De Boekenwereld. Jaargang 22
(2005-2006)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Gepaard en Ongepaard, een Nederlands livre d'artiste
| |
[pagina 33]
| |
In 1977 ging Komrij voor het eerst een artistieke verbintenis aan met de publicatie van de luxueus uitgevoerde poëziebundel De Verschrikking, waarin de collages van Jan Bernard Meinen even belangrijk zijn als Komrijs gedichten. Nadien werkte hij samen met onder anderen Joost Veerkamp, Fritzi ten Harmsen van der Beek, Willem van Malsen en Piet van den Boog. Aangezien deze samenwerkingsverbanden veelal resulteerden in reguliere handelsuitgaven waarin het werk van de kunstenaars op industriële wijze werd gereproduceerd, vallen deze boeken niet onder de noemer ‘livres d'artiste’. Deze omschrijving gaat wel op voor het in 2003 verschenen boek Leliën/Lys, een bibliofiele bundel met acht originele lithografieën van de in Iran geboren kunstenaar Farhad Ostovani en gedichten van Gerrit Komrij, die werd gedrukt door de Amsterdamse meesterdrukker Alex Barbaix en uitgegeven door Museum Het Rembrandthuis. Hoewel de collectie van Het Rembrandthuis in eerste instantie is gericht op het werk van Rembrandt en zijn tijdgenoten, verzamelt en exposeert dit museum ook contemporaine grafiek van kunstenaars die op een persoonlijke wijze op de traditie voortbouwen. De eerste hedendaagse kunstenaar die voor een tentoonstelling in Het Rembrandthuis werd uitgenodigd, was Gérard de Palézieux. In 2000/2001 toonde deze in 1919 geboren Zwitserse kunstenaar een representatieve keuze uit zijn grafiek onder de titel Palézieux. Meditations in Print. Het grafische oeuvre van Palézieux omvat meer dan duizend prenten, die vanaf 1942 in beperkte oplagen verschenen. Hoewel zijn onderwerpskeuze erg gevarieerd is, liet Palézieux zich al vroeg ook door literatuur inspireren. In 1947 produceerde hij een reeks van eenentwintig etsen bij Alain-Fourniers Le grand Meaulnes en nadien vormden ook zulke uiteenlopende werken als Petrarca's sonnetten, Thomas Manns Der Tod in Venedig, Longus' Daphnis en Chloé, Julien Gracqs Les Eaux Étroites en Rilke's Les Roses uitgangspunt voor grafiek. Het vroege werk van Palézieux bestaat grotendeels uit etsen en vertoont beïnvloeding door Giorgio Morandi, die hij tijdens zijn verblijf in Italië, waar hij van 1939 tot 1943 aan de kunstacademie in Florence studeerde, leerde kennen en voor wie hij grote bewondering koestert. In de jaren zeventig ging Palézieux zich diepgaand bezighouden met het werk en de techniek van Hercules Segers, wat tot een ingrijpende omslag in zijn werk leidde. De scherpe, strenge lijnen maakten plaats voor een meer picturale behandeling en de etstechniek werd grotendeels ingeruild voor de vernis mou en de suikeraquatint, die hem in staat stellen schilderachtige effecten te bereiken. Al vroeg in zijn carrière viel Palézieux de lof van zowel Zwitserse als Franse dichters ten deel. Het wekt weinig verwondering dat ook Gerrit Komrij zich tot zijn werk voelt aangetrokken. Komrij heeft er namelijk nooit een geheim van gemaakt dat hij niets moet hebben van de ‘autonome’ modernistische kunstenaars. Zijn voorkeur gaat uit naar het werk van bij de traditie aansluitende (sur)realistische kunstenaars, zoals ook zijn eigen vroege poëzie een radicale breuk liet zien met die van de toen alom geprezen experimentele Vijftigers en rechtstreeks leek terug te grijpen op de negentiende-eeuwse traditie. In 2003 exposeerde Het Rembrandthuis een selectie uit de nieuwe aanwinsten, waaronder ook werk van Palézieux. Komrij schreef hierbij de uit twaalf gedichten bestaande cyclus Gepaard en Ongepaard. Deze reeks werd in 2004 door de Hercules Segers Stichting uitgegeven in een fraai verzorgd livre d'artiste met veertien originele prenten van Palézieux: kleine, intieme stillevens van één of enkele schelpen en verstilde afbeeldingen van zeedieren. Bovendien zijn de gedichten door Paul Gellings van een Franse vertaling (Coquillages) voorzien. De bundel, die verscheen in een oplage van zeventig exemplaren, bestaat uit gevouwen losse bladen in een wit papieren omslag in een cassette. De tekst werd met de hand | |
[pagina 34]
| |
gezet uit de Garamond corps 16 en tezamen met de prenten gedrukt op Vélin d'Arches door Gianstefano Galli te Novazzano (Zwitserland).Ga naar eind1. De gedichten van Komrij waren al eerder beschikbaar in de derde, vermeerderde druk van Alle gedichten tot gisteren (Amsterdam 2004), maar krijgen een extra dimensie als ze gelezen worden in samenhang met de prenten die er de inspiratie voor vormden, zoals een beschouwer misschien ook onverwachte perspectieven ontdekt in de prenten van Palézieux als hij ze door de ogen van Komrijs gedichten bekijkt.
Krab Laat me je rug zien. Kom niet dichterbij.
Maak rechtsomkeert. Vooruit, verdwijn uit zicht.
Ik wil dat jij je niet bemoeit met mij.
Raak me niet aan. Ik vrees mijn evenwicht.
Ik wil dat jij me helemaal niet kent,
Dat ik uit jouw geheugen wordt gelicht.
Ik ben mijn eigen luide instrument.
Ik hoor mijn eigen stilte aan, potdicht.
|
|