De Boekenwereld. Jaargang 18
(2001-2002)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoeveel Passies bestaan er?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoe het er vroeger in een drukkerij aan toe ging. Het draait vooral ook om de tekst: wat is er tijdens het drukproces met de tekst gebeurd? Is er gecorrigeerd en zo ja, wat en hoe? Dit is weer van belang voor een tekstediteur, die het liefst een ‘zuivere’ tekst wil uitgeven en daardoor onvermijdelijk tegen deze problematiek aanloopt.Ga naar eind7. Vervolgens kunnen ook de relaties tussen de verschillende drukken beschreven worden, hetgeen inzicht geeft in de verspreiding van het boek. De analytische bibliografie kan zo ook dienen als instrument bij receptie-onderzoek van gedrukte teksten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoeveel drukken zijn er eigenlijk?Voordat we aan het analyseren kunnen slaan, is de eerste stap meer van systematisch-bibliografische aard: het opsporen van exemplaren van de diverse edities van de Passions. Helaas vermeldt de huidige Descartes-bibliograaf Guibert slechts incidenteel waar hij exemplaren heeft aangetroffen; van veel edities heeft hij überhaupt geen exemplaren gezien.Ga naar eind8. Inmiddels is de computer natuurlijk een aardig hulpmiddel bij het zoeken, maar bepaald niet zaligmakend. Bibliotheken vermelden helaas liever hoeveel miljoen boeken een databestand bevat, dan welk systeem ze hebben gebruikt om de boeken in de database te krijgen.Ga naar eind9. Als van elk van de edities die genoemd wordt in de secundaire literatuur ten minste één exemplaar is gevonden, komt de tweede stap: het onderzoek zelf op basis van autopsie. De lijst met edities uit de bibliografie van Guibert dient hierbij als uitgangspunt. Bij de eerste druk doet zich meteen al een probleem voor [Guibert 1]. In het voorwerk is een brief opgenomen van Descartes van 14 augustus 1649, waarin | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hij afstand doet van zijn manuscript en de publicatie overlaat aan een onbekende adressant. Een paar maanden nadat Descartes het manuscript had afgegeven verscheen de eerste druk in Amsterdam en Parijs. In de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam bevindt zich zowel de editie met het impressum ‘Chez Louys Elzevier’ als de versie met ‘Chez Henry le Gras’. Dat is een gelukje: men kan de edities makkelijk naast elkaar leggen en zo vaststellen dat alleen de titelpagina verschilt. Het zijn dus varianten van dezelfde druk. De titelpagina is niet veranderd door een verbeterblad (cancel), maar door het zetsel te veranderen op de pers. Blijkbaar hadden de uitgevers van tevoren al afgesproken om de oplage te delen. In dit geval is er sprake van ‘separaat-edities’. Er zijn echter meer varianten binnen deze druk. De editie ‘par Louys Elzevier et se vendent a Paris, 1650’ behoort ook tot de 1649-editie [Guibert 3]. Dit geldt ook voor exemplaren met het impressum ‘A Paris, Chez Thomas Jolly’ (1651). Het is echt dezelfde druk, al geeft Guibert hem een nieuw nummer [Guibert 9]. Toch is hier geen sprake van separaat-edities. Er zit één, respectievelijk twee jaar tussen de druk en de uitgave. De oude titelpagina is eruit gesneden en een nieuwe titelpagina is ingeplakt. Hier is sprake van een titeluitgave. Als een uitgever in de zeventiende eeuw een privilege om een boek uit te geven overdeed aan een collega, dan verkocht hij niet alleen de rechten maar meestal ook al het materiaal dat daarbij hoorde. In de eerste plaats de onverkochte exemplaren: deze kregen een nieuwe titelpagina en werden als titeluitgave opnieuw op de markt gebracht. Soms drukte de nieuwe eigenaar ook een eigen oplage bij. Daarom waren de blokken van eventuele houtsnedes meestal ingesloten bij de verkoop. Men zou zich kunnen afvragen waar de grens ligt tussen een titeluitgave en een nieuwe druk. Hoeveel vellen kan men vervangen voordat een titeluitgave een nieuwe druk genoemd kan worden? Een gangbare definitie is dat er pas sprake is van een nieuwe druk als minstens de helft van het boek opnieuw is gezet.Ga naar eind10. Dit moet per gedrukte vorm beoordeeld worden en daarmee is meteen duidelijk waarom men het boek zelf in handen moet zien te krijgen. Geen enkele catalogus beschrijft zo nauwkeurig dat duidelijk wordt of minstens de helft van het boek opnieuw is gezet.Ga naar eind11.
Uiteindelijk bleven er twee problemen over bij het beschrijven van de eerste druk van de Passions. De titeluitgave met in het impressum Jolly 1650 [Guibert 2] heb ik niet aangetroffen. Guibert heeft hier twee impressa op verkeerde wijze gecombineerd. Ook exemplaren met ‘par Louis Elzevier 1650’ [Guibert 3] ken ik niet. Deze vermelding van Guibert gaat terug op het standaardwerk van A. Willems, Les Elzevier. De bron van de verwarring is de volgende vermelding:
Car on rencontre des exemplaires avec les adresses suivantes:
Mais tandis que les titres de 1649 au nom de Elzevier et de Le Gras sont | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d'impression elzevirienne, les autres titres que nous venons de citer ont été exécutés à Paris.
Hoewel het theoretisch gezien mogelijk is dat er edities bestaan met de vermelding ‘Amsterdam, par Louis Elzevier 1650’, lijkt het waarschijnlijker dat hier verwarring is opgetreden tussen ‘par Louis Elzevier 1649’ en ‘par Louis Elzevier, et se vendent à H. le Gras, 1650’. Ook de editie van Guillaume Angot kon ik niet vinden [Guibert 2]. Sterker nog, van de uitgever ontbreekt elk spoor. Er zijn geen andere uitgaven van de man bekend en in een contemporain overzicht van de Parijse uitgeverswereld wordt hij niet genoemd.Ga naar eind12. Een mogelijke verklaring is dat er verwarring is opgetreden met de uitgever Gervais Aliot, die dezelfde initialen heeft en ook de Passions heeft uitgegeven. Verder heeft de Parijse uitgever Charles Angot veel werken van Descartes gepubliceerd. Een onzorgvuldige drukvermelding ontstaat gemakkelijk; veel moeilijker is het om te bewijzen dat iets niet bestaat. Na deze eerste ronde kan geconcludeerd worden dat de edities nr. 1, 2, 3 en 9 van Guibert varianten zijn van één druk. Nu de druk van 1649 is gevonden met alle titeluitgaven van de latere twee jaren, is het tijd om het jaar 1650 te onderzoeken. Guibert geeft een Parijse herdruk van de 1649-editie met een waslijst aan separaat-edities bij ten minste acht uitgevers [Guibert 4]. Ook hier blijkt weer wat aan de hand te zijn: de editie is uitgebracht in een samenwerkingsverband (compagnie) van niet acht maar zeven uitgevers. De achtste, Charles Sercy, hoort niet in het rijtje thuis want zijn uitgave bestaat uit een andere druk, dezelfde namelijk als die van Lamy en Paslé [Guibert 5]. Hier kan ook nog de naam worden bijgeschreven van Loyson, wiens naam in een deel van de oplage op het titelblad te vinden is | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en van wie tot nu toe nog geen editie bekend was. Verder verscheen er ook nog een separaat-editie bij Jean Henault, die Guibert ook niet had gevonden. Geconcludeerd kan worden dat in Parijs twee compagnies actief zijn geweest, die ieder één eigen druk hebben uitgebracht met respectievelijk zeven en vijf verschillende titelpagina's. Ondertussen zat Elzevier in Amsterdam ook niet stil. In 1650 drukte hij een editie in duodecimo (12o) in het Frans [Guibert 6; Willems 1104] en in het Latijn [Guibert 7; Willems 1105]. Verder werd de Latijnse tekst daarna toegevoegd aan de Opera philosophica en zo verscheen in hetzelfde jaar ook een druk in kwarto (4o) [Guibert 8; Willems 1106]. Het blijkt echter dat er nóg een druk van de Passiones is in kwarto, die Guibert en Willems niet kenden. Deze maakt deel uit van een tot nu toe onbekende druk van de Opera philosophica. Tot slot verscheen in Rouen in 1651 nog een editie van de Passions in octavo in het Frans, die als een aparte druk geteld kan worden. De balans opmakend zijn van Guiberts tien drukken er nog zeven over (tabel 2). Daarbij is een enkele editie verhuisd binnen de nummering en zijn er twee onbekende separaat-edities bijgekomen. Verder kan er een onbekende achtste druk aan de lijst worden toegevoegd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waarom zoveel?Volgens de huidige stand van onderzoek zijn er acht drukken, en dat is nog steeds een aanzienlijk aantal voor een periode van twee jaar. De verspreiding van de Passions lijkt nog steeds groot te zijn geweest. Toch is deze conclusie voorbarig; er is immers nog niets uitgezocht over de drukgeschiedenis en de relaties tussen de drukken onderling. De enige druk uit 1649 is die van Elzevier en Le Gras, uitgegeven in Amsterdam en Parijs. Dit roept de vraag op wie van de twee het boek drukte. Voor Willems in zijn Elzevier-bibliografie is dit geen probleem: het is een Elzevier. Maar Guibert meent vanwege het grote lettercorps dat gebruikt is in het voorwoord dat de druk wellicht uit Parijs komt. Dit probleem speelt een grote rol in het onderzoek naar de verspreiding, maar heeft nog een extra belang. In 1649 woonde Descartes in Egmond en als de druk in Amsterdam tot stand is gekomen, was hij wellicht in de gelegenheid om zich met het drukproces te bemoeien kort voor hij naar Stockholm vertrok. Als het een Franse druk is, dan kon dit niet. De Franse herdruk in octavo geeft de oplossing op de titelpagina: ‘Sur la copie imprimée à Amsterdam’. Een van de uitgevers van de herdruk, Michel Bobin, had zijn zaak naast die van Henry le Gras ‘bij de derde pilaar van de grote zaal van het paleis’, dus hij kon het weten. Verder schreef Samuel Sorbière (1615-1670) vanuit Leiden in een brief aan Guy Patin (1601-1672): ‘on a icy de nouveau les Passions de l'Ame par Monsieur Descartes’.Ga naar eind13. Tot slot had een analytisch bibliograaf het ook aan het boek zelf kunnen zien. Om aan te geven hoe de binder een vel moest vouwen werd op sommige bladzijden onder aan de pagina een merkteken gezet, een katernsignatuur. In Frans drukwerk signeert men de helft van de bladen van elk katern en telt een octavo als deze dus vier signaturen. In Nederland gebruikte men vijf signaturen, de helft plus één. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Passions telt consequent vijf signaturen per katern en dit is een sterke aanwijzing voor een Nederlandse toeschrijving. De herdruk in octavo van het collectief van zeven Parijse uitgevers is duidelijk een herdruk gebaseerd op de Elzevier-druk. Regel voor regel is de tekst nagezet, tot en met de katernsignaturen aan toe. Maar hier verraadt zich de Franse drukkerspraktijk. Men heeft weliswaar de vijfde katernsignatuur nagezet, maar bijna net zo vaak wordt dit ook vergeten. Op verschillende manieren hebben de Parijzenaars geprobeerd de kosten te drukken. Ten eerste hoefden ze geen exemplaren aan de auteur te geven. Ten tweede is er geen corrector aan te pas gekomen, terwijl de Elzevier-druk wel is gecorrigeerd. Ten derde is in alle exemplaren die ik heb gezien het papier van een slechtere kwaliteit dan dat van Elzevier. Het was niet ongebruikelijk om van een boek van een concurrent dat goed verkocht, snel een goedkopere nadruk op de markt te brengen. Maar dit is een bijzonder geval: de belangen van de Parijse boekhandelaren waren groter dan de winst op deze Descartes-druk alleen. De oorzaak hiervoor is een toevallige samenloop van drie factoren: het politiek-economisch klimaat in Frankrijk op dat moment, de uitgeversstrategie van Elzevier en de plotselinge dood van Descartes in 1650. Frankrijk bevond zich in een burgeroorlog. Tussen 1648 en 1653 heerste er een machtsvacuum; de toekomstige koning, Lodewijk xiv, was nog minderjarig.Ga naar eind14. In januari 1650, juist toen de Passions in Parijs verkocht zou gaan worden, kwam een neef van de koning in opstand tegen het parlement en werd gearresteerd.Ga naar eind15. Dit leidde tot een verheviging van de strijd. Het economische klimaat verslechterde in een hoog tempo en de boekverkopers kregen moeite het hoofd boven water te houden. Voor de Elzeviers gold het tegendeel. Het moeder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bedrijf in Leiden bloeide, Louis Elzevier was in Amsterdam bezig aan een opmars. De Leidse Elzeviers handelden ook veel op de Franse markt.Ga naar eind16. Ze maakten zich buitengewoon impopulair door Franse edities na te drukken en vervolgens goedkoper aan te bieden. Aanvankelijk zagen de Franse boekverkopers dit met lede ogen aan. Maar omdat het nadrukken meestal in samenwerking met een Franse collega gebeurde, werd er geen collectieve actie ondernomen. Toen de economie instortte besloten de Franse boekverkopers de handen ineen te slaan en de Elzeviers aan te pakken. Tot 1650 waren de drukken van Descartes beschermd door een privilege van de Franse staat, maar door de dood van Descartes in februari 1650 verviel deze bescherming. Het geval van de Passions de l'ame was een unieke kans om de Elzeviers uit de markt te stoten. De volgorde van de gebeurtenissen laat zich als volgt reconstrueren. Eind november 1649 was de Passions de l'ame gedrukt bij Elzevier in Amsterdam. Vanuit Stockholm stuurde Descartes instructies naar enkele vrienden in Leiden en Parijs voor de distributie van presentexemplaren.Ga naar eind17. Deze gingen per post over de weg, terwijl de exemplaren van de Franse editie via Rouen naar Parijs werden verscheept, wat iets meer tijd kostte maar wel goedkoper was. In Parijs begon Le Gras zijn deel te verkopen, maar Louis Elzevier had nog een andere compagnon in Parijs: de graveur Abraham Bosse (1602-1676). Hij deelde mee in de verkoop en daarom werd in Parijs een nieuwe titelpagina gedrukt voor zijn deel van de oplage: ‘A Amsterdam et se vendent à Paris, 1650’. Dit was tegen de regels van het Parijse boekverkoperssyndicaat en de sanctie was zwaar: alle exemplaren werden in beslag genomen. Vervolgens kreeg Elzevier een koekje van eigen deeg: een groep van zeven uitgevers bracht een nadruk uit. In dit collectief vinden we veel toonaangevende Parijse drukkers. Zonder uitzondering hebben ze allemaal een winkel in de zalen of galleries van het koninklijk paleis, waar de belangrijkste firma's zaten.Ga naar eind18. Wat moest Elzevier doen? Met een eigen nadruk op de markt haastten de Parijse uitgevers zich niet om de beslaglegging op te heffen. Daarom besloot Elzevier een nog goedkopere druk uit te geven. Hij maakte een regel-voor-regel-herdruk van de eerste editie, met hetzelfde aantal bladzijden, maar in een kleiner formaat: duodecimo in plaats van octavo. Papier vormde de grootste kostenpost bij de boekproduktie in de zeventiende eeuw. Door het formaat te verkleinen werden de papierkosten met eenderde teruggebracht. Met deze goedkopere druk kon Elzevier de concurrentie met de Parijse compagnie aangaan, maar een antwoord van de Fransen bleef niet lang uit. Ook de nieuwe Elzeviereditie in duodecimo werd nagedrukt. Dit keer door een andere, kleinere compagnie van vijf uitgevers. Door een nadruk uit te brengen in hetzelfde formaat beconcurreerden ze niet alleen Elzevier, maar hun editie was ook goedkoper dan de eerdere nadruk van de eerste groep Parijzenaars. Dit is illustratief voor de concurrentiestrijd die aan de gang was in de Parijse boekhandel. Rest nog de vraag wat er gebeurde met de partij boeken die in beslag was genomen. Dit wordt duidelijk uit de correspondentie van Valentin Conrart. Hij had een eigen boek op de pers bij Louis Elzevier en bewees op zijn beurt de uitgever een dienst door de zaak in Parijs te schikken. Aanvankelijk stelden de Parijse uitgevers zich onbuigzaam op: ze waren boos op de Leidse Elzeviers vanwege hun nadrukken en dat Louis in Amsterdam zijn zaak had, kon ze niets | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schelen.Ga naar eind19. Na veel soebatten kwam Conrart met het syndicaat overeen dat de partij werd vrijgegeven, maar het syndicaat behield honderd exemplaren en er werd veertig francs in rekening gebracht voor de onkosten. Een betere regeling wist Conrart er niet uit te slepen, met name door de koppige opstelling van Abraham Bosse, die volgens Conrart de eigenlijke oorzaak was dat hij Elzevier niet uit de problemen kon halen zonder dat hij een veer hoefde te laten.Ga naar eind20. Pas begin september 1650 ging Elzevier akkoord met de regeling; ‘gelijk heeft hij’, bromde Conrart, ‘gezien hoe slecht zijn zaak ervoor stond’.Ga naar eind21. Waarschijnlijk was de strijd, zoals ik die hiervoor heb beschreven, toen al uitgevochten. Uiteindelijk werden ook de honderd achtergehouden exemplaren aan de man gebracht door een lid van het syndicaat, Thomas Jolly. Er werd een nieuw titelblad aangebracht met als pesterijtje in het impressum: ‘aux Armes d'Hollande’. Hoewel de Parijse boekverkopers de slag om hun thuismarkt van Elzevier wonnen, had Elzevier buiten Frankrijk weinig concurrentie te duchten. Al in 1650 werden de Passions in het Latijn vertaald en uitgebracht in duodecimo. Kort daarna volgde een druk in kwarto, die deel uitmaakte van de Opera philosophica. Deze uitgave is gedrukt met brede marges op mooi papier en zal dan ook zeker niet goedkoop zijn geweest. Het uitbrengen van Descartes' belangrijkste teksten onder de verzameltitel Opera philosophica bleek een succes en werd voortgezet tot aan het eind van de zeventiende eeuw. De Franse uitgevers hebben trouwens maar kort van hun overwinning genoten. De aanhoudende onlusten verlamden het transport naar de hoofdstad en de papierprijs steeg snel. Daardoor konden drukkers in de provincie goedkoper produceren en zo kon het dat al in 1651 in Rouen een nadruk verscheen van de Parijse nadruk van 1650. Vanuit tekstkritisch oogpunt was het natuurlijk beter geweest de Elze- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vier-editie te gebruiken, maar dat is niet gebeurd. De uitgever maalde niet om tekstkritiek: snel en goedkoop moest het. In de editie uit Rouen zijn dezelfde katernsignaturen vergeten als in de Parijse nadruk en verder zijn er nog een paar foutjes bij gekomen.
Aan het begin van deze bijdrage is de vraag gesteld: hoeveel drukken van de Passions zijn er eigenlijk en waarom zijn ze uitgebracht? Door gebruik te maken van de analytische bibliografie als onderzoeksinstrument is het antwoord dichterbij gekomen. Ten eerste heeft het onderzoek een aantal correcties opgeleverd ten opzichte van de huidige bibliografie: drie drukken zijn afgevoerd, twee nieuwe separaat-edities zijn erbij gekomen en één nieuwe druk is ontdekt. Ten tweede werpt de reconstructie van de drukgeschiedenis van de Passions een ander licht op de receptie van deze tekst. Receptie-onderzoek is binnen de boekwetenschap op dit moment erg ‘in’, het onderzoek naar de productiekant ligt bijna stil. Het is jammer dat beide richtingen niet vaker gecombineerd worden; soms loont het om een boek niet te lezen, maar gewoon te bekijken. Het grote aantal drukken van de Passions tussen 1649 en 1651 was niet het gevolg van de grootte van Descartes, maar het directe gevolg van een prijzenoorlog tussen twee Parijse uitgeverscollectieven en Louis Elzevier. tabel: Passion(e)s tussen 1649 en 1651 In: A.J. Guibert, Bibliographie des oeuvres de René Descartes publiées au xviie siècle, Parijs 1976.
passion(e)s tussen 1649 en 1651 Herziene lijst De navolgende beschrijvingen zijn resultaten van mijn promotieonderzoek, dat tot doel heeft een nieuwe Descartes-bibliografie samen te stellen.Ga naar eind22. Elke beschrijving van een druk bevat: een nummer met een verwijzing naar de nummering in Guibert, een short-title volgens de stcn-regels, een collatieformule en een opsomming van gecollationeerde exemplaren.Ga naar eind23. In deze bijlage heb ik de beschrijvingen enigszins ingekort. Zo heb ik tekstuele varianten voorzover ze niet de titelpagina betreffen buiten beschouwing gelaten. Verder heb ik wel aangegeven in welke bibliotheken de onderzochte exemplaren van de drukken zich bevinden, maar heb ik niet de exemplaren zelf beschreven.
1649-01 [= guibert 1, 2, 3, 9]
Les passion de l'ame. [Printer's mark (38×39); Ne extra oleas] Amsterdam: L. Elzevier [pr. and bsr.], 1649
Andere uitgaven: Parijs: H. le Gras [bsr.], 1649 Amsterdam and Parijs: [pr.] L. Elzevier and H. le Gras bsr., 1650 Parijs: Th. Jolly [bsr.], 1651 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afkortingen
|
|