| |
| |
| |
Verschenen boeken
Arianne Baggerman, Een lot uit de loterij. Het wel en wee van een uitgeversfamilie in de achttiende eeuw, Den Haag, Sdu Uitgevers, 2001, 451 p., ISBN 9012093139, f 66, -.
‘Kinderen, alleen dieren leven volledig in het Hier en Nu. Alleen de natuur kent geen geheugen of geschiedenis.
Maar de mens - laat ik jullie een definitie voorleggen - is het dier dat verhalen vertelt.’ Aldus luidt een deel van het motto van Arianne Baggermans studie, dat zij ontleende aan Graham Swifts Waterland. Niet voor niets uiteraard, want Baggerman vertelt graag verhalen. Eerder al publiceerde zij het verhaal over veelschrijver en uitgever Simon de Vries (1993) en recent verzorgde zij het levensverhaal van de jonge lezer Otto van Eck (1998). Vorig jaar verscheen het proefschrift dat is gewijd aan drie opeenvolgende generaties van het Dordtsche uitgeversgeslacht Blussé, waarop zij promoveerde aan de Universiteit van Utrecht.
Nu is bij Sdu Uitgevers een tweede gewijzigde druk van het proefschrift als handelseditie verschenen in de reeks ‘Nederlandse cultuur in Europese context’. Het eerste hoofdstuk gaat over Pieter Blussé, en dan vooral over de liefdesbrieven die hij schreef aan zijn geliefde Sophia Vermeer. Het betreft een deel van het rijke familiearchief van de firma Blussé, dat in 84 dozen wordt bewaard in het Dordtse gemeentearchief, waarop Baggerman haar onderzoek naar het bedrijf grotendeels baseerde. Baggerman verweeft de persoonlijke en zakelijke geschiedenis van de Blussés met de turbulente politieke achtergrond en vertelt op die manier - hoe kon het ook anders - een uiterst boeiend verhaal over de achttiende-eeuwse boekhandel. (GV)
| |
Christiane Berckvens-Stevelinck, Magna Comoditas. Geschiedenis van de Leidse universteitsbibliotheek 1575-2000, Leiden, Primavera Pers i.s.m. Universitaire Pers Leiden, 2001, 264 p., ISBN 9074310710, f 59, -.
De geschiedenis van de Leidse universiteit staat de laatste jaren weer sterk in de belangstelling. Terwijl Willem Otterspeer nog aan de beschrijving van de geschiedenis van de universiteit als geheel werkt (zie De Boekenwereld jrg. 17, nr. 1, p. 35), is nu dit boek over de geschiedenis van de Universiteitsbibliotheek verschenen. Het boek zou dus beschouwd kunnen worden als een deelstudie van én een aanvulling op het werk van Otterspeer.
Berckvens-Stevelinck integreert in haar overzichtswerk de reeds uitvoerig bestudeerde perioden van de universiteitsbibliotheek, zoals de periode van de zeventiende eeuw (Leiden University in the Seventeenth Century. An exchange of Learning uit 1975) en de deels verouderde studies over de bibliotheek van o.a. Molhuysen, Siegenbeek en Schotel. Maar zij vult met dit boek ook lacunes op en besteedt ook veel aandacht aan de jongste geschiedenis van de bibliotheek. Het boek is onder de beeldredactie van Arnoud Visser ook een echt ‘kijkboek’ geworden. Dit fraai uitgegeven boek (gebonden, het merendeel van de afbeeldingen is in kleur afgebeeld, prettig leesbare bladspiegel en de prijs van slechts f 59,-) mag in geen verzameling van een boekenliefhebber ontbreken. (KvO)
| |
Een punt voor typografie. De typografische Bibliotheek in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Amsterdam (Universiteitsbibliotheek) 2001, 32 p., ISBN 9080619019.
Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de firma Tetterode werd van 15 juni t/m 17 augustus een tentoonstelling in de Universiteitsbibliotheek aan het Singel gehouden waar een keuze uit de collectie van het jubilerende bedrijf te zien was. Bij de expositie verscheen een zeer fraai uitgevoerd boekje, waarin een aantal drukkershandboeken, letterproeven, bijzondere uitgaven en grafische tijdschriften in kort bestek wordt behandeld. Een bijzondere plaats is ingeruimd voor het z.g. Athiaskastje, dat ongeveer ‘vijftig series koperen matrijzen (vermoedelijk 35 diverse lettertypen plus duplicaten) voor het gieten van Hebreeuws’ bevat. ‘Daarnaast zijn er vijftien series stalen stempels, waarvan matrijzen geslagen konden worden, en enkele handgietvormen.’ De Athias-drukkerij begon haar werkzaamheden in 1688. Het kastje is tot 1917 in familiebezit gebleven en toen op een veiling verworven door de firma Tet- | |
| |
terode. Aan de binnenzijde van de omslag van het boekje zijn vóór specimina van marmers en achter voorbeelden van gedecoreerd papier afgebeeld. Het boekje, waarin tal van ‘hoogstandjes’ op het gebied van de drukkunst zijn opgenomen, was gratis te verkrijgen bij de balie in de expositiezaal van de Universiteitsbibliotheek. (JFH)
| |
Joan Hemels & Henk Demoet (red.), Loodvrij en digitaal. Visies op innovatie in grafische communicatie, Leiden, Uitgeverij Compres bv, 2001, 334 p., ISBN 9073803020, f 75, -.
Loodvrij en digitaal, een bundel met artikelen waarin de keerpunten in de grafische technieken van de afgelopen 150 jaar worden beschreven, verscheen naar aanleiding van het 150-jarig bestaan van Alfa Base Publikatie Processors in Alphen aan den Rijn, de voortzetting van Samsom-Sijthoff Grafische Bedrijven. In de diverse bijdragen wordt beschreven hoe de keerpunten in grafische technieken tot structuurveranderingen in de grafische branche hebben geleid. De aftrap is de Industriële Revolutie, gevolgd door de overstap van boekdruk op offset, het fotografisch zetten en de digitalisering van het grafische productieproces. Ook de geschiedenis van verschillende uitgevers en drukkers komt aan de orde. Hiervoor hebben de auteurs gebruikgemaakt van het Sijthoff-archief in de Universiteitsbibliotheek van Leiden. De laatste vier hoofdstukken schetsen perspectieven voor de grafimedia-branche in de huidige informatiemaatschappij. Het boek is aantrekkelijk vormgegeven en rijkelijk voorzien van illustraties. Het is een visitekaartje van een grafisch bedrijf dat doet denken aan het Kerstnummer dat Grafisch Nederland ieder jaar voor hun relaties laat verschijnen. (KvO)
| |
Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis 8 (2001), 216 p., ISBN 9075133081, f 60, -
Deze zomer verscheen het achtste Jaarboek van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging dat geheel gewijd is aan boekdistributie met als titel Het kompt altemael aen op het distribuweeren. In tien bijdragen worden verschillende aspecten van dit onderwerp belicht. Chris Coppens gaat in op de verspreiding van boeken door middel van fondscatalogi van drukkers en boekhandelaren (tot 1600), een onderzoek dat indertijd door wijlen Bert van Seim in gang werd gezet. Verschillende boekhistorici volgen nu dit spoor met als resultaat dat er inmiddels al zo'n 225 fondscatalogi zijn getraceerd. Kees Gnirrep schrijft over teruggevonden prospectussen van Reizen door Klein Asia (1698) en Reizen over Moskovie (1711) door Cornelis de Bruyn. In het eerste boek is ook een lijst van intekenaren opgenomen die voor een belangrijk deel door de auteur geidentificeerd konden worden. Afgezien van enkele boekhandelaren kochten vooral particulieren zeven of meer exemplaren. Jan Spoelder borduurt in zijn bijdrage over Leidse prijsbanden, geproduceerd door het huis Luchtmans, voort op zijn dissertatie die vorig jaar verscheen. Een enigszins afwijkende vorm van distributie hebben de muziekuitgevers. Hierop gaat Rudolf Rasch in. Op grond van bewaard gebleven boekhandelsadministraties, zoals die van Samuel van Benthem uit Middelburg, kan worden nagegaan hoe de verspreiding van boeken via dit handelshuis geschiedde.
Hoewel het onderwerp van de bundel zich uitermate goed leent voor gevarieerde afbeeldingen, is dit boek zeer matig geïllustreerd. Alleen in het artikel van Jeroen Salman zijn enkele aardige afbeeldingen van marskramers opgenomen. Beeldmateriaal wordt nog steeds nauwelijks door boekhistorici bij hun onderzoek betrokken.
In dit Jaarboek is voor het eerst de bibliografie met recente publicaties op het gebied van de boekwetenschap (samenstelling Marieke van Delft) achterwege gebleven. De reden is dat er te veel verschijnt en de lijst een te groot aantal pagina's in beslag neemt. (JFH)
| |
Eveline Koolhaas-Grosfeld, Vader & zoons, Jacob de Vos Wzn. (1774-1844) en de getekende dagboekjes voor zijn kinderen, Hilversum, uitgeverij Verloren, 2001, 264 p., ISBN 9065501827, f 59,50.
In de reeks Egodocumenten brengt uitgeverij Verloren onbekende autobiogra- | |
| |
fieën, dagboeken, brieven, reisjournalen e.d. onder de aandacht. Vooral teksten uit de zeventiende, de achttiende en de negentiende eeuw zijn de afgelopen jaren gepubliceerd. Elk deeltje werd voorzien van een inleiding en de tekst werd geannoteerd. Dit jaar verscheen deel 24; het bevat acht getekende dagboekjes die in 1996 aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zijn gelegateerd.
De dagboekjes hebben betrekking op Willem, Gerrit, Jacob junior en Christiaan, de vier zoontjes van Jacob de Vos Wzn en Catharina Coster, en zijn gemaakt in de periode 1803-1808. We zien hoe de kinderen zich dagelijks amuseren met allerlei spelletjes. Nu eens maken ze muziek, dan weer zijn ze met een opticaspiegel in de weer en bekijken ze opticaprenten. Verder kijken ze poppenkast, spelen een partijtje biljart, kolven of zitten prenten in te kleuren. De dagboekjes geven een prachtig beeld van het gezinsleven aan het begin van de negentiende eeuw. (JFH)
| |
Reinhard Öhlberger, Wenn am Buch der niederländische Händler klebt, Wenen, Locker Verlag, 2001, 31 p., geen ISBN, f 52,80.
In september 2000 verscheen bij de Weense uitgever Löcker Verlag het boek Wenn am Buch der Händler klebt. Het geeft een overzicht van de firma's die boekmerkjes hebben gebruikt. Voor Nederland werd een lijst van ruim 1300 boekhandels samengesteld waarvan er achttien wat uitgebreider behandeld konden worden. Om de uitgave financieel binnen de perken te houden kon de auteur niet op alle Nederlandse firma's uitvoerig ingaan. Daarom is nu een supplementje verschenen waarin 68 boekwinkels en hun merken wat uitgebreider aan de orde komen. Bekende zaken, zoals Van Benthem & Jutting (Middelburg), L.C.J. Boucher (Den Haag), Burgersdijk & Niermans (Leiden), M. Dijkhoffz (Den Haag), J.L. Joachimsthal (Amsterdam), de Erven Loosjes N.V. (Haarlem), Mensing & Visser (Den Haag), C.P.J. van der Peet (Amsterdam), Robert Premsela (Amsterdam), Van Rossum (Utrecht) en J.M.W. Waanders (Zwolle), worden met één of meer merken gepresenteerd. De gegevens omtrent adressen en eigenaren zijn ontleend aan diverse adresboeken die op p. 29 worden genoemd. Dit supplement op de Weense uitgave uit 2000 is nog maar een zeer voorlopige aanzet tot een boekhandelsmerkenboek van Nederland.
Van dit boekje, dat fors geprijsd is, zijn 180 exemplaren gedrukt, die alleen te koop zijn bij antiquariaat Bagage, Van Sijpesteijnkade 33 in Utrecht (telefoon én fax: 030-2962857). Daar is ook de Weense uitgave te koop die ruim f 250, - kost. Voor de luxe uitgave van dit boek, met enkele ingeplakte originele boekmerkjes, betaalt men f 350, -. (JFH)
| |
Alexander Polman, Louis Ph. Sloos, Louk Tilanus en Emmy van Vliet-de Haan, Willem Constantijn Staring 1847-1916. Officier en tekenaar, Delft (Legermuseum) 2001, 128 p., ISBN 9061160146, f 39,95.
Van 1 juni t/m 2 september 2001 werd in het Legermuseum Delft een tentoonstelling gehouden over het getekende oeuvre van Willem Staring (1847-1916). Bij de expositie verscheen een boekje waarin vier auteurs allerlei aspecten van deze tekenende officier ter sprake brengen.
In de publicatie gaat Tilanus in op de familiegeschiedenis en het milieu waarin de tekenaar opgroeide, behandelt Sloos de hoofdpersoon als illustrator van het militaire boek en geeft Polman een impressie van de vriendschap met de Dordtse verzamelaar mr. Simon van Gijn (1836-1922) en met de schilder van militaire scènes, Jan Hoynck van Papendrecht (1858-1933). Een zeer interessant hoofdstuk is geschreven door Emmy van Vliet-de Haan. Dit was in 1993 al in een enigszins gewijzigde vorm verschenen in Jong Holland. In deze bijdrage geeft de auteur aan hoe Staring gebruikmaakte van momentopnamen van Eadweard Muybridge (1830-1904) en in schriftelijk contact trad met deze beroemde Engelse fotograaf. Het keurig verzorgde boekje is in eigen beheer uitgegeven en te koop in de winkel van het Legermuseum in Delft. (JFH)
| |
| |
| |
A.G. van der Steur, ‘Werken en studeeren, het eenige doel van mijn leven’. De boekhistoricus, musicoloog, bibliothecaris en archivaris Jan Willem Enschedé (1865-1926), Haarlem, Antiquariaat A.G. van der Steur, 2001, 99 p., geen ISBN, f 15, -
Afgelopen zomer vierde het Historisch Antiquariaat A.G. van der Steur haar twaalfeneenhalfjarig jubileum en stuurde daarom haar relaties dit aardige boekje als geschenk. De onderwerpen die in het boekje worden behandeld, boek- en familiegeschiedenis en Haarlem, raken de interessegebieden van Van der Steur zelf en geven een goede afspiegeling van de specialismen van het historisch antiquariaat. Het levensverhaal van J.W. Enschedé dat door Van der Steur wordt beschreven, verscheen eerder in het Jaarboek Haerlem.
Jan Willem Enschedé komt uit de tekst naar voren als een zeer initiatiefrijk man die zich op meerdere takken van kunst en wetenschap verdienstelijk heeft gemaakt, maar ook een zeer eigenaardig en eigengereid mens was. De portretfoto's die van hem zijn afgebeeld, spreken wat dat betreft boekdelen.
‘De sfeer die uit het leven en werk van Enschedé naar voren komt, zal degenen onder u die ons antiquariaat in de afgelopen tijd heeft bezocht niet onbekend voorkomen’, schrijft Van der Steur in het voorwoord. Niets lijkt mij minder waar. Zelfs de kasten met boeken in het antiquariaat lijken verdacht veel op de opstelling van de boekenverzameling van Jan Willem Enschedé zoals die op de foto op het omslag te zien is. (KvO)
|
|