Berichten
G.W. Gijsbers overleden
Hij was een bescheiden man, maar als hij sprak over zijn belevenissen als antiquaar krulde zijn neus en begonnen zijn ogen te glimmen. Gert Gijsbers had vaak genoeg een mooie slag geslagen. Op 30 april 1999 overleed de man die bij de lezers van De Boekenwereld zal voortleven als de verzamelaar van boeken-op-postzegels, geportretteerd in jaargang 9, p. 170-177. De sterke staaltjes uit zijn loopbaan als antiquaar beschreef hij later in de twee afleveringen ‘Antiquarische belevenissen’, gepubliceerd in jaargang 11 (1994-1995) p. 214-221, en jaargang 12 (1995-1996) p. 274-281.
G.W. Gijsbers werd geboren in 1916, in Arnhem. Zijn vader was conciërge, en ook verder in zijn familie was niemand actief in de boekenbranche. Gijsbers doorliep de vijfjarige hbs. Zijn eerste ervaringen met het antiquariaat deed hij op bij de Arnhemse firma B.M. Israel. In 1942 begon hij met J. van Loon een eigen zaak. Hij was toen net getrouwd met Ella Lam. De compagnons dreven het antiquariaat aanvankelijk onder de naam Westerhuis, later onder hun eigen namen Gijsbers & Van Loon. Hoewel het in de herinnering van zijn weduwe niet gemakkelijk was om kort na de oorlog de eindjes aan elkaar te knopen, draaide de zaak goed. In zijn ‘Antiquarische belevenissen’ vertelde Gijsbers over een gelukje in 1948. Hij mocht toen in Velp een deel van de nalatenschap van de negentiende-eeuwse schrijver J.J. Cremer meenemen, die bij Cremers stokoude achternichten op zolder lag. De dames vonden het rommel. De collectie werd later aan de Koninklijke Bibliotheek verkocht. Op even miraculeuze wijze stuitte hij een paar jaar later bij een Oostenrijkse antiquaar op brieven van Bilderdijk aan zijn uitgever Uylenbroek.
Als antiquaar bezocht Gijsbers wel eens veilingen in opdracht van de gemeente Arnhem, die hij vooraf geattendeerd had op een aankoop die haar zou kunnen interesseren. Hij deed dat uit aardigheid, want hij kreeg slechts de reiskosten vergoed. De firma Gijsbers & Van Loon, gevestigd in de Arnhemse Bakkerstraat, bloeide, maar een conflict met zijn compagnon, tevens goede vriend, maakte voor Gijsbers een einde aan zijn loopbaan als antiquaar. De ruzie bleek niet te kunnen worden bijgelegd, en de ironie van het lot wil dat ook Van Loon dit jaar is overleden. Gijsbers liet zich uitkopen, zocht geen nieuwe betrekking maar wijdde zich de rest van zijn leven aan de leukere dingen rondom het boek. Hij begon boeken-op-postzegels te verzamelen, een hobby waarover hij in Dru(c)k doende. Orgaan van de filatelistische motiefgroep ‘Papier en Druk’- Nederland (hij was dus niet bepaald de enige!) publiceerde. De motiefgroep organiseerde in 1984/1985 een tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Opmerkelijk was Gijsbers deelverzameling postzegels waarop spaarbankboekjes waren afgebeeld. Wereldwijd zijn zoveel zegels met een spaarbankboekje erop uitgebracht, dat Gijsbers maar liefst een album vol bij elkaar gebracht had. Zelden kunnen postzegelverzamelaars beweren dat hun verzameling compleet is, maar nu dit jaar het spaarbankboekje als zodanig is afgeschaft, komt Gijsbers deelverzameling wel aardig in de buurt. Behalve postzegels verzamelde Gijsbers de laatste jaren ook linnen boekbanden uit het begin van de twintigste eeuw. Met behulp van een ingenieus kaartsysteem hield hij zijn verzameling bij. Hij was van plan ook over de boekbanden nog eens te publiceren. Om in de geschiedenis van het boek thuis te raken had hij enkele colleges gevolgd bij prof. E. Braches aan de Universiteit van Amsterdam. Een deel van de boeken is nagelaten aan de gemeente Arnhem. Gijsbers' postzegelverzameling, zo had hij testamentair
laten vastleggen, gaat naar het Haagse Museum van het Boek, inclusief een geldbedrag om de collectie zo goed en zo kwaad als dat gaat bij te houden. ‘Je moet er toch een beetje gek voor zijn’, zei hij zelf.
Lisa Kuitert