hieronder meer, ook werd het woord gevoerd door André Swertz, voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren waarvan Max Israël sinds 1947 lid was, door Frank Lequin, vriend en Titsingh-biograaf, en door Alice Toledo, jarenlang de drijvende kracht achter uitgeverij B.M. Israël en in die jaren een grote steun voor Max. Het dankwoord namens de familie werd uitgesproken door de heer R. de Ruuk, zoon van een zuster van de overledene.
Simon Blok, mede-directeur van B.M. Israël bv, memoreerde zijn sollicitatiegesprek, bijna vijftien jaar geleden, aan de Nieuwezijds Voorburgwal 264. ‘De deur werd geopend door Jaap Nieuwpoort, die meer dan twintig jaar voor de firma zou werken. De deurbel bleef als een soort van alarm doorrinkelen tot de deur was gesloten. De kreet “Blijf maar!” die naar boven werd geroepen duidde erop dat alles onder controle was en dat de gast verwacht werd of na eerste weging goed werd bevonden om door te lopen naar de voorwinkel waar de kunstboeken stonden en overigens nog steeds staan.
In de “achterwinkel”, de mooie kamer - Ben Weinreb zou het zijn “best book room” noemen - sprak ik voor het eerst met een man die een geweldig enthousiasme aan de dag legde voor de hem omringende boeken.
Na de gebruikelijke vragen over en weer en nadat het ijs was gebroken, werden de eerste boeken van de planken gepakt: een deel uit de volledige werken van Rousseau, lang-nerf marokijn, groot papier, de platen avant la lettre, een extra suite van de platen, een zeer fraai exemplaar. Daarna de folio-uitgave van Rembertus Dodonaeus' kruidenboek, en nog veel meer.
“Mooi hè, jongen!” Max zou mij jarenlang “jongen” noemen, ik zou hem tot het einde van zijn leven “meneer Israël” noemen.’
Ter afsluiting sprak Blok van ‘de geweldige leerschool van bijna vijftien jaar met een warme, zachtaardige, inspirerende, ingetogen, soms weinig communicatieve en moeilijk te raden antiquaar Max Israël: een antiquaar die een pas verworven boek niet direct verkocht omdat hij het exemplaar zo graag nog even bij zich wilde hebben, om het te koesteren, om ook andere verzamelaars deelgenoot te kunnen maken van zijn plezier met dat boek. Een antiquaar van de oude stempel, hoffelijk en gastvrij, met een groot inlevingsvermogen, met een ontembare levenslust, wiens favoriete motto was: ‘grypt als 't rypt’.
De toespraak van John Landwehr was er een, waarin het verlies van een groot vriend werd betreurd. ‘Het was donderdagmorgen toen ik Max telefoneerde en hem vroeg hoe het ging en of hij al de veilingcatalogus uit Konigstein had doorgenomen? “Heb je zin om mee te gaan?” Max zou wel zien, onwetend dat dit zijn laatste dag zou zijn.
De eerste dag dat ik hem ontmoette, was in het voorjaar van 1947, toen ik met Max en Nico Israël kennismaakte in hun antiquariaat in de Leidsestraat. Beiden begonnen een nieuw bestaan op te bouwen. Max overleefde de oorlog na gevangenschap in Amersfoort wegens verzet en aldaar doof geslagen; Nico had met zijn echtgenote de weg naar Zwitserland gevonden en was jaren ontheemd. De oudste broer Salomon was in een concentratiekamp omgekomen. Na de bevrijding liet de regering zich weinig gelegen liggen aan geconfisqueerde goederen uit joods bezit, kortom ze moesten weer vanaf nul hun bestaan opbouwen en kregen over de oorlogsjaren nog een fikse navordering van de fiscus opgediend.