De Boekenwereld. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
WendingenEén van de meest fraaie kunsttijdschriften die tijdens het Interbellum werden gepubliceerd, is het tijdschrift Wendingen.Ga naar eind1. Geestelijke vader van Wendingen was de architect en kunstenaar H.Th. Wijdeveld (1885-1966), die de eerste jaargangen tevens de functie bekleedde van hoofdredacteur. In 1918 stelde Wijdeveld tijdens een vergadering van de vereniging Architectura et Amicitia voor om het bestaande weekblad ‘om te werken tot een uitgave die de over heel Europa opkomende bloesems van het nieuwe zou opvangen, omschrijven en publiceren’. Architect K.P.C. de Bazel legde het plan voor aan het bestuur, dat vervolgens Wijdeveld de opdracht gaf een model voor het tijdschrift te maken. Wijdeveld herinnerde zich op 97-jarige leeftijd nog hoe dat in zijn werk ging: ‘Het was al elf uur die avond, maar ik ging naar mijn atelier, papier snijden en vouwen, typografische zetsels aangeven en een dertigtal dubbele binnenbladen [aan één zijde bedrukt, op zijn Japans] en een omslag met raffia samenbinden.’ Diezelfde avond verbond hij de naam Wendingen aan het tijdschrift. Toen het model in de vergadering van januari 1918 aan de leden van Architectura et Amicitia werd voorgelegd, stelde Jos. Th.J. Cuypers, zoon van architect P.J.H. Cuypers, voor om de omslagen te laten drukken volgens de lithografische of een daarmee verwante methode. Wijdeveld volgde zijn raad op en vond al snel enkele kunstenaars bereid omslagen voor Wendingen te ontwerpen. De eerste jaargang omvatte werk van onder andere R.N. Roland Holst, C.A. Lion Cachet, J. Sluijters en S. Jessurun de Mesquita. Nummer 10 van de negende jaargang (1928) is gewijd aan de grafische kunst. In de tekst van Simon Moulijn komt de lithografie uitgebreid aan de orde. Hij schreef daarin: ‘Wanneer de teekenaar eenigszins vertrouwd is met haar aard, het opbrengen van een vette materie op den blanke steen, dan staan hem onuitputtelijke middelen ten dienste. Van de spontanen krabbel tot de meest doorwerkte tonen, van het teerste licht tot het diepst fluweelige
Otto B. de Kat, Omslag Wendingen-nummer over interieurs 8 (1927), nr. 1). Litho, 335 × 335 mm. Het ontwerp voor dit omslag werd in 1990 door de kunstenaar geschonken aan het Rijksprentenkabinet in Amsterdam.
donker, zal de steen de bedoelingen van de kunstenaar weergeven.’ Dat de lithografen die aan Wendingen meewerkten in hun opzet zijn geslaagd, moge blijken uit de interesse die onder verzamelaars nog steeds bestaat voor de omslagen van dit karakteristieke tijdschrift. Kasper van Ommen |
|