De Boekenwereld. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
Lithografie en de detectiveromanDr. John Evelyn Thorndyke is een door de Engelse arts Richard Austin Freeman (1862-1943) in 1907 gecreëerde ‘Scientific detective’. Hem voorgelegde problemen lossen hij en zijn assistent Nathaniel Polton vaak op met behulp van natuurwetenschappelijke en medische kennis of knap toegepaste technieken. Hun kroniekschrijver is de voordeurdeler Dr. Christopher (Anstey) Jervis. In 1925 verscheen er van Freemans hand een bundel korte verhalen getiteld The Puzzle Lock, opgedragen aan de omnivore schrijver Vincent Starrett (1886-1974). Starrett was vanaf de aanvang lid van de Baker Street Irregulars, een in 1934 in New York opgericht pretgezelschap van Sherlockians ter bestudering van Watsons Sacred Writings. In zijn autobiografie verhaalt hij op levendige wijze de oprichting, de mores en het doel van de bsiGa naar eind1. Eén van de in de hierboven genoemde bundel opgenomen verhalen heet ‘A Sower of Pestilence’. In het begin van het verhaal treffen we Thorndyke aan, terwijl hij en Polton de lithografie onder de knie trachten te krijgen. Thorndyke vermoedt dat deze techniek wel eens nuttig voor zijn beroep zou kunnen zijn. Even later komt een zekere Mr. Rabbage, directeur van het St. Franciscus Rusthuis voor Katten, aan zijn deur om hem te consulteren. Voor dit rusthuis staat een doos waarin voorbijgangers geld en voor katten nuttige zaken, zoals voedsel, kunnen deponeren. Deze geschenken zijn welkom, want Rabbage financiert de onderneming zelf. Op een goede dag vindt onze directeur er drie dames-beursjes, een lederen portefeuille en een aluminium doosje in. Geen van de voorwerpen bevat geld of ander voor katten nuttige waren, maar het doosje bevat - naast een celluloid notitieplaatje - een aantal glazen buisjes met halfdode en levende vlooien en luizen. Thorndyke vermoedt dat het de buit van een zakkenroller is; het valt hem op dat het perkamenten kapje van de vlooienbuisjes naar anijs ruikt. De portefeuille bevat zeven op karton geplakte en zorgvuldig geverniste kaartfragmenten van de armoedigste wijken van Londen. Thorndyke stelt zich nu de vraag: zijn de kaartfragmenten en de glazen buisjes van dezelfde persoon. Jervis twijfelt zeer aan de mogelijkheid om hier achter te komen en zo ontspint zich tussen Jervis en Thorndyke de volgende dialoog: ‘There I think you do us an injustice, Jervis’ said he. ‘Are we not lithographers?’ ‘I don't see where the lithography comes in’ said I. De detective gaat verder: de geverniste kaartfragmenten kunnen als lithografisch calqueerpapier beschouwd worden en iedereen weet datje zeer moet oppassen om geen vettige vingerafdrukken van het papier op de steen te krijgen. We moeten het celluloid plaatje en de kaartfragmenten op een schone steen drukken, hem inkten en zien of we zo eventueel aanwezige vingerafdrukken zichtbaar kunnen maken. Na een zorgvuldig uitgevoerde procedure op een vers gegreinde steen vinden Polton en Thorndyke dat zowel op kaartfragmenten als op celluloid de linker duim van één en dezelfde persoon aanwezig is. Het verhaal gaat verder. In dezelfde week wordt er in een nieuwe kluis van een bank op verzoek van een cliënt een gesloten doos met akten opgeborgen, 's Nachts breekt er in deze kluis brand uit: de doos blijkt een brandbom te zijn geweest. Gelukkig was, zoals gezegd, de doos het enige object in de kluis, waardoor de schade beperkt blijft. Thorndyke wordt geconsulteerd. Het bij de doos behorend begeleidend schrijven blijkt vals te zijn en wat meer is: bij navraag blijken meer banken slachtoffer geworden te zijn van dit soort anarchistische aanslagen. Thorndyke, die zich inmiddels een theorie gevormd heeft, hoort nu van een man die in de Londense sloppen kunstjes met ratten vertoont. Hij gaat er achter aan en hij vindt in die buurt een dode zwarte rat die hij voor nader onderzoek in een laboratoriumfles meeneemt; het dier blijkt met pest besmet te zijn. Intussen is Polton met een zelfgemaakt boek over het temmen van ratten naar de kunstenaar gegaan om zijn oordeel te vragen over de kwaliteit van de daarin vervatte raadgevingen. Enigszins geamuseerd neemt de man het boek ter hand, leest er in, lijkt tevreden en biedt zelfs aan om enige ratten te leveren. Polton vraagt enige dagen bedenktijd. Thuisgekomen maakt hij uit het boek volgens het bekende procédé afdrukken van de vingers van de ratten-deskundige. De afdrukken blijken identiek met die van de kaartfragmenten en het celluloid. De vergelijking met het geleide biljet levert weliswaar zwakkere afdrukken, doch er is nu een basis voor gerechtelijk op- | |
[pagina 130]
| |
treden. Bij de inval in de woning van de ratten-man werden ratten, springstof en dozen, zoals gebruikt bij de kluisbrand gevonden. Bij een vechtpartij wordt de verdachte gedood. Anijs blijkt, wist Thorndyke, een lokmiddel voor ratten te zijn. Samenvattend bleek het geheel een poging van anarchistische ‘East European foreigners’ te zijn geweest om pest (via de vlooien), typhus (via de luizen) en ander ongemak (de branden) in de stad Londen te verspreiden om zo het leven te ontregelen. De lithografie voorkwam deze ramp! Bij het huidige criminalistische onderzoek gebruikt men een spray met een nihydrine-oplossing om oude en zwakke vingerafdrukken zichtbaar te maken. Het reagens is zeer gevoelig voor de afbraakproducten van eiwitsporen, achtergelaten door vingers. In de jaren twintig was de lithografie een goede voorloper van de moderne methode. J.A. Brongers |
|