superbookstores, aangevoerd door de ontwikkelingen bij Barnes & Noble. Deze gerenommeerde New-Yorkse boekhandel begon in het begin van de jaren negentig door overnames en het openen van nieuwe winkels met een expansieve groei, waardoor in twee jaar tijd het aantal vierkante meters dat in de Verenigde Staten aan de verkoop van boeken is gewijd, verdubbelde. Deze ruimtes moesten echter gevuld worden, en Barnes & Noble en andere winkelketens als Borders sloten hiertoe voordelige deals met uitgevers, die, omdat ze - zoals de Robinson-Pat-man Act voorschrijft - niet aan alle handelaren in gelijke mate werden geboden, door de rechter werden verboden. De boeken moesten echter ook verkocht worden. De winkelketens zetten daartoe grootscheeps het middel van de korting in. Een paar jaar geleden werd er al voor gewaarschuwd dat deze kortingen, zo gauw de klanten waren binnengehaald en de onafhankelijke concurrentie was geëlimineerd, beduidend minder zouden worden. Deze zomer kon ik bij Barnes & Noble in New York constateren dat de exorbitante publiekskortingen op een groot aantal boeken inderdaad een stuk minder waren geworden. En dat terwijl de uitbreiding van het aantal boekenkopers - ondanks de zelfvoldane juichkreten in het begin van de jaren negentig van de ketens dat ze ‘de boeken naar de massa's zouden brengen’ - niet volgens verwachting is verlopen. Het gemiddelde bedrag dat de Amerikaanse consument jaarlijks aan boeken besteedt, was in 1997 gedaald tot 164 dollar tegenover 201 dollar in 1987, oftewel met 18 procent. In 1999 meldde Publishers Weekly dat de omzet van de uitgeversbranche met 6,5 procent was gestegen. Het aantal verkochte boeken was echter met 30 miljoen gedaald, wat betekent dat de omzetstijging uitsluitend door hogere prijzen werd gegenereerd.
De marketingstrategie van de winkelketens heeft nog een gevolg gehad voor het uitgeverijwezen: een toenemend belang van mega-best-sellers, veelal geschreven door media celebrities. Howorth constateerde dat dit ‘gesteld naast de neergang in afzet in het algemeen, slechts kan betekenen dat marginale boeken, of midlist-boeken, in de verdrukking raken of nooit het daglicht zien’. Op de langere duur heeft dit consequenties voor de boekenmarkt als geheel omdat er hierdoor ook geen poel ontstaat waarin potentiële bestseller-auteurs worden gekweekt.
Howorth zelf zegt het niet met zoveel woorden, maar hij citeert verschillende personen uit de boekenwereld die menen dat ‘onafhankelijke [boekverkopers en uitgevers] een essentieel bestanddeel vormen om enig serieus boek van de grond te krijgen’. Of in de woorden van nota bene een manager van een winkelketen: ‘... de wereld zou saai zijn zonder de onafhankelijken. Zij zijn de voedingsbodem voor nieuwe ideeën, nieuwe schrijvers, nieuwe trends.’
De American Booksellers Association treedt niet alleen voor de rechtbank in het strijdperk voor haar onafhankelijke leden, maar probeert ook het boekenkopend publiek bewust te maken van het belang van onafhankelijke boekverkopers. Daartoe is ze nationaal, onder de noemer Book Sense, een campagne gestart met de slogan ‘Onafhankelijke boekhandels voor onafhankelijke geesten’. Een van de belangrijkste initiatieven die hieruit zijn voortgevloeid is de website BookSense.com, die het voor consumenten mogelijk maakt hun boeken, tegen concurrerende prijzen, bij onafhankelijke boekverkopers aan te schaffen.
Ook in Nederland is de boekenwereld door fusies, de toenemende beschikbaarheid van Internet en andere ontwikkelingen, zoals de discussie over de vaste boekenprijs, in beweging. Het is goed als de consument alert blijft op de ontwikkelingen op deze markt en de creatieve, onafhankelijke boekverkopers blijft steunen, om niet ineens over een paar jaar te ontdekken dat de markt wel erg verschraald is en de leuke, interessante boeken van gespecialiseerde, onafhankelijke uitgevers nergens meer te vinden zijn.
Hans Hafkamp