De Boekenwereld. Jaargang 19

[p. 238]

Veilingen
Veilinghuis Postma, 29 oktober 2002
A.G. van der Steur

Het was geen bijzondere veiling, de 31^e boek- en prentveiling van Geert Postma in Groningen, maar een goede doorsnee van wat we de laatste jaren gewend zijn. Het veilinggebouw aan de Noorderhaven, een verbouwd graanpakhuis, is uiterst geschikt voor het doel. Er is redelijk veel parkeergelegenheid en het pand ligt op een kwartiertje lopen van het station. Ook de catalogus is heel redelijk: veel boeken worden in pakketten geveild, maar de belangrijkste titels zijn dan wel steeds beschreven - een foutje dat mij opviel: een paar vroeg twintigste-eeuwse boekjes over natuur hadden als plaats van uitgave Almere! De kostbaardere lots hebben een prijsindicatie, de goedkopere niet en worden over het algemeen ingezet op €20. De meeste boeken van voor 1800 zijn redelijk geannoteerd - ook hier een foutje: lot 1378, een Nederlandsche Historiën van Hooft, werd een ‘mooi exemplaar in prima staat’ genoemd, terwijl er allerlei katernen los bleken te liggen. Er wordt onbeperkt koffie geschonken, er is voldoende zitgelegenheid, kortom de ambiance is goed.

Postma veilt zelf en doet dat in een razend tempo met een stortvloed aan woorden. Hij haalt met gemak 250 nummers in een uur en ‘slaat’ daarmee Bubb Kuyper die er zo'n 200 per uur doet. De bezoekers krijgen bij binnenkomst een biednummer. Maar als men dat tweemaal heeft laten zien, kent Postma het nummer uit zijn hoofd. Vergissingen en versprekingen komen niet voor, er worden geen grappen verkocht, kortom: voortreffelijk. Dat geldt ook voor de administratief medewerksters achter de tafel en voor de jongens die de stukken ophouden: veel wordt getoond en dat is bij 250 lots in een uur geen sinecure.

En dan de verkochte ‘waar’. Ik zei het al: van alles wat, maar hier en daar zaten er leuke items bij die tegen heel redelijke prijzen weggingen. Zo werd de inmiddels zeldzame catalogus Kinderen lazen, Kinderen lezen uit 1958 verkocht voor €80; een

Gezicht op de Doorluchtige School te Amsterdam, uit de atlas van Fouquet; de prent bleef onverkocht

mooi setje van Fieldings Tom Jones voor €80, de Juliana bijbel uit 1900 met de honderd platen van kunstenaars uit die tijd voor €240, elf vroegnegentiende-eeuwse Nieuwjaarswensen van Thomasvaer en Pieternel voor €20, de eerste zes jaargangen van De Boekenwereld werden opgehouden voor €20, de Fouquet-prent van de Amsterdamse ‘doorluchtige school’ werd opgehouden voor €100 en het Herinnerings-offer van Venman uit 1840 met zes litho's, waaronder een aardig ijsgezicht, deed €30.

Minder goedkoop waren bijvoorbeeld een set van zestien delen De Vriend des Vaderlands voor €380, een incompleet (stond niet in de catalogus!) exemplaar van het Biografisch Woordenboek van Van der Aa voor €240, een facsimile van Eekhoffs Nieuwe atlas van Friesland voor €180, een vijftal originele tekeningen van Jean Dulieu voor Paulus de Boskabouter voor €500 à 600 per stuk, de vijf delen De vogels van Nederland van Van Oort (met het registerdeeltje) voor €1450 en het atlasje van Bachienne uit 1780, dat voor €1200 werd opgehouden. Uit de rubriek ‘handelscatalogi’ bleef veel onverkocht, maar die markt wordt al jaren door Postma bediend en raakt waarschijnlijk wat verzadigd. Desastreus waren de - hoog

[p. 239]

getaxeerde - kaarten en plattegronden uit de gehele wereld. Afgezien van de circa veertig kaarten van Groningen die het hier uiteraard goed deden, werden er van de overige 166 kaarten slechts 26 verkocht.

De afhandeling na afloop (rekening maken, betalen, boeken opzoeken, enzovoort) liep ook weer perfect - behalve dat men geen dozen had, maar dat had ik in de catalogus kunnen lezen. Toen ik 's avonds naar huis reed, was ik tevreden over mijn aankopen, maar vroeg me wel af of het voor de veilinghouder een geslaagde veiling geweest was. De hoeveelheid werk is enorm en of dat bij deze relatief lage bedragen lonend is, betwijfel ik. Ik denk dat er van de 1400 lots circa 1000 verkocht zijn. Stel de gemiddelde prijs op €90, dan maakt dat een omzet van €90.000.

De commissie zal van beide partijen samen zón 25 à 30% zijn, dus €25.000. Daartegenover staan maanden werk, huisvesting, drukken en verspreiden van een catalogus en een heleboel administratie. Maar ik hoop van harte dat deze kleine, ‘provinciale’ veiling zal blijven bestaan. Eerlijkheidshalve moet ik hier nog wel aan toevoegen dat er van tijd tot tijd bij Postma ook veilingen zijn geweest waarbij duurdere stukken onder de hamer kwamen. Ik herinner mij een veiling waar een tweetal Blaeu-atlassen werd afgeslagen en één van de eerste veilingen met handelscatalogi die toen ‘wereldprijzen’ opbrachten.