De Boekenwereld. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
PorseleinkaartjesIn de jaren veertig van de negentiende eeuw kwam een speciaal soort steendruk in zwang, namelijk het drukken op hoogglanspapier. Men gebruikte daarvoor dun karton of dik papier met een glanzende witte laag van loodwit (vandaar de gelijkenis met porselein) en bedrukte dit met een kleverige inkt op lijmbasis. Zodra de vellen uit de drukpers kwamen, werden ze bestoven met metaalpoeder. Dit poeder hechtte zich op de beïnkte plaatsen en werd met een ‘konijnenstaartje’ van het overige oppervlak verwijderd. Door afdekken of een tweede keer ininkten en het daarna opnieuw bestuiven met een andere kleur metaalpoeder (ook wel goud- of zilverpoeder) was het mogelijk in meer kleuren te drukken, maar dit geschiedde slechts bij hoge uitzondering. Het procédé werd vooral gebruikt voor handelsdrukwerk zoals verlovings- en huwelijksaankondigingen, nieuwjaarswensen, menu's, feest- en concertprogramma's en ook wel voor titelpagina's in precieuze boekjes zoals geschenkboekjes en luxueuze almanakken. Maar de grootste verspreiding kregen de reclamekaartjes voor bedrijven en hotels, die met de term ‘porseleinkaartjes’ of ‘cartes porcelaine’
Porseleinkaartje van de firma J.P. Karthaus te Haarlem. Litho, 123 × 162 mm. (particuliere collectie, foto Rob Mostert, Rijswijk).
worden aangeduid. Tot vroeg in de negentiende eeuw was het voor een bedrijf ongebruikelijk om op een of andere manier te adverteren. Naast allerhande charlatans adverteerden slechts enkele categorieën bedrijven, zoals uitgevers van boeken en makelaars in onroerende of roerende goederen. Het overgrote deel van de firma's werkte uitsluitend op recommandatie of via uithangborden aan het bedrijfspand. Pas in de eerste decennia van de eeuw kwamen kleine, gegraveerde adreskaartjes in zwang, met firmanaam, adres en vermelding van de aangeboden goederen of diensten. Deze deelde men uit aan relaties en potentiële nieuwe cliënten. Het is deze categorie adreskaartjes die in de jaren vijftig in rap tempo werd vervangen door de porseleinkaartjes die een meer verzorgd uiterlijk hadden en afbeeldingen van het bedrijfspand of van de te koop zijnde goederen bevatten. De kaartjes hadden meestal het formaat van een visitekaartje (ca. 6 × 8 cm) maar ook grotere afmetingen kwamen voor, tot zo'n 12 × 16 cm. Die kaartjes werden vooral gebruikt door grotere firma's. In België, de bakermat van de porseleinkaartjes, nam het verschijnsel een hoge vlucht. Aan het eind | |
[pagina 81]
| |
van de jaren vijftig werden ze ook in Nederland gedrukt, onder andere bij de Haarlemse firma Emrik & Binger. Dit bedrijf was in 1857 ontstaan door samenvoeging van de drukkerijen van O.D. Emrik en Chs. Binger. Aan het eind van de jaren zestig raakten de porseleinkaartjes uit de gratie. Ook voor menu's, titelpagina's en dergelijke werd het procédé na circa 1870 niet of nauwelijks meer gebruikt. De bloeiperiode van het porseleinkaartje in Nederland lag tussen 1855 en 1865. In België, waar de eerste kaartjes al in het begin van de jaren veertig werden gedrukt (er is een kalendertje bekend voor 1839), lag dat iets vroeger.Ga naar eind1. Er bestaat over de Nederlandse porseleinkaartjes nauwelijks literatuur, zodat bovenstaand overzicht als voorlopig moet gelden. Zo is er het niet bevestigde verhaal dat het verdwijnen van de kaartjes omstreeks 1870 niet kwam omdat ze uit de mode raakten, maar omdat het bestuiven met metaalpoeder werd verboden. Het zou ongezond zijn voor de drukkersknechten die hiermee belast waren. A.G. van der Steur |
|