. Er verschijnen regelmatig updates met aanvullingen op de bibliografie en met nieuwe afbeeldingen. Het hoofdscherm toont een groot aantal velden: Short title, Titel, Auteur, Vertaler/Bewerker, Plaats van uitgave, Drukker/ Uitgever, Jaar van uitgave, Formaat, Aantal delen, Genre, Aantal vindplaatsen, Referentie, hokjes met vinkjes voor het al dan niet voorkomen van vingerafdruk of gotische letter en een hokje voor vertaling uit de aangegeven brontaal en ten slotte nog twee velden voor de Beschrijving en het aangeven van exemplaren in bibliotheken. Rechtsboven is aangegeven of er afbeeldingen beschikbaar zijn van titelpagina, frontispice en andere illustraties. Wat is er allemaal mogelijk? Door in het hoofdscherm te dubbelklikken op het label voor het invoerveld, kunt u een overzicht krijgen van overeenkomstige gegevens. Dit handige systeem werkt bij: Short title, Auteur, Vertaler/Bewerker, Plaats van uitgave, Drukker/ Uitgever, Jaar van uitgave, Genre en Uit (= vertaald uit bijvoorbeeld: Fra.). Met het zoekscherm kunt u gegevens zoeken (exact of ongeveer) in alle aangegeven velden, bijvoorbeeld naar alle boeken met het woord ‘heldin’ in de titel, maar ook naar signaturen en vingerafdrukken. Bij ‘ongeveer’ zoeken maakt het niet uit of u hoofdletters of kleine letters gebruikt, of een gehele of gedeeltelijke naam invoert. | |
[pagina 104]
| |
Met de optie ‘Overzichten’ krijgt u overzichten van boeken uit een bepaald jaar, boeken uit een bepaalde periode, boeken uit een bepaald jaar verschenen in een bepaalde plaats, boeken verschenen in een bepaalde plaats, boeken uit een bepaald jaar verschenen bij een bepaalde drukker, boeken verschenen bij een bepaalde drukker, boeken verschenen in een bepaalde plaats, boeken die geschreven, vertaald of bewerkt zijn door..., boeken aanwezig in..., boeken met als referentie..., boeken met in de titel of in de beschrijving... (hierbij zijn wildcards mogelijk:? elk enkel teken; # elk enkel cijfer; [] alleen tekens tussen haakjes; [!] elk teken dat niet tussen haakjes staat; [-] elk teken binnen een reeks). Bijvoorbeeld: u zoekt ‘Journaal’ of ‘Journael’, vul dan in ‘journa[ae]l’ of ‘journa?l’. De velden ‘aanwezig in’ en ‘referentie’ kunnen gecombineerd worden: wilt u weten welke Buisman-nummers in de kb aanwezig zijn, dan vult men ‘K.B.’ in en ‘Buisman’. | |
[pagina 105]
| |
Het is mogelijk om één record of een selectie van records te printen of naar een tekstverwerkingsprogramma te sturen. Met de ‘Ga naar’-optie in het hoofdscherm kunt u schakelen naar ms Photo Editor om de titelpagina of het frontispice nauwkeurig te bekijken of te printen; om de foto alleen even te bekijken, kunt u simpelweg dubbelklikken op de labels bij ‘titelpagina’ of ‘frontispice’. Records kunnen worden gesorteerd (standaard staan ze op S[ub]R[osa]-nummer) op short title, auteur, vertaler, plaats, drukker, jaar of genre. Kortom: alle vragen die aan een dergelijke database te stellen zijn, kunnen met de gegeven mogelijkheden beantwoord worden. Wie de versie van Sub Rosa voor antiquaren aanschaft, beschikt bovendien over de mogelijkheid om antiquariaats- of veilingcatalogi en titels met prijzen daaruit in te voeren. Na invoer van gelijkluidende titels uit diverse catalogi rekent het programma automatisch de gemiddelde prijs uit. Ook is het mogelijk een antiquariaatscatalogus of gewoonweg een lijst samen te stellen met gebruikmaking van titels uit Sub Rosa. Het programma maakt een Word-bestand van de gemarkeerde records met vermelding van auteursnaam, titel, plaats van uitgave, drukker/uitgever, jaar van uitgave, formaat, beschrijving en referenties. Ondanks het feit dat veel antiquaren een ander systeem of een eigen database hanteren, kan ik me voorstellen dat de faciliteiten van Sub Rosa toch als aanvulling kunnen dienen bij een antiquarisch aanbod van veel ‘populair proza’. | |
[pagina 106]
| |
Referenties en beschrijvingenWelke problemen doen zich voor bij het in elkaar schuiven van verschillende naslagwerken? De beschrijvingen in Buisman zien er bijvoorbeeld anders uit dan die in Muller of Scheepers en zeker dan die in Gieles & Plak. Laten we als voorbeeld sr nr. 1 en 2 nemen. De beschrijvingen in Sub Rosa zien er als volgt uit: | |
sr 1 (met als referenties: Buisman 514 / Buisman V[eiling]422 / Muller 145 / Scheepers II, 433 / Gieles & Plak 76):Huidensdaegsche Krygs-Roman, Vervattende Een korte, doch naeuwkeurige, beschrijving deses acht-jarigen laetsten Oorloogs door Christenrijk, van het Jaer 1672 tot het Jaer 1680. Nevens Een klaer bericht van de Gelegentheden der Voornaemste Landen binnen en buiten Euroop, Door een Geleerde Pen heerlijk beschreven onder de Letteren van E.G.H. En nu in 't Ned. nagevolgt door M.S. Rechtgeleerde. Met Kopere Platen verciert. Hedens daegsche Krygs-Roman, Vervattende Een korte, doch naeuwkeurige, beschrijving deses acht-jarigen laetsten Oorloogs door Christenrijk, van het Jaer 1672 tot het Jaer 1680. Nevens Een klaer bericht van de Gelegentheden der Voornaemste Landen binnen en buiten Euroop, Door een Geleerde Pen heerlijk beschreven onder de Letteren van E.G.H. En nu in 't Ned. nagevolgt door M.S. Rechtgeleerde. Tweede Deel. Met Kopere Platen verciert. Beschrijving: Met 2 frontispices (dl. 2 met jaartal 1682 en als titel: Hedens daegsche...) en 14 pltn. xxviii, 683; xx, 696 blz. 1#*-2*8 A-2V8 2#*8 2*4 A-2V8 2X4 Dl. 1: 168108 - a1 *4$: a2 2*5 ande - b1 A d: b2 2V5 $de$ Dl. 2: 168108 - a1 *4 $e: a2 2*2 en$e - b1 A ou: b2 Oorspr. titel dl.1 en dl. 2: Christlicher Potentaten Kriegs-Romans..., Stockholm 1681. Aanwezig in: haw [Lo 2593 (1,2)]; ub Halle [AB 40 12/i, 1 (1/2)] E.G.H. = Everhardus Guernerus Happel Aanwezig: uba [2395 G 36,37] | |
sr 2 (met als referenties: Buisman 515 / Gieles & Plak 77):Huidensdaegsche Krygs-Roman, Vervattende Een korte, doch naeuwkeurige, beschrijving deses acht-jarigen laetsten Oorloogs door Christenrijk, van het Jaer 1672 tot het Jaer 1680. Nevens Een klaer bericht van de Gelegentheden der Voornaemste Landen binnen en buiten Euroop, Door een Geleerde Pen heerlijk beschreven onder de Letteren van E.G.H. En nu in 't Nederlands nagevolgt door M.S. Rechtgeleerde. Met Kopere Platen verciert. De tweede Druk, oversien en verbetert. Beschrijving: Met 2 frontispices (dl. 2 met jaartal 1682) en 12 pltn. (bij blz. dl. 1: 10, 108, 292, 376, 444, 518; dl. 2:?, 201, 292, 520, 540, 676) [32], 683, [1]; [24], 696 blz. 1#*-2*8 A-2V8 2#*8 2*4 A-2V8 2X4 Dl. 1: 168108 - a1 *4 $: a2 2*5 ande - b1 A d: b2 2V5 $de$ Dl. 2: 168108 - a1 *4 $e: a2 2*2 en$e - b1 A ou: b2 2X3 rom$ | |
[pagina 107]
| |
Een persvariant van de eerste druk uit 1681 (zie: sr 1) Oorspr. titel dl. 1 en dl. 2: Christlicher Potentaten Kriegs-Romans..., Stockholm 1681. Aanwezig in: haw [Lo 2593 (1, 2)]; ub Halle [AB 40 12/i, 1 (2)] E.G.H. = Everhardus Guernerus Happel Aanwezig: ubl [1157 E 28-29]
De beschrijvingen in Muller en Scheepers zijn - gezien het karakter als respectievelijk magazijn- en veilingcatalogus - nogal summier. Buisman is uitgebreider, maar pas bij Gieles & Plak komen de verworvenheden van de analytische bibliografie aan de orde door toevoeging van een collatieformule. Wat opvalt aan sr-beschrijving nr. 1, die duidelijk geïnspireerd is op de beschrijving van Gieles & Plak, is dat de titelbeschrijving van deel 2 ten onrechte en in afwijking van alle referenties uitgaat van het frontispice: ‘Hedens daegsche’ moet toch echt ‘Huidensdaegsche’ luiden. Een toevoeging in Sub Rosa is de stcn-fingerprint die in geen van de referentiewerken voorkomt, maar de fingerprint van deel 2 is incompleet; die moet er als volgt uitzien: ‘Dl. 2: 168108 - a1 *4 $e: a2 2*2 en$e - b1 A ou: b2 2X3 rom$’ (zie bij sr nr. 2). Onjuist is ook de exemplaarvermelding: deel 2 is aanwezig in de ub Leiden 1157 E 29, zoals Gieles & Plak correct aangeven. Dit impliceert dat de vermelding bij sr nr. 2 ook onjuist is: daar hoort alleen ub Leiden 1157 E 28 genoemd te worden. En in de beschrijving van sr nr. 2 moeten alle verwijzingen naar een tweede deel geschrapt worden omdat alleen van deel 1 een ‘tweede druk’ is verschenen die geen tweede druk is, maar een via een persvariant opgewaardeerd deel (‘oversien en verbetert’) van de oplage, zoals in navolging van Gieles & Plak terecht wordt opgemerkt in het beschrijvingsveld. Ten slotte dient opgemerkt te worden dat niet de gehele beschrijving uit Gieles & Plak is overgenomen: de beknopte inhoudsopgave is weggelaten, alsmede een verwijzing naar relevante secundaire literatuur. Ten overvloede kan nog meegedeeld worden dat er een exemplaar van de ‘tweede druk’ van deel 1 van de Huidensdaegsche krygs-roman aanwezig is in de Nationale Bibliotheek van Zuid-Afrika te Kaapstad: D10. e. 194 c. 2, alsmede exemplaren van deel 1 in de kb Stockholm 137 Q en de sb Berlijn Qi 1648. Het fileren van een paar Sub Rosa-nummers kan ons leren dat het compileren van naslagwerken specifieke problemen geeft. Welk naslagwerk dient het uitgangspunt te vormen, welke elementen neemt men wel of niet over en hoe worden gegevens uit verschillende bronnen gecombineerd? Ook daaromtrent dient de compilator-bibliograaf toch enige verantwoording af te leggen tegenover de gebruiker, want die moet weten of hij zijn plankjes met naslagwerken links kan laten liggen of voor bepaalde informatie toch nog in de papieren versie moet kijken. | |
De meerwaarde van ‘Sub rosa’Hoewel het mogelijk is kritiek te hebben op de verantwoording van het geheel en op details, duidelijk is dat Sub Rosa een belangrijk en handig instrument is om het onderzoek te vergemakkelijken en zelfs nieuwe inzichten te verwerven. Gemakkelijk blijft het hoe dan ook om vliegensvlug door een flink aantal naslagwerken te kunnen bladeren en tal van zaken met elkaar te kunnen combineren. Handig is Sub Rosa eveneens voor het zoeken van titels en exemplaren uit de periode die nog niet of niet volledig bestreken wordt door de stcn. | |
[pagina 108]
| |
Een belangrijke recente toevoeging aan het programma is dat bij alle Buisman-nummers is aangegeven of het een vertaling is en zo ja van welk werk, waarvan vervolgens de eerste of de vertaalde druk wordt gegeven plus vindplaatsen. Tevens wordt vermeld in welke andere talen het werk ook vertaald is, inclusief titel en vindplaatsen. Dit soort gegevens doet de beschouwer versteld staan van de populariteit van ‘populair proza’ in Europa: veel titels verschijnen kort na elkaar in verschillende vertalingen in verschillende landen. Zo is van de Christlicher Potentaten Kriegs-Roman van Happel (zie hierboven sr nr. 1 en 2) niet alleen een druk uit Stockholm 1681 bekend, maar ook een druk zonder plaats uit hetzelfde jaar (Österreichische Nationalbibliothek, 79. Aa. 74) én een druk uit nogmaals 1681 met als plaats van uitgave Middelburg, waarschijnlijk fictief voor Ulm (ex. in de ub van Yale). Dat de Nederlandse vertaling dan ook nog op hetzelfde jaar gedateerd is, is een mirakel wanneer men bedenkt van doen te hebben met ruim 1300 pagina's. En die datering is echt niet aan de optimistische kant, want de Huidensdaegsche krygs-roman wordt al aangekondigd in de catalogus van Van Waesberge met de boeken uit de periode juli 1680-januari 1681! Deel 1 moet in ieder geval voor juni 1681 verschenen of ter perse zijn, omdat Nicolaes Honigh, aan wie dit deel is opgedragen, op 3 juni 1681 is overleden.Ga naar eind7 Een ander voorbeeld van snelle verspreiding en vertaling is Amelia van Henry Fielding (zie sr nr. 57) dat in 1752 verscheen in Londen, in hetzelfde jaar nog in het Duits, in 1753 in het Nederlands en in 1762 in het Frans. Meerwaarde heeft Sub Rosa zeker ook door de toevoeging van tal van afbeeldingen van titelpagina's, frontispices, pagina's voor de stcn-fingerprint, voorberichten, opdrachten, achter in boeken aangetroffen fondslijsten en dergelijke. En - laten we eerlijk zijn - meerwaarde heeft Sub Rosa ook omdat men er nogal wat onvermoede vondsten kan doen die niet in de naslagwerken staan. Advies: kopen, en als het even kan de versie voor antiquaren! |
|