De Boekenwereld. Jaargang 20
(2003-2004)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
Frank Divendal, ‘Bladwijzers’. In: Uitgelezen boeken; katern voor boekverkopers en boekenkopers, jg. 9, nr. 3. Amsterdam, De Buitenkant, 2003, 44 p., geïll, €10In Bladwijzers doet Frank Divendal, net als acht jaar geleden, verslag van zijn fascinatie voor boekenleggers. Inmiddels beslaat zijn verzameling meer dan 52.000 exemplaren. Het is altijd interessant om over verzamelaars te lezen en Divendal komt de lezer in zijn nieuwsgierigheid ruimhartig tegemoet. Hij bespreekt de ordening van zijn collectie (deels chronologisch, deels geografisch, deels naar uitgevende instantie) en zijn ruilhandelsnetwerk. Ook signaleert Divendal de nodige ontwikkelingen in boekenleggerland - de opkomst van Spanje als boekenleggernatie en het belang van Wereldboekendag als aanleiding voor nieuwe boekenleggers. Toch is deze aan bladwijzers gewijde Uitgelezen Boeken vooral interessant omdat het een goed beeld geeft hoe een eenzijdig gerichte blik allerlei nauwelijks samenhangende dingen bijeenbrengt. Deze grappig vormgegeven Uitgelezen Boeken, met zowel vaste als ingelegde boekenleggers, sluit de negende jaargang af. Uitgelezen Boeken is verkrijgbaar bij de uitgever, Schippersstraat 11, 1011 az Amsterdam, of bij Minotaurus Boekwinkel, St. Antoniesbreestraat 3D, Postbus 16477, 1001 rn Amsterdam (open di.- za. 13.30-17.30 uur), tel. (020) 622 77 48. (EK) | |
Jaap Grave (bew.), ‘Verdammt sei, wem das nicht heilig ist’. Die Korrespondenz von Wilhelm Spohr mit Mimi Douwes Dekker und dem J.C.C. Bruns' Verlag in Minden 1898-1928. Berlijn, 2003. ISBN 39 806805 5 X, 220 p., €12,80Op zaterdag 25 oktober 2003 werd in Berlijn-Friedrichshagen een boek gepresenteerd met de titel ‘Verdammt sei, wem das nicht heilig ist’. Die Korrespondenz von Wilhelm Spohr mit Mimi Douwes Dekker und dem J.C.C. Bruns' Verlag in Minden 1898-1928. De vertaler Wilhelm Spohr was gedurende een groot deel van zijn leven werkzaam en woonachtig in dit voorstadje van Berlijn. Het boek bevat brieven omtrent de uitgaven van Multatuli's werk. Spohr was niet alleen de vertaler van, maar ook de bemiddelaar voor diens werk. Hij benaderde uitgever Bruns en zorgde ervoor dat in een periode van tien jaar de nodige werken van Multatuli, die tot dan toe nagenoeg onbekend was in Duitsland, werden uitgegeven. Het boek bevat alle brieven van Spohr aan uitgever Bruns en aan Multatuli's weduwe Mimi. Behalve als fanatiek Multatuli-apostel leert de lezer Spohr ook als mens kennen. Het boek is bezorgd, becommentarieerd en van een nawoord voorzien door Jaap Grave, die in zijn proefschrift Zulk vertalen is een werk van liefde (2001) al de nodige aandacht aan Spohr als bemiddelaar en vertaler van Multatuli's werk besteedde. Grave is tevens redacteur van het tijdschrift Over Multatuli. Meer informatie bij het Multatuli Museum te Amsterdam: multatulimuseum@zonnet.nl of tel. (020) 638 19 38. (JvW) | |
[pagina 160]
| |
Paul H. van Koningsbruggen (tekst), et al., Mobiliteit. Of hoe we van de mieren kunnen leren. Amstelveen, Grafische Cultuurstichting Koninklijke KVGO, 2003, ISBN 90 70809 02 8, geïll., 135 p.Het jaarboek van de kvgo was in 2003 geheel gewijd aan het thema ‘mobiliteit’. Voor de Samenwerkende Ontwerpers, onder wier auspiciën deze uitgave jaarlijks verschijnt, is Mobiliteit meer dan een coffee table book. Het moet dienen als een ‘soort standaardwerk voor iedereen die in het onderwerp is geïnteresseerd en zou een bijdrage moeten leveren aan de discussie over mobiliteit en aan het vinden van oplossingen’. In dit boek geen beleidsplannen of wiskundige modellen, normaal gesproken toch tamelijk gangbaar wanneer het gaat over mobiliteit, maar een vertaling van het begrip in beelden, prenten en citaten. En dat levert weer, zoals in elk jaarboek van de Grafische Cultuurstichting, een prachtige lappendeken van foto's en tekst. Wordt het omslag gesierd door een foto van een mier, in het boek treffen we heel veel beelden van vervoermiddelen (vooral auto's), wegen en kaarten, maar ook lezenswaardige columns van onder anderen Theo van den Boogaard, Ton den Boon (Van Dale), Drs. P. en Karel van der Waarde. Wederom een fraai bladerboek. En wie uitgelezen is, kan zich nog een avond of wat vermaken met de bijgeleverde bouwplaten: van een vliegveld (met vliegtuigjes) en van een benzinestation (met autootjes). (IV) | |
John Landwehr, IJzersterke kinderprenten op steen. Een zeldzame collectie kinderboeken en -prenten bijeengebracht door Josephine en John Landwehr. Valkenswaard, Nederlands Steendrukmuseum, 2003, ISBN 90 80822 61 2, geïll., 136 p., €17,50Deze fullcolourcatalogus over litho's uit de verzameling van het verzamelaarsechtpaar Landwehr verscheen bij de gelijknamige tentoonstelling die te zien is tot 15 november 2004 in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard. Na een voorwoord van Frits Booy, uit hoofde van zijn functie als voorzitter van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur, volgt een korte inleiding over lithografie en chromolithografie. Het boek bestaat uit drie delen: allereerst een chronologische presentatie van litho's uit kinderboeken uit de periode 1818- | |
[pagina 161]
| |
1840, vervolgens een weergave van kleurenlitho's uit kinderboeken naar verschillende thema's gegroepeerd - bijvoorbeeld ‘Kermis en Poppenkast’, ‘Sint Nicolaas en Kerstmis’ en ‘Panorama's’ - en ten slotte een overzicht van gelithografeerde losse kinderprenten. Ook hier is weer een indeling gemaakt naar thema's. De catalogus sluit af met een index op steendrukkerijen, een index op personen en een kort literatuuroverzicht. Een kleurrijk overzicht. De catalogus is te bestellen via het Steendrukmuseum (www.steendrukmuseum.nl). (IV) | |
Ton Schimmelpennink, e.a., Van Boekman tot Schimmelpennink. Amsterdam, Boekhandel Schimmelpennink, 2003, ISBN 90 90170 76 6, 100 p., niet in de handelVorig jaar bestond Boekhandel Schimmelpennink aan de Amsterdamse Weteringschans tien jaar. Uit het historisch overzicht dat de huidige eigenaar schreef voor het bij deze gelegenheid verschenen jubileumboekje blijkt dat de geschiedenis van dit bedrijf veel verder teruggaat. Boekhandel Schimmelpennink is namelijk de rechtstreekse opvolger van de boekwinkel die in 1892 werd opgericht door Maurits Boekman, een broer van Barend Boekman, die bekendheid verwierf met zijn boekenstalletje in de Oudemanhuispoort. Maurits noemde zijn in de Pijp gevestigde zaak aanvankelijk Nieuwe Boekhandel Sarphati, maar rond 1910 tooide hij die met zijn eigen naam. Na zijn dood in 1920 werd de winkel door zijn vrouw Heintje en dochter Kitty voortgezet, die zich in 1922 op Vijzelstraat 128 vestigden. Vijf jaar later maakte een grootschalige renovatie van deze straat een nieuwe verhuizing noodzakelijk. Tot 1940 was Boekhandel Boekman gevestigd op Vijzelstraat 9. Nadat Heintje Boekman op 18 juni 1940 overleed werd de winkel voortgezet door dochter Kitty, die in augustus van dat jaar het pand Weteringschans 177 betrok, waar de winkel nog steeds is gevestigd. Om onteigening door de bezetter te voorkomen, droeg Kitty de winkel in 1941 officieel over aan haar hulp Aaltje Schippers, die de firma M.E. Boekman 44 jaar lang bestierde. In 1985 verkocht zij de winkel aan het kunstenaarsechtpaar Tony de Vree en Rob Koekkoek. Die gaven de winkel een nieuwe naam, Het Sienjaal, maar verkochten hem vier jaar later al weer aan Hella en Elsbeth Hemmink. De zaak bleef echter slecht lopen en in 1993 deden zij hem over aan Ton Schimmelpennink, afkomstig ‘uit een groot gezin vol provo's’, zoals Thomas Verbogt in een bijdrage memoreert. Boekhandel Schimmelpennink wordt niet geregeerd door de waan van de dag. De eigenaar bestelt ‘de nieuwe Mulisch’ bijvoorbeeld pas als een klant er om vraagt, en omloopsnelheid is geen alleenzaligmakend begrip, waardoor het regelmatig mogelijk is hier een boek te vinden dat vijf jaar geleden is verschenen. Ook wordt het interieur niet elke paar jaar aan een complete restyling onderworpen. Integendeel, de boekenkasten en de ladder in het voorste gedeelte van de winkel stammen nog uit 1940 en zijn mogelijk zelfs afkomstig uit de voorgaande vestiging. Ton Schimmelpennink koestert in zijn winkel dan ook wat Marcel Verreck noemt een ‘belezen kampvuursfeer’, die wordt ondersteund door de kop soep die hij soms serveert en het glas wijn dat hij schenkt. Het tweede deel van het boekje bestaat uit herinneringen, overpeinzingen en korte verhalen van (voormalige) medewerkers en meer of minder bekende schrijvende klanten, onder wie René Appel, Gerard van Emmerik, Yves van Kempen, Justus van Oel en Harry van Wijnen. Ook hieruit komt de huidige eigenaar regelmatig naar voren als een boekenliefhebber die tegen wil en dank middenstander is. Helaas blijkt de vormgever minder van boeken te houden, want hij heeft de historische foto's op postzegelformaat laten afdrukken op doorzichtig papier, wat onbekommerd bekijken bepaald niet gemakkelijker maakt. Schimmelpennink zal zich ondertussen ook realiseren dat het vak van boekverkoper iets anders is dan dat van uitgever, want Van Boekman tot Schimmelpennink wordt geteisterd door een ondoorgrondelijke aanduiding van alinea's en een overvloed aan zetfouten. Maar dat zijn slechts uiterlijke schoonheidsfoutjes van een inhoudelijk sympathiek boekje. (HH) |
|