| |
| |
| |
Verschenen boeken
Arie van den Berg, Kikkers, muizen & nieskruid. Uit het logboek van een letterschuier, Amsterdam, [Vossiuspers aup], 1999, 35 p., geïll., ISBN 9056290703. f 19,50.
‘Twee duiten maar, twee duiten maar. Dan hebt gy er zestien bij malkaar. Geïnventeerd met veel geduld, door kromme Esopus met zijn bult’. Een mooi verkooppraatje voor een centsprent met daarop Esopus' verhaal over de kikvorsenmuizenstrijd. Citaat uit Kikkers, muizen & nieskruid, het eerste deel uit de serie ‘De kunst van Kennis’, een initiatief van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam en het Amsterdamse Fonds voor de Kunsten, waarin kennis wordt omgezet in kunst. Het verhaal opent met een spannend antiquarenavontuur, waarin de auteur niet twee duiten maar vijftien gulden betaalt voor een grote hoeveelheid centsprenten. Gaandeweg ontwikkelt het verhaal zich tot een boeiende bespreking van verschillende ub- en privé-exemplaren van boek- en centsprentuitgaven van de Kikvorsenmuizenstrijd door de eeuwen heen. 35 pagina's lang krioelen en springen ze in het rond: Blaaskaak, Kruimjat, Bordlik, Broodknabbel en Potkruip. Niet alleen in woord maar ook in beeld. En nog fraai vormgegeven ook. (IV).
| |
R. Breugelmans e.a., Het zegel van de libel. Sub Signo Libelli. Bevattende een bibliografie van de pers najaar 1983-februari 1999, Amsterdam, De Buitenkant, 1999, ca. 140 p., ISBN 9076452512. f 39,50.
Ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van drukker-in-de-marge Sub Signo Libelli, achter welke naam zich Ger Kleis verschuilt, werd in museum Meermanno/Museum van het Boek een tentoonstelling gehouden. Tegelijk verscheen een boek waarvan de bibliografie door R. Breugelmans, die ook al de bibliografie 1974-1983 samenstelde, het grootste deel vormt. 128 uitgaven zijn minutieus beschreven, en geven ons een goed beeld van de werkzaamheden van de ssl-pers. Kleis heeft een voorkeur voor het werk van ‘romantisch decadenten’ zoals Gerrit Komrij en Boudewijn Büch. In een lange bijdrage aan dit boek legt de drukker zelf uit hoe hij tot zijn liefhebberij is gekomen. Zijn huisauteur Paul van Capelleveen behandelt in een ander hoofdstuk Kleis' werkwijze. Met register. (LK).
| |
Peter M.H. Cuijpers, Teksten als koopwaar: vroege drukkers verkennen de markt. Een kwantitatieve analyse van de productie van Nederlandstalige boeken (tot circa 1550) en de ‘lezershulp’ in de seculiere prozateksten, Nieuwkoop, De Graaf Publishers, 1998, 400 p., appendix met 46 afb., ISBN 9060044398. f180,-.
Opmerkelijk proefschrift waarin op onorthodoxe wijze de (laat-)middeleeuwse boekcultuur wordt onderzocht. Cuijpers vraagt zich af of de vroege drukkers zich op enigerlei wijze hebben ingespannen om de gedrukte teksten makkelijker leesbaar te maken met het oog op onervaren lezers. Hij bekijkt daartoe de teksten op hun moeilijkheidsgraad, een vergelijking die hij maakt door alle teksten wat syntaxis betreft te analyseren. Vervolgens telt en turft hij de trucjes die de drukkers konden gebruiken om het lezen te vergemakkelijken, zoals interpunctie, het markeren van zinnen en het al dan niet gebruiken van abbreviaturen. De conclusie luidt, enigszins teleurstellend, dat de drukkers zich nauwelijks bekommerden om de leesbaarheid. Het boek is vlot geschreven, en doorspekt met grafieken, tabellen en andere staatjes. (LK).
| |
Gerard Jaspers, Savonarola (1452-1498) in de Nederlanden. Een bibliografie van zijn gedrukte werken met inleidende notities omtrent zijn leven, zijn plaats in de geschiedenis en de drukkers/uitgevers van zijn werken, Amsterdam, De Buitenkant, 1998, 115 p., ISBN 90 76452318. f49,50.
De lange titel van dit boek geeft exact de inhoud weer, behalve dan dat deze bibliografie ook nog mooi geïllustreerd is (in kleur zelfs), en een register en literatuuropgave bevat. De dominicaner monnik en boeteprediker Savonarola was populair om zijn voorspellingen die vaak uitkwamen. Bij de overheid was hij niet geliefd, ook omdat hij de decadente levenswandel van de elite op de korrel nam. Hij werd ter dood veroordeeld en stierf aan de galg. Van Savonarola zijn maar liefst 94 uitgaven in Nederland verschenen, veelal in het Latijn gesteld. Jaspers geeft van alle drukkers/uitgevers een korte karakteristiek. Savonarola schreef nogal wat Uutlegginge en Meditatio's. Zelf figureert hij in het werk van o.m. Elise van Calcar, E. Potgieter en Theun de Vries die door zijn tragische levensloop gefascineerd waren. (LK).
| |
J.J. Oversteegen, Etalage. Uit het leven van een lezer, Amsterdam, Meulenhoff, 1999., ISBN 9029059273. f39,90.
Memoires van de Utrechtse hoogleraar in de Nederlandse letterkunde en de theoretische literatuurwetenschap, die naam maakte met zijn ondertussen ‘klassieke’ Vorm of vent en een tweedelige biografie van Cola Debrot. Hoewel Etalage interessante lectuur vormt, biedt het helaas niet helemaal wat de ondertitel belooft. In de inleiding geeft Oversteegen aan dat hij behoort tot het soort lezers dat in een boek een wereld zoekt ‘die juist helemaal niet op de zijne lijkt’ en deze voorkeur probeert hij in dit boek aan een nader onderzoek te onderwerpen. Hij begint met een hoofdstuk over het leesgedrag van zijn grotendeels autodidacte ouders, zijn eigen ontdekking van de literaire spraakmakers van de jaren dertig, en het belang dat lezen voor hem had gedurende de Tweede Wereldoorlog. Daarna neemt de aandacht voor het lezen als zodanig af, hoewel Oversteegens maatschappelijke carrière het tot zich nemen van grote hoeveelheden lectuur noodzakelijk maakte. Zo was hij gedurende tien jaar de eerste directeur van de Stichting ter Bevordering van de Vertaling van Nederlands Letterkundig Werk en daarna literatuur-professor. In de hoofdstukken waarin hij dit ‘leven in dienst van de literatuur’ (want een betere ondertitel zou zijn geweest) beschrijft, schetst hij fraaies
| |
| |
miniaturen en soms zelfs echte portretten van uitgevers en boekverkopers met wie hij te maken kreeg, onder wie T.S. Elliot (als poëzie-redacteur bij Faber & Faber), John Lehmann, Allen Lane, Johan Polak en de legendarische boekverkoper Ko van Boeschoten, wiens winkel in de Huidenstraat 13 de geboortegrond vormde van het tijdschrift Merlijn. (HH).
| |
Arnoud Vrolijk, Een Turks alfabet op Latijnse grondslag. De alfabethervorming in Turkije, 1928-1998, Leiden, Legatum Warnerianum, 1998, 92 p., geïll., ISSN 09219293. f10,-.
Afgelopen jaar is het 75 jaar geleden dat Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) de Turkse republiek uitriep. Een van de meest ingrijpende en in het oog springende hervormingen van Atatürk op weg naar de vorming van een moderne staat was de invoering van het Latijnse alfabet op 3 november 1928. Hiermee kwam abrupt een einde aan het gebruik van het Arabische alfabet in het Osmaanse rijk. De overgang naar het nieuwe alfabet ging zeer snel. Op 1 januari 1928 wist nog niemand wat er zou gebeuren. Een jaar later was het gebruik van het Arabische alfabet al verboden. De bijbehorende wetgeving kwam pas tot stand toen het nieuwe schrift al ruim verspreid was. Atatürk nam zelf actief deel aan de invoering van het nieuwe alfabet door het geven van openbare lessen. Hij schijnt over de duur van de invoering gezegd te hebben, ongeduldig als hij was in zijn hervormingspogingen: ‘Het vindt plaats of binnen drie maanden, of helemaal niet’. Daar kunnen ze bij de invoering van de Euro nog eens een voorbeeld aan nemen. (KvO).
|
|